Autobouwer Renault stuurt jarenlang gebruikte lasrobots sinds kort naar een speciale fabriek, waar ze helemaal worden nagekeken en voorbereid op een nieuwe klus in een andere fabriek.

 

Dan heb je als lasrobot jarenlang carrosserieën van auto’s aan elkaar gelast, en denk je lekker met pensioen te kunnen. Hoho, dat gaat mooi niet door, zegt je eigenaar dan. ‘Je bent nog veel te fit. We geven je een opfrisbeurt en dan kun je aan een andere productielijn gewoon opnieuw beginnen.’

Dat is ongeveer wat autobouwer Renault met zijn las- en behandelingsrobots doet. Sinds kort richt een klein team zich op het opkalefateren van gebruikte robots uit productielijnen die worden opgeheven. Voorheen was elke autofabriek zelf verantwoordelijk voor het retrofitten van de eigen robots, maar Renault heeft deze activiteit nu gecentraliseerd op één plek, de Refactory.

Deze fabriek in Flins-sur-Seine, een stadje ten westen van Parijs, richt zich sinds eind 2020 helemaal op de circulaire economie. Hier werden al gebruikte auto’s weer als nieuw gemaakt (refurbished is de vakterm), en nu doen ze daar hetzelfde voor de eigen productierobots.
 

Verjongingskuur

Hoe dat in zijn werk gaat is te zien op de foto. Hier vindt een soort aderlating plaats bij een robot. Niet omdat hij ziek is, maar omdat hij zo’n grote beurt krijgt tussen twee grote klussen in. De technicus laat de olie uit de assen van de robot lopen, als onderdeel van een controle en verjongingskuur.
 

Werkloze robots

Dit klusje is maar een onderdeeltje van een groter reïntegratieproject voor robots. Toen de autobouwer vorig jaar stopte met de productie van de Kangoo, kwam een legertje werkloze las- en behandelingsrobots vanuit de stad Maubeuge naar de Refactory.

In plaats van te worden afgedankt worden ze daar door technici onder handen genomen. Ze laten de oude olie eruit lopen, maken onderdelen schoon en vervangen ze waar nodig. Vervolgens krijgen de robots nieuwe gereedschappen, updates van hun besturingssoftware en worden ze onderworpen aan precisie- en duurzaamheidstests. Daarna gaat elke robot stevig verpakt op weg naar zijn nieuwe werkplek. In plaats van Kangoos staat hij voortaan elektrische Renault Meganes te lassen, te verven of te verlijmen.
 



Duurzamer en besparend

Met het verlengen van de levensduur van industriële robots wil Renault bijdragen aan een meer duurzame productie. Het oppimpen van oude machines levert trouwens ook gewoon een besparing op voor Renault. Vanaf volgend jaar wil de Refactory 170 robots per jaar retrofitten om de overstap te maken van een productielijn voor fossiele auto’s naar elektrisch aangedreven Renaults. Dat bespaart per jaar zo’n drie miljoen euro.

Ten slotte zorgt het opknappen van de robots ervoor dat Renault minder vaak nieuwe hoeft te bestellen. ‘We hebben onze toeleveringsketens verkort. De levertijden voor nieuwe robots worden steeds langer, van twintig weken voorheen naar veertig weken nu’, zegt de afdelingsmanager van de Refactory in een persbericht.
 

Niet achter de geraniums

Zo doet Renault veel langer met zijn peperdure productierobots. ‘Dit beantwoordt aan de uitdagingen van de ecologische transitie en van een duurzamere consumptie’, schrijft Renault in het persbericht. ‘Minder kopen, bestaande producten opwaarderen en een nieuw industriemodel creëren dat gericht is op de circulaire economie.’ En een robot op leeftijd hoeft dus niet achter de geraniums, maar kan zich nog een paar jaar nuttig maken voor zijn baas.

 

Foto’s Renault

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.