De Nobelprijs voor Natuurkunde ging dit jaar naar de uitvinders van de blauwe led. Een praktische toepassing waarmee grote, goedkope schermen en zuinige verlichting mogelijk werd.


Credit: Wikimedia Commons

Vandaag maakte de Zweedse Nobelcommissie bekend dat de Japanners Isamu Akasaki en Hiroshi Amano samen met Shuji Nakamura uit de Verenigde Staten de prijs van bijna een miljoen euro zullen ontvangen. Akasaki en Amano deden veel onderzoek dat de weg naar de blauwe led opende, die Nakamura uiteindelijk uitvond in 1994.

Blauwe leds (light emitting diodes) bestaan pas kort in vergelijk met rode en groene leds, die al sinds de jaren '60 worden gemaakt . Wat de uitvinding van de blauwe variant zo belangrijk maakt is dat het de deur opende naar wit licht van leds, en daarmee allerlei toepassingen, waaronder computer- telefoon- en televisieschermen. Ook maken ledlampen voor verlichting een duidelijke opmars.  Beeldschermen en lampen bevatten vaak een combinatie van gele en blauwe leds, die dankzij een fosforcoating ogenschijnlijk wit licht produceren.

Ondanks de succesvolle ontwikkeling van de leds in de jaren zestig, bleek de blauwe variant uitzonderlijk lastig te maken. De materialen die nodig waren voor groene en rode leds werden snel gevonden, voor het completerende blauw duurde dat veel langer. Het waren Akasaki en Amano die uiteindelijk bedachten om indium-gallium-nitride te gebruiken. De twee Japanners experimenteerden met de eigenschappen van deze stof, onder andere de nucleatie (het morrelen met de fase waarin de kern van de atomen zich bevinden) en dotering (het introduceren van onzuiverheid in materiaal). Dit labwerk inspireerde Nakamura, die werkzaam is bij de University of California, Santa Barbara tot de ontwikkeling van de eerste blauwe led.

Lees ook het portret dat Marcel Grauls schreef over Nakamura.


Zo kondigde de commissie de winnaars aan.Credit: Nobel Media AB
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.