Drie Britse bedrijven hebben een apparaat ontwikkeld dat kan helpen om ongewenste drones te bestrijden. De installatie gebruikt militaire opsporingstechnieken om de vliegtuigjes te herkennen en gebruikt vervolgens sterke radiopulsen die de besturing van de drone verstoren.

Dit Anti Unmanned Automated Vehicle Defence System (AUDS) is het antwoord op de toenemende dreiging van drones. Hoewel particuliere drones vooralsnog geen grote ongelukken veroorzaakten, komen ze wel op plekken waar ze niet welkom zijn - zoals in de tuin van het Witte Huis en rond Franse kerncentrales. Genoeg reden voor overheden en bedrijven om op zoek te gaan naar tegenmaatregelen.

Het AUDS gebruikt allerlei soorten camera's en een luchtbeveiligingsradar om drones op te sporen. Als het systeem een drone ziet, kan het een gerichte radioverstoorderstraal uitsturen. Die straal is veel sterker dan het signaal dat de afstandsbediening van de drone uitzendt, waardoor het vliegtuigje tijdelijk onbestuurbaar wordt. Dit kan als waarschuwingssignaal dienen. Als de drone uitgeschakeld moet worden, kan het signaal lang op de drone gericht blijven, tot de batterij op is en de drone neerstort.

Naast het radiosignaal kan de installatie eventueel ook de camera van een drone verstoren. Zelfs als hij dan blijft rondvliegen, kan er niks worden opgenomen, waardoor eventuele geheime informatie verborgen blijft.

Het AUDS weegt 25 kg en is daardoor ook mobiel inzetbaar; dat scheelt in de kosten, omdat een 'antidrone-auto' dan rond een gebied kan rijden. De totale actieradius is zo'n 8 km.

Na een aantal tests in zowel de VS als Europa denken de drie Britse bedrijven (Blighter Surveillance Systems, Chess Dynamics, en Enterprise Control Systems) dat AUDS klaar is voor de markt. Voor 800.000 pond (bijna 1,1 miljoen euro) is het aan te schaffen. De beveiliging tegen drones kost dus aanzienlijk meer dan de vliegende speeltjes zelf, maar dan weet de koper volgens de makers wel zeker dat er geen vreemde ogen bij zijn of haar kerncentrale, ambtswoning of legerbasis komen.

Image credits: Blighter

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.