Blog Frank Biesboer

Gaan we in Nederland proberen te kopiëren waar de VS, Estland en Zweden al succesvol in zijn? Of proberen we een eigen start-up systeem te creëren dat juist wel heel erg goed is om de grote maatschappelijke vragen aan te pakken. Hoofredacteur Frank Biesboer laat zich inspireren door MIT-president L. Rafael Reef.  

Start-ups zijn het helemaal. Elke zichzelf respecterende technische universiteit heeft zijn broedplaats, er zijn competities, top-honderdlijsten, New Venture-competities, noem maar op en wat niet al. En wat nog mooier is, die start-ups zijn er ook. Er is inmiddels een lange lijst van bedrijven die zijn begonnen met een afstudeerscriptie of promotieonderzoek, en nu een eigen pand hebben en goede zaken doen.

Maar het is ons niet genoeg. Want we kijken allemaal toch een beetje jaloers naar de Verenigde Staten en Silicon Valley in het bijzonder. Waar blijven de Nederlandse Microsoft, Apple, Google, Amazon of Tesla? En waarom wel Spotify en Skype, maar niet een Nederlandse naam?

Het zit ons zo hoog dat de meest prestigieuze politica van Nederland, Neelie Kroes, na haar Eurocommissariaat is aangesteld als speciaal ambassadeur voor start-ups. Haar taak is de start-ups een gezicht te geven, en als het even kan, durfkapitalisten aan te trekken. Want daar ontbreekt het vooral aan in Nederland: de investeerders die jonge bedrijfjes over de death valley heen helpen, het moment dat een werkend prototype moet worden omgezet naar marktintroductie. Dat vereist grote investeringen, zonder de zekerheid dat het geld terug komt.

Nu Kroes bezig is haar offensief te ontplooien, kan het geen kwaad goed te luisteren naar wat Amerikaanse technologiewatchers te vertellen hebben over hun ervaringen met start-ups en durfkapitalisten. Want wij mogen weliswaar haast verblind raken door wat aan de andere kant van de Atlantische Oceaan allemaal succes heeft, minstens zo belangrijk is te weten wat er niet van de grond komt.

Sociale media is prachtig, maar daarmee heb je nog geen schoon drinkwater

Deze week schreef L. Rafael Reef, president van het gerenommeerde Massachusetts Institute of Technology (MIT) een indringend pleidooi om de innovatiekracht van de Verenigde Staten te versterken. Dat was dit keer niet uit angst voor de opkomst van Aziatische Tijgers, maar omdat het in de VS bestaande innovatiesysteem niet de vernieuwing voortbrengt die nodig is om de grote maatschappelijke uitdagingen tegemoet te treden. Kort gezegd: sociale media is prachtig, maar daarmee heb je nog geen schoon drinkwater.

Reef begint zijn pleidooi met de start-up LiquiGlide. Het gaat om een sterk waterafstotende vloeistof die een permanente film vormt waarop voorwerpen wrijvingsloos over elkaar kunne glijden. Het idee is uitgevonden door MIT, en LiquiGlide heeft nu dertig industriële klanten en flinke bedragen van durfinvesteerders.

‘Dit is hoe ons innovatiesysteem werkt’, schrijft Reef. ‘De publieke en private sector investeren in onderwijs en onderzoek, wat afstudeerders en ideeën oplevert die, dankzij investeringen van durfkapitalisten, uitmonden in innovaties waar de samenleving iets aan heeft en die zich zo terugverdienen.’

En dan volgt de kwintessens van zijn betoog: ‘Dit systeem werkt goed voor digitale technologie en innovaties met marktrijpe producten. Met een terugverdientijd van zo’n vijf jaar zijn het magneten voor talent en durfkapitaal. Maar het systeem schiet tekort als het gaat om ideeën gebaseerd op nieuwe wetenschap. De zelfbemestende plant. Bacteriën die biobrandstof maken. Veilige kernenergie. Betaalbare ontzilting voor drinkwater. Dat soort technologieën hebben minstens tien jaar nodig, en dat is voor durfkapitalisten te lang. Het gevolg is dat de VS tal van dit soort innovaties laten liggen (ik wil de lezer het hier gebruikte Amerikaans niet onthouden: ‘We leave a lot innovation ketchup in the bottle’)

Reef noemt dit tekort een nieuw verschijnsel, en refereert aan de tweede helft van de vorige eeuw. Toen trokken bedrijven met grote R&D-afdelingen getalenteerde studenten aan, en zij zorgden vervolgens voor de marktintroductie van nieuwe producten en diensten. Zo kwamen de transistor, de chip en wat niet al tot stand. ‘Maar dat systeem bestaat niet meer’, aldus Reef. ‘En de durfkapitalisten hebben niet het geld om de taaie innovaties te financieren die ons zullen helpen om baanbrekende oplossingen te bieden voor de grote existentiële vragen op het gebied van voedsel, drinkwater, energie en gezondheid.’

Reef verwijt dat de durfkapitalisten niet, die doen waar ze voor zijn. Hij verwacht de oplossing ook niet van de overheid. Die moet zorgen voor opleiding en research, en is er niet om grootschalige en langdurende investeringen te doen in nieuwe bedrijven en producten. En van grote bedrijven is ook niet te verwachten dat ze gaan investeren in producten die hen uiteindelijk uit de markt zullen drukken.

Zijn pleidooi is: laten overheid, private sector en niet-commerciële organisaties gezamenlijk een innovatieboomgaard creëren, dat wil zeggen ruimte, mentorschap en geld die nieuwe bedrijven kunnen helpen. En tegelijkertijd, ontwikkel een instrumentarium om ervoor te zorgen dat die wezenlijke innovaties sneller uitzicht bieden op een succesvol product, bijvoorbeeld door ze digitaal te modelleren en door systematischer ‘best practices’ en wetenschappelijk bewezen ondernemerschap beschikbaar te stellen.

Wellicht zijn er ook andere manier, zo besluit Reef, als er maar voor de aanpak van de grote maatschappelijke vraagstukken een nieuw innovatiesysteem tot stand komt. In zijn eigen woorden: ‘To tackle our biggest societal challenges, we need an innovation pipeline that delivers every drop.’

Laat de woorden van Reef ons inspireren

in plaats van wat elders gebeurt te kopiëren

Nu Kroes aan de slag gaat is er dus meer dan alleen de opgave om meer start-ups en investeringskapitaal aan te trekken. Het gaat er ook om waar die start-ups zich vooral op gaan richten. Gaan we in Nederland proberen te kopiëren waar de VS, Estland en Zweden al succesvol in zijn? Of proberen we een eigen start-upsysteem te creëren dat juist wel heel erg goed is om die maatschappelijke vragen waar Reef op doelt aan te pakken. Wacht eens even, watertechnologie, voedsel, dan heb je er al twee maatschappelijke terreinen waar Nederland een vooraanstaande positie heeft. Bij energie heb ik mijn twijfels, gezondheid op sommige gebieden. Dus laat de woorden van Reef ons inspireren in plaats van wat elders gebeurt te kopiëren.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.