Hoe zijn sociale media, big data en drones in te zetten om de veiligheid van de stad te vergroten? Dat is de opdracht van de multimediawedstrijd Secure Your City, die het samenwerkingsinitiatief van The Hague Security Delta, KIVI en De Ingenieur dit najaar organiseert.



‘Veiligheid in de stad kent vele dimensies’, zegt ir. René Willems, beleidsadviseur van TNO en lid van het Nationaal Platform Security. ‘Het gaat bijvoorbeeld over hoe mensen zich voelen als ze op straat lopen en hoe we met hulpverleners omgaan. Bij grote evenementen als Koningsdag en festivals zijn zaken als doorstroming van belang: kunnen mensen als het moet wegkomen? Rond de nucleaire top eind maart in Den Haag speelde de balans tussen beveiliging van de deelnemers aan zo’n evenement en de leefbaarheid voor de bewoners. Een ander aspect van veiligheid in de stad zijn extreme omstandigheden als noodweer of stroomuitval. En we hebben ook te maken met digitale veiligheid. Hoe gaan we om met het risico op cybersabotage, die hele netwerken kan platleggen, maar ook met persoonsgegevens, bijvoorbeeld nu gemeenten veel meer zorgtaken en dus ook zorgdossiers tot hun beschikking krijgen.’
 
Vaak hebben veiligheidsinstanties als politie of de gemeente bij bovengenoemde voorbeelden een uitdrukkelijke rol, ‘maar je moet ook kijken wat burgers zelf kunnen doen’. Een voorbeeld daarvan is het Amber Alert. ‘Daarmee schakel je de ogen en oren van honderdduizenden mensen in, daar kan geen politiesurveillance tegenop.’ Voor dit type sociale alarmering zijn volgens Willems  platforms op stads- en wijkniveau zeer geschikt. ‘Mensen kunnen dan via Twitter of sms signaleren dat er iets geks gebeurt, waarbij de politie die informatie ook krijgt. Het gaat om vormen van samenwerking tussen burgers en overheidsdiensten. De wijkagent is straks een digitaal platform.’

Zijn collega dr. Marcel van Berlo noemt die interactie tussen politie en burger een van de grootste uitdagingen. Hij is coördinator van het innovatiehuis Urban Security van The Hague Security Delta. ‘Je kunt niet van burgers verwachten dat zij informatie blijven aanleveren als ze er niets op terug horen. Politie en burgers moeten een zinvolle interactie met elkaar aangaan, als partner. Nu zijn er wel tools en apps die dat in zich hebben, maar dat is allemaal nog erg versnipperd en wordt niet structureel ingezet.’

Het wordt nog spannender met gebruik van realtime intelligence, informatie die direct beschikbaar is, bijvoorbeeld van zakkenrollerij tijdens evenementen. ‘Hoe we die informatie effectief kunnen gebruiken, waarbij de capaciteit van politie en gemeente bovendien doelmatig wordt ingezet, is een nog te ontginnen terrein.’

Van de andere kant, met de data waarover de politie al beschikt, kan ook meer gebeuren. Willems: ‘Uit de aangiftes van woninginbraak zijn patronen op te maken die iets zeggen over de kwetsbarheid van bepaalde huizen of wijken, zodat er gerichter aandacht is te geven aan inbraakpreventie.’ Experimenten hiermee zijn, onder meer in Utrecht, van start gegaan.

Big data is ook te gebruiken om meer te weten over de veiligheidsbeleving van mensen, vult Van Berlo aan. ‘Via Twitter uiten mensen hoe ze zich voelen of ze zich storen aan hangjongeren, wat voor dagelijkse gebeurtenissen ze belangrijk vinden. Daaruit valt iets te destilleren over het veiligheidsgevoel dat mensen hebben. Je kunt dat per gebied in kaart brengen en zo zien hoe dat gevoel zich ontwikkelt. Dat gebeurt reeds in Rotterdam en Eindhoven. Veel krachtiger is het als je dat ook realtime doet, als er ergens iets gebeurt, een brand of berichten over een aanslag, zodat je daar als politie, gemeente of betrokken burger, direct actie op kunt ondernemen.’
 
Nieuw is de inzet van drones, uitgerust met sensoren die de aanwezigheid, hoeveelheid en gedrag van mensen kunnen detecteren, zowel fotografisch als met infrarood. Willems: ‘De mogelijkheden ervan zijn groot – denk maar aan het in beeld brengen van mensenmassa’s of het volgen van verdachte personen. Begin volgend jaar hebben we er een grote conferentie over, waar we ook kijken naar aspecten als privacy. Want we kunnen technologie alleen dienstbaar maken als die is ingebed in sociale acceptatie. Privacy is dus een belangrijk punt: wat wil ik wel of niet van mezelf laten zien om veiliger te zijn en me veiliger te voelen.’

De toekomst is dat steden steeds meer zullen gaan doen aan realtime sensing, bijvoorbeeld van het verkeer in de stad of de luchtkwaliteit. ‘Wanneer die technieken beschikbaar zijn, kun je ze ook voor veiligheid gebruiken. Het zou bijvoorbeeld heel prettig zijn wanneer mensen bij een industriële brand via de sensoren in hun wijk weten of de lucht schadelijke stoffen bevat.’ De safe & secure city is in toenemende mate een smart city.



 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.