Eureka

Een door de TU Eindhoven ontwikkelde operatierobot verkleint de bewegingen van een chirurg, zodat die veel fijnere handelingen kan verrichten. Zo zijn twee bloedvaten met een doorsnee van 1 mm gemakkelijker aan elkaar te hechten.

Sinds vijftien jaar gebruiken chirurgen in westerse landen bij bepaalde operaties een robot. Die vertaalt de bewegingen van de chirurg (master) naar de robot (slave). Het apparaat is prijzig, maar voordelen zijn er te over: de robot compenseert eventuele trillingen van de chirurg, kan middenin een moeilijke handeling pauzeren, en legt moeiteloos de meest complexe knopen in het hechtgaren, die voor een chirurg fysiek onmogelijk zijn.


Ultrafijn

Bestaande operatierobots voldoen voor het grovere werk, maar zijn niet nauwkeurig genoeg voor het aan elkaar hechten van kwetsbare structuren, zoals smalle bloedvaatjes of zenuwen. Dat moet gebeuren bij hersteloperaties na een ernstig ongeluk of na verwijdering van een tumor. Dit ultrafijne werk – twee bloedvaten met een doorsnede van 1 mm met acht minieme hechtinkjes lekvrij aan elkaar vastmaken – kunnen lang niet alle chirurgen, waardoor er wachtlijsten zijn voor deze complexe operaties.

Daarom ontwikkelden werktuigbouwkundigen van de TU Eindhoven hun eigen operatierobot, met een precisie van 50 μm. De chirurg neemt plaats achter twee joysticks, waarmee hij op afstand de robotarmen bedient die instrumenten vasthouden. Het apparaat verkleint de bewegingen van de chirurg, zodat die veel fijnere handelingen kan verrichten dan wanneer hij ze handmatig zou doen. Ook geeft de robot force feedback als de instrumenten iets aanraken.


Testoperaties

Chirurgen van het Maastricht UMC+, partner in het project, hebben met dit werkende prototype al honderden testoperaties uitgevoerd, eerst op nepbloedvaatjes van siliconenrubber, later op aderen uit slachtafval en diermodellen. Chirurgen uit de hele wereld komen naar het Eindhovense apparaat kijken.

‘We staan in de startblokken om de eerste tests met patiënten te doen’, zegt dr.ir. Raimondo Cau, die in Eindhoven promoveerde op het ontwerp van de robot en nu werkt voor het inmiddels gestarte bedrijf MicroSure. Voordat een nieuw medisch apparaat in ziekenhuizen mag worden gebruikt, moeten klinische tests eerst aantonen dat het veilig en effectief is.

Het wachten is op goedkeuring van instanties als de medisch ethische commissie van het ziekenhuis en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Naar verwachting mogen chirurgen in 2016 de eerste patiënten met het apparaat gaan opereren in het kader van onderzoek. Begin 2018 zou de robot in Europa op de markt kunnen komen.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.