Supercomputer Watson, ontwikkeld door IBM, won drie jaar geleden de Amerikaanse tv-quiz Jeopardy. Nu is hij omgeschoold om artsen te helpen sneller en gebaseerd op meer informatie een diagnose te stellen en een behandelingsmethode te bepalen. ‘We weten inmiddels hoe we er een praktische dienst van kunnen maken.’
 

tekst dr.ir.drs. Bennie Mols illustratie Marcel Groenen
 
Er bestaan 13 000 ziektes, syndromen en verwondingen, 6000 medicijnen, 4000 procedures voor medische handelingen en operaties, honderden richtlijnen en meer dan 10 000 datapunten in een elektronische patiëntendossier van een gemiddelde patiënt. De hoeveelheid aan medische informatie is gigantisch en verdubbelt bovendien elke vijf jaar. Daarbij gaat het niet alleen om medische vakliteratuur en resultaten van klinische trials, maar ook om scans, foto’s en elektronische patiëntengegevens. Geen arts die al deze informatie nog volledig in zich kan opnemen. Een computer die thuis is in de medische wereld en ook nog onze taal begrijpt, kan een arts helpen om die explosief groeiende hoeveelheid informatie te schiften, te evalueren en te interpreteren. En dat is precies het idee achter supercomputer Watson als gezondheidsexpert.

Watson, ontwikkeld door computerfabrikant IBM, won begin 2011 de Amerikaanse televisiequiz Jeopardy. De supercomputer verpletterde de twee beste menselijke spelers uit de historie van deze moeilijke kennisquiz. Voor het eerst was er een machine die gecompliceerde menselijke taal, inclusief alle uitdrukkingen, begreep en ook nog razendsnel antwoorden gaf. Voor IBM was Jeopardy niet meer dan een showcase, maar wel een uitdagende en een tot de verbeelding sprekende. Het bedrijf zag voor Watson van begin af aan al een rol als expert in uiteenlopende domeinen, zoals de gezondheidszorg, de detailhandel, de financiële wereld en de wereld van olie- en gasexploratie. Gezondheidszorg werd het eerste speerpunt.

‘Na Jeopardy zijn we twee jaar lang bezig geweest om Watson om te scholen tot gezondheidsexpert’, vertelt Marc Teerlink, chief business strategist van de IBM Watson Group en van huis uit psycholoog. ‘Daarbij stonden we voor talloze nieuwe uitdagingen, die moeilijker waren dan bij Jeopardy.’ Hij somt op: ‘Welke soorten data moet Watson evalueren? Hoe betrouwbaar zijn die data? Is klinische trial X wel even betrouwbaar als klinische trial Y? Hoe zorgen we ervoor dat twee verschillende gezondheidsinstellingen gegevens met elkaar kunnen combineren, zodat uiteindelijk de patiënten er beter van worden? Hoe maken we Watson als dienst geschikt voor elk mobiel platform?’
 
Kankercentra
In de afgelopen twee jaar heeft IBM de eerste vijftien klanten aan zich weten te binden. Die kopen niet slechts de software, maar gaan een partnerschap met IBM aan. Twee van die klanten zijn Memorial Sloan Kettering in New York en het University of Texas MD Anderson Cancer Center, beide behorende bij de top van de Amerikaanse kankercentra. Memorial Sloan Kettering stelde 25 000 patiëntencasussen aan IBM beschikbaar. ‘Prachtig natuurlijk’, zegt Teerlink, ‘maar vervolgens heb je wel menselijke experts nodig om die casussen te evalueren. Heeft Watson het wel goed begrepen? En wat moet je doen als twintig artsen zeggen dat Watson het goed doet, maar vijf dokters zeggen dat Watson het verkeerd doet? Watson leert door interactie met artsen. Officieel hebben deze kankercentra nu nog een pilotversie van Watson, maar we zijn de pilotfase bijna voorbij. Begin dit jaar hebben we geconcludeerd dat we weten hoe we er een praktische dienst van kunnen maken.’

Lees hier het volledige artikel (pdf-bestand).
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.