De PvdA pleit voor een nieuwe datawet die de privacy van burgers op internet moet beschermen, die afbakent wat de overheid wel en niet mag om cybercrime te bestrijden, en die duidelijke regels voorschrijft voor bedrijven. 'De burger heeft nu vaak geen controle over zijn gegevens', stelt mr. Jeroen Recourt.

Online privacy en datagebruik bevinden zich op dit moment in het Wilde Westen, een regelloze prairie waar bedrijven doen waar ze zin in hebben en de burger zijn gegevens te grabbel gooit voor het voorrecht om de digitale saloon te mogen gebruiken. Ook overheden graven lustig in de online gegevens van hun burgers. Het NSA-schandaal over het afluisteren van burgers ten spijt is de wetgeving over privacy en dataverspreiding op het web nog steeds achterhaald of zelfs niet-bestaand. Dat moet veranderen, vindt mr. Jeroen Recourt. Als kamerlid en woordvoerder Justitie van de Partij van de Arbeid pleit hij, samen met Astrid Oosenbrug, voor een ‘allesomvattende datawet’ die duidelijkheid geeft aan burgers, overheid en bedrijven.

Allesomvattend, wat houdt dat precies in?
‘De huidige wetten, of ze nou in Nederland of Europa gelden, gaan deels over internetprivacy. De Europese rechter gaf al het recht om vergeten te worden, de aangepaste telecomwet zegt iets over het bewaren van gegevens. Er is echter nog een enorm grijs gebied waarvan niemand weet wat de regels zijn. Dat zie je bijvoorbeeld met de hackbevoegdheden van minister Opstelten, waarbij op ieders computer ingebroken mag worden. De burger heeft vaak geen controle over zijn eigen data, waardoor bedrijven kunnen doen wat ze willen. Een datawet moet dat soort problemen oplossen. Die wet maakt duidelijk wat wel en niet mag op het gebied van gegevensgebruik. Het zorgt ervoor dat bedrijven precies weten hoe of wat, waardoor ze later geen gedoe krijgen omdat ze iets deden dat met terugwerkende kracht illegaal bleek. Burgers worden de baas over hun eigen data en krijgen het recht om vergeten te worden. De opsporingsmogelijkheden van de overheid worden net zo aan banden gelegd als nu het geval is in de ‘echte’ wereld. De politie mag bijvoorbeeld pas iemands computer infiltreren als er duidelijke aanwijzingen zijn van een misdrijf – precies zoals de politie nu pas bij gerede verdenking een huiszoekingsbevel krijgt.’

tekst Marc Seijlhouwer MSc foto Jordi Huisman

Klik hier om het hele interview te lezen.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.