Kopstuk

Akkerbouwer wilde hij aanvankelijk worden, net als zijn vader. Maar die zei: ‘Ga eerst maar wat leren.’ Inmiddels is prof.dr. Ben Feringa hoogleraar Organische Chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen en verbouwt hij moleculen. De kroon op zijn werk kreeg hij vorige maand: de Nobelprijs voor de Scheikunde.

'Jij gaat de Nobelprijs winnen’, zei prof.dr.ir. Bert Weckhuysen, hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse aan de Universiteit Utrecht, een week voor de uitreiking van de prijs der prijzen tegen prof.dr. Ben Feringa. Dat deze voorspelling uitkwam, is dan ook geen enorme verrassing. ‘Het was niet een kwestie of, maar wanneer Ben de Nobelprijs voor de Scheikunde zou winnen. Hij haalde de afgelopen jaren de ene na de andere internationale prijs binnen. Dat betekent dat veel mensen al hebben ingezien dat hij knap werk deed en doet.’


Ingenieurswerk

Een van die mensen is prof.dr. Adriaan Minnaard, directeur van het Stratingh Instituut voor Chemie, waartoe ook de onderzoeksgroep van Feringa behoort. ‘Ben houdt zich bezig met zowel homogene katalyse als met nanowetenschap. Wat die gebieden bij elkaar houdt, is organische synthese: het maken van moleculen en verbindingen daartussen. Dat verschilt van wat veel biologen en fysici doen, want die bestuderen wat er al is. Hoewel Ben zich geen ingenieur mag noemen, doet hij eigenlijk wel ingenieurswerk. Hij ontwerpt en maakt dingen op het kleinst mogelijke niveau, dat van de moleculaire nanotechnologie.’

Wat maakt Feringa zo succesvol? ‘Hij is een fontein van ideeën’, zegt Minnaard. ‘Dat is een gave. Hij ziet snel kansen en combineert graag vakgebieden binnen de scheikunde met elkaar, zoals de principes van een levende cel die hij ziet terugkomen in de nanotechnologie.’ Weckhuysen vult aan: ‘Ben is ook een doorzetter, want hij heeft jarenlang aan het idee gebouwd om op moleculair niveau informatie op te slaan. Op een gegeven moment liet hij zo’n molecuul een slagje draaien onder invloed van licht. Daarna heeft hij een rotatie­motor ontwikkeld, waar hij in 1999 over publiceerde. Toen was het de vraag: hoe kun je dat perfectioneren en van iets ronddraaiends iets maken dat kan rijden? Zijn ­nano-autootje is daarvan de culminatie. Inmiddels kan dat autootje zelfs materiaal voortduwen. Dat is ontzettend knap.’


Sciencefiction

Wat kun je daar allemaal mee? Het is een vraag die Feringa vaak krijgt, omdat zijn onderzoek fundamenteel van aard is. In de speech die hij hield na het winnen van de Nobelprijs, beantwoordt hij die vraag: ‘Ik voel me vaak als de gebroeders Wright. Tegen hen werd gezegd: als God gewild had dat we konden vliegen, dan hadden we wel vleugels gekregen. Men kon in die tijd niet voorspellen dat we nu de hele wereld zouden rondvliegen. Zo kan ik ook niet voorspellen hoe de toekomst eruitziet; het is nog een ­beetje sciencefiction. Als je naar ons lichaam kijkt, dan zit dat vol motortjes en machines die ervoor zorgen dat we kunnen bewegen, ons ­kunnen aanpassen en kunnen reageren. Als we die functies in de toekomst kunnen controleren en gebruiken, dan biedt dat gigantische mogelijkheden voor allerlei toepassingen.’ De komende jaren wil Feringa uitdragen waarom fundamenteel onderzoek zo belangrijk is. ‘Als we daar niet aan blijven werken, dan zijn er straks geen technologische doorbraken.’

De Nobelprijswinnaar wilde als kleine jongen graag boer worden, zo blijkt uit een reportage die RTV Drenthe van hem maakte. Hij zegt daarin: ‘Ik werkte veel met mijn vader op het land, maar hij was nog te jong om te stoppen en we hadden een gezin met tien kinderen. ‘Ga jij eerst maar wat leren’, zei mijn vader tegen me.’ Een van zijn jongere zussen, Lies Feringa, herinnert zich dat haar broer gefascineerd was door de natuur, vooral hoe iets kleins als een graankorrel tot een grote korenhalm kon uitgroeien. ‘Hij zat veel op zolder, waar hij een klein laboratorium had gebouwd waar hij proefjes deed. Ook ging Ben zelf suikerbieten verbouwen in de moestuin, om ze nog groter te krijgen dan die van z’n eigen vader op de akker. En dat lukte hem ook nog.’


Voeten op de grond

Feringa ging Scheikunde studeren, omdat hij op de middelbare school in Emmen zo’n inspirerende scheikundeleraar had. ‘Ben heeft altijd gezegd hoe belangrijk het is dat je mensen om je heen hebt die je uitdagen, dat je gegrepen wordt door onderwerpen omdat anderen daar zo aan­stekelijk over kunnen vertellen. Ik denk dat hij dat meeneemt tijdens het lesgeven op de universiteit’, zegt zijn zus. Dat bevestigt Minnaard: ‘Ben heeft de gave om mensen te enthousiasmeren. Om die reden heb ik zestien jaar geleden ook bij hem gesolliciteerd. Inmiddels is hij 65 en er is nog geen slijtage te zien.’ Hoe hij dat doet? ‘Hij is een innemende persoonlijkheid.’ Weckhuysen vult aan: ‘Ben blijft ook met zijn twee voeten op de grond staan. Als hij ergens naartoe moet, dan zegt hij nooit van tevoren dat hij bijvoorbeeld ergens een prijs gaat ophalen. Dat siert hem.’

Wat Feringa ook siert, zijn de laatste momenten van de speech die hij hield op de dag dat hij de Nobelprijs won. ‘Dank voor deze overwel­digende belangstelling. Nu moet ik even stoppen, want ik raak erg geëmotioneerd’, zegt hij. Daarna legt de winnaar de microfoon neer, gaat naast zijn vrouw staan en kijkt naar beneden, terwijl iedereen in de zaal gaat staan en minuten lang applaudisseert.(Desiree Hoving)

Openingsbeeld door Marcel Groenen.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.