Vanessa Evers

Vanessa Evers zou graag eens een column schrijven over haar eigen vakgebied. Maar weet ze er eigenlijk wel genoeg van?

Zal ik het er dan maar over hebben? Het was toch eigenlijk de reden waarom ik gevraagd werd voor deze column: om wat over robots te vertellen. De afgelopen keren steeds maar over Donald Trump en #metoo. Kom op Evers! Hou je bij je leest, praat over iets waar je wél wat van weet.

Probleem is: ik weet niets van robots. Of misschien een heel klein beetje over een heel klein stukje van het vakgebied robotica. Het is wellicht het eeuwenoude probleem van the more you know, the less you know. Hoe meer onderzoek naar mens-robotinteractie we uitvoeren, hoe meer ik het gevoel heb dat we er niets van begrijpen.

Je kunt onmogelijk zeggen dat je alles over robots weet. Of alles over mens-robotinteractie

Daarnaast zijn er in de robotica, net als in de geneeskunde, onnoemelijk veel specialisaties. Op een willekeurige ­robotconferentie zijn er experts in beeldbewerking, signaalverwerking, navigatie, mechanisch ontwerp, industrieel ontwerp, interactieontwerp, sensornetwerken, kunstmatige intelligentie, machineleren, economie, manipulatie, cognitie, natuurlijke taalherkenning, sociale psychologie, ethiek ... Ga zo maar door.

Je kunt dus onmogelijk zeggen dat je alles over robots weet. Of alles over mens-robotinteractie. Want op een conferentie over mens-robotinteractie heb je experts in robots voor kinderen, robots voor operaties op afstand, robots die leren door mensen na te doen, robots die leren van data over mensen, fysieke robotinteractie voor bijvoorbeeld protheses, dialoogsystemen … Ga zo maar door.

Vraag je tien verschillende robotdeskundigen met tien verschillende expertises, dan krijg je tien verschillende varianten op ‘Kweenie?’

Een robot is enerzijds een fantastisch platform om samen aan te werken. Een mens-op-de-maan-doel waarbij verschillende wetenschappelijke en technische velden worden gecombineerd, wat leidt tot fantastische stappen. Een robot schiet echter anderzijds altijd tekort omdat die specifieke robot nooit het benodigde inzicht geeft in de grotere vragen die spelen in de maatschappij.

‘Mooie robot voor in de klas. Gaan robots nu al onze banen overnemen en ons overheersen?’ is bijvoorbeeld een niet te beantwoorden vraag die ik krijg. ‘Kweenie?’ is het antwoord dat waar is.

Ik kan ook een geruststellender antwoord geven, doorspekt met jargon. Het is niet waarschijnlijk dat robots ons gaan overheersen en al onze banen gaan overnemen. Allereerst is er geen plausibel model in de kunstmatige intelligentie dat in de buurt komt van onze menselijke hersenen. Daardoor is het mogelijk voor computers om ons te overtreffen in specifieke zaken, maar niet om alle expertise en vaardigheden die wij hebben te combineren. Daarnaast is er een aantal grote barrières zoals de afhankelijkheid van elektriciteit, de noodzaak om te leren in een specifieke context en werkelijk natuurgetrouwe interactie in taal.

Maar eigenlijk zeg ik dan ook: ‘Kweenie?’ Vraag je tien verschillende robotdeskundigen met tien verschillende expertises, dan krijg je tien verschillende varianten op ‘Kweenie?’.

Soms rest ons alleen ouderwets koffiedikkijken

Niet alles kun je meten en weten, zelfs niet als je ­wetenschappelijke expertises combineert. Er zijn heel veel ‘wat als’-aspecten. Als machines leren om zelf doelen te stellen en informatie te vergaren in verschillende contexten, als een robot van organisch materiaal is te maken en geen elektrische stroomdraadjes meer nodig heeft, als computers slimmer worden dan mensen …
Dan zou het kunnen dat …

Natuurlijk moeten wij bij elke stap in ons onderzoek nadenken en ethisch handelen. Wat gebeurt hier als ik dit voor elkaar krijg? Wat zijn de gevolgen en risico’s voor privacy, verantwoordelijkheid en veiligheid van mensen? Maar soms rest ons alleen ouderwets koffiedikkijken. Een sciencefictionboek opentrekken van Mary Shelley, Douglas Adams of Philip K. Dick en fantaseren over ‘wat als’.

Prof.dr. Vanessa Evers is hoogleraar Computerwetenschappen en directeur van de Human Media Interaction Group van de Universiteit Twente.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.