Het verminderen of stopzetten van de gaswinning helpt niet het toenemende aantal aardschokken in Groningen tegen te gaan, stellen prof.dr.ir. Anton van Putten en dr. Maurice van Putten in De Ingenieur.



Illustratie Joost Stokhof

Dat er een verband bestaat tussen de aardgaswinning en de aardschokken is evident, maar uit onze analyse van de gegevens daarover valt niet te concluderen dat de aardschokken worden beïnvloed door fluctuaties in de productie. Het gaat om een langetermijneffect, waarbij de bodem – soms schoksgewijs – in beweging komt om te compenseren voor de inmiddels sterk verlaagde druk in het aardgasreservoir.
Hoe komen wij tot deze conclusie?

Allereerst blijkt dat het aantal aardschokken na een zeer snelle toename vanaf het begin van de jaren negentig, de afgelopen twaalf jaar vrijwel zuiver exponentieel toeneemt; de afwijking is nog geen 0,5 %. Elke ruim zes jaar verdubbelt het aantal bevingen. In de sterkte van de bevingen kunnen wij echter geen duidelijke trend aanwijzen: ze zijn keurig verdeeld rond een gemiddelde sterkte van 1,27 op de schaal van Richter; de trendmatige toename is minder dan miniem.

Om het zekere voor het onzekere te nemen hebben we ook gekeken naar de jaarlijkse fluctuaties in de gasproductie. In de eerste helft van de jaren negentig schommelde die rond de 30 tot 40 miljard m³ per jaar; ze bereikte haar laagste niveau van ruim 20 miljard in 2000 om daarna grofweg lineair uit te groeien naar de huidige 50 miljard. Wat voor methode we ook toepassen, we constateren geen eenduidig verband tussen die productiefluctuaties en het aantal of de intensiteit van de bevingen. Er valt dan ook niet te concluderen dat verlaging van het productietempo zal leiden tot vermindering van het aantal aardbevingen.

Volgens ons is er sprake van een langetermijneffect. Door de jarenlange gaswinning is de druk in het reservoir gehalveerd ten opzichte van de oorspronkelijke 350 bar. De aardbevingen zijn het gevolg van een natuurlijk proces, waarbij de bodem door zetting en daling de evenwichtsdruk probeert te herstellen. Vermindering van de toekomstige gasproductie zal dit geofysische proces niet wezenlijk veranderen.

We spreken ons hier niet uit over de vraag wat er in Groningen moet gebeuren met de schade die de bodemdaling veroorzaakt. Wel willen we voorkomen dat het idee postvat als zou verminderde gasproductie een oplossing bieden. Was het maar zo eenvoudig.

Prof.dr.ir. Maurice van Putten is associate professor aan de Sejong University in Zuid-Korea. Prof.dr.ir. Anton van Putten is directeur van ingenieursbureau AnMar Research Laboratories en bekleedde daarvoor diverse hoogleraarschappen in Engeland, Frankrijk en Portugal.

Lees de paper waarin de Van Puttens de resultaten van het onderzoek hebben gepresenteerd.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.