De cryptomunt bitcoin verbruikt ruim 200 kWh per transactie. Dat is genoeg om ruim 20 huishoudens een dag van stroom te voorzien. Per dag worden er zo'n 300.000 transacties uitgevoerd. Dat blijkt uit cijfers van Digiconomist, dat probeert het verbruik van de cryptomunt inzichtelijk te maken.

De cijfers van Digiconomist liegen er niet om. 200 kWh per bitcointransactie komt overeen met ruim 200 keer een was draaien, een Tesla Model S kan er zo'n 1000 km mee rijden. Het totale computernetwerk dat zich met bitcoins bezighoudt verbruikt bijna evenveel energie als Ecuador en meer dan IJsland. Een duizendste van het wereldwijde elektriciteitsverbruik ter wereld gaat op aan bitcoins. Het zijn duizelingwekkende hoeveelheden energie. Ter vergelijking: een zoekopdracht op Google kost 0,0004 kWh. En volgens een blog van ING-econoom Teunis Brosens kost een betaling met Visa 0,01 kWh.

 

Ingebakken inefficiënt

De bitcoin kost zoveel energie vanwege het algoritme dat moet draaien om aan een munt te komen. 'Dat is heel inefficiënt. Het algoritme zorgt ervoor dat bitcoin betrouwbaar is, daarom moet het heel robuust zijn. Dat vereist dat heel veel mensen allemaal het algoritme uitvoeren, en dus energie verbruiken', licht Alex De Vries, oprichter van Digiconomist en consultant, toe. 'Het energieverbruik zit in zo'n 'proof-of-work-algoritme' ingebakken. Daarnaast speelt de harde koersstijging van bitcoin een rol.'

 


De energiebehoefte van bitcoin groeit de afgelopen tijd namelijk gestaag, mede doordat de munt bezig is met een explosieve groei. In maart was een bitcoin nog minder dan duizend dollar waard, inmiddels tikt hij bijna de zesduizend aan. Dat zorgt ervoor dat steeds meer mensen zo'n bitcoin willen bemachtigen, en dat kost dus bakken energie. Zoals Brosens van ING het zegt: 'Het is heel interessant, zo'n munt zonder dat je met banken of overheden te maken hebt. Maar dat systeem heeft een prijs, en die blijkt aanzienlijk.'

Hoewel de energiekosten per transactie worden gegeven, is dat eigenlijk een omrekening. Verreweg het grootste deel van de energie zit het in het mining-proces. Daarbij proberen netwerken van computers allemaal het voorrecht te verkrijgen om een pakketje blockchain-transacties te verwerken. In ruil voor het verwerken krijgt de miner tegenwoordig 12,5 bitcoins en een kleine transactievergoeding.

 

Schatting

De cijfers van Digiconomist zijn een schatting. Het is onmogelijk te zeggen hoeveel stroom het netwerk precies verbruikt, omdat het gaat om duizenden computers en datacenters. Alex de Vries, oprichter van Digiconomist, maakt zijn schatting aan de hand van de omzet van de miners en de vermoedelijke prijs van energie. 'We weten dat naar schatting zestig procent van de omzet van miners verdwijnt door energiekosten. Andere uitgaven, zoals personeel of apparatuur, vallen daarbij in het niet, dus je kunt ervan uit gaan dat het vooral energie is. We zijn vervolgens uitgegaan van een conservatieve schatting van de elektriciteitsprijs van rond de vijf cent per kilowattuur . Door vervolgens zestig procent van de omzet van alle miners te delen door de kWh-prijs, kom je op het verbruik uit.'

 

 

Kan het anders?

De Vries ziet de energievraag van Bitcoin voorlopig niet dalen. 'Zelfs maatregelen die zijn ingebouwd in het systeem, zoals het periodiek halveren van de beloning voor minen, zijn niet effectief als de munt meer dan verdubbelt in waarde.' Een mogelijke oplossing is volgens de Vries: het aanpassen van het algoritme. 'Er is een nieuwe methode om de 'willekeurige trekking', die bepaalt wie transacties mag verwerken en bitcoins krijgt, uit te voeren. Niet via een energieslurpend algoritme, maar simpelweg een random keuze uit de computers in een netwerk. Zo'n 'proof-of-stake-algoritme' vereist alleen dat een computer aan staat, niet dat hij hard aan het werk is. Daardoor verbruikt het nog maar 0,01 % van de energie van het Bitcoin-algoritme.'

De op-een-na-populairste cryptomunt, Ethereum, stapt volgens De Vries binnenkort over op zo'n systeem. 'Ze moeten alleen absoluut zeker weten dat het goed genoeg werkt en veilig genoeg is, om bruikbaar te zijn.' Ook benadrukt De Vries dat er een heftige discussie is of proof-of-stake wel net zo goed kan werken als de methode die Bitcoin nu toepast. Brosens ziet ook een fundamenteler bezwaar: 'Proof-of-stake vereist een soort onderpand. Dat zorgt ervoor dat alleen mensen met geld of middelen mee kunnen doen in het minen. Volgens mij gaat dat in tegen het egalitaire beginsel waar Bitcoin op begon. Aan de andere kant: ook nu is het minen al een spel waar vooral de rijke mensen die datacenters af kunnen huren zich in mengen.' Of de bitcoin-fanaten een overstap naar een dergelijke systeem leuk vinden, valt dus te bezien. Maar voor het milieu zou een overstap in ieder geval een zegen zijn.

Beeld: MichaelWuench

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.