Om ook het laatstje restje gas uit de Noordzeeputten te halen, moet de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de kleinere, oude platforms drastisch versimpelen. Normaal kost dat veel tijd en manuren en moet de gasproductie worden stilgelegd - een enorme kostenpost. Daarom ontwikkelde de NAM een efficiënte manier van watersnijden, waarbij slechts twee man installaties die niet meer nodig zijn kunnen weghalen  terwijl gasproductie veilig kan doorgaan.

Met het centraal handelen van aardgas en het versimpelen van de omliggende platforms hoopt het gasbedrijf een kostenbesparing van zestig procent te bewerkstelligen ten opzichte van de huidige manier van gaswinning. Het de-complexen van platforms, zoals de NAM het noemt, is van belang om te kunnen blijven produceren met de oudere productieplatforms. Het gros van de boorplatforms zal Spartaans zijn uitgevoerd, met gasproductieputten en leidingwerk en weinig anders. Het aardgas gaat vervolgens naar een moederplatform dat het gas van verschillende satellieten behandelt en naar het vaste land transporteert.  

Dat is een groot verschil met de huidige situatie. De platforms in de Noordzee zijn veelal 30 à 40 jaar oud en daarmee flink gedateerd. 'Dan heb je de keuze tussen vernieuwing van de apparatuur, of decomplexen en alles bij het moederplatform laten gebeuren', vertelt ingenieur Nick Spiertz, Hoofd Mijnbouw Installatie van het platform L13C, die nauw betrokken in bij het eerste vereenvoudigingsproject waar watersnijden wordt gebruikt . 'Dat laatste is veel efficiënter. Eerst moesten 25 medewerker twee a drie maanden werken om alle pijpleidingen en behandelingsinstallaties (zoals Glycolscheidingsinstallaties) los te halen en te verwijderen. Enorm veel tijd en geld ging daarmee verloren.' Dat werk gebeurde met las-en snijgereedschap dat warmte produceert, hetgeen risicovol is op een productieplatform waar de veiligheidseisen streng zijn.

Geen zeewater

Mede daarom ging Spiertz op zoek naar een alternatief. Watersnijden, waarbij een mengsel van water en zand onder hoge druk op metaal wordt gespoten en het zo doorklieft, leek geschikt. 'Alleen het waterverbruik was bij bestaande technieken enorm hoog en de nauwkeurigheid niet toereikend. Het kostte iets van 20 liter per minuut. Dat water hebben we offshore niet beschikbaar.' Zeewater is namelijk ongeschikt. 'De verhouding tussen zand en water luistert zo nauw, dat het zout en de verontreinigingen uit Noordzeewater alles in 't honderd gooien', aldus Spiertz.

Hij liep stad en land af bij watersnijders om een nieuwe, waterzuinige methode te maken. Uiteindelijk wist het bedrijf Curved Cuts uit Alkmaar hem te bekoren. Samen met de NAM maakte dat bedrijf in een periode van 14 maanden een slimme combinatie van alle bestaande apparatuur en water-zandmengsels. 'Dat was niet gemakkelijk. Het moet aan onze eisen van efficiëntie voldoen, maar de installatie moet ook klein genoeg zijn om te hanteren in offshorewerk. En het mag natuurlijk niet te duur worden'. Het lukte toch; eindresultaat is een watersnijder die in een 10voets-container past en dus gemakkelijk te transporteren is. Hij verbruikt slechts 2 liter water per minuut, een factor tien minder. De eerste inzet op het L13C platform deze maand verliep uitstekend.

Deze komende tijd zal platform L13C als eerste worden vereenvoudigd met watersnijden. Eerder was het moederplatform K14 al klaargemaakt om het gas van omringende platforms te verwerken. Vroeger was het niet mogelijk om het gas meteen na oppompen naar een ander platform te transporteren. 'In het opgepompte gas zit ook water, dat dan bevroor in de leidingen op weg naar het moederplatform', vertelt Spiertz. 'Tegenwoordig hebben we zulke geavanceerde antivriesbehandelingen dat dat geen probleem meer is.'

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.