Na ruim vier jaar bouwen is het nieuwe station in Breda klaar. Vandaag is de officiële opening van het multifunctionele gebouw, dat na Rotterdam Centraal, Arnhem Centraal en Den Haag Centraal het vierde station is dat geschikt is gemaakt voor de hogesnelheidstrein.

‘Het station is meer dan een station geworden. Het is een stadsdeel geworden’, stelt architect Koen van Velsen in een filmpje op de site van ProRail. In het nieuwe station Breda heeft hij infrastructuur, woningen, kantoren en voorzieningen letterlijk onder één groot dak gebracht.

Het gebouw bestaat uit een ov-terminal met zes treinsporen en een busstation, 22 000 m² kantoorruimte, 9000 m² voor detailhandel, 150 woningen en in totaal vier fietsenstallingen met ruimte voor ongeveer zesduizend fietsen. Bovenop het dak is parkeergelegenheid voor 720 auto’s. De hellingbanen die toegang geven tot het parkeerdek, lopen zichtbaar tussen de trein- en busperrons omhoog.

 

 

Zowel aan de centrumzijde als aan de kant van de wijk Belcrum ligt een groot plein, dat ook deel uitmaakt van het complex. Een ondergrondse voetgangerspassage van 36 m breed met daarin een apart fietspad verbindt beide delen van de stad met elkaar.

Belangrijkste aanleiding voor de totale vernieuwing van het station was de komst van de hogesnelheidstrein, waarvoor Breda nu ook een halte vormt. Het complex, dat het oude station in alle afmetingen ruimschoots overtreft, moet een groei mogelijk maken van 27 000 reizigers per dag nu naar 57 000 in 2020.

 

Baksteen

Opvallend is dat het grote gebouw is opgetrokken uit baksteen. Maar liefst 2,2 miljoen bakstenen waren ervoor nodig.

De stenen passen bij de omgeving, aldus de architect. Ook vertellen ze de geschiedenis van het ontwerp: daar waar Van Velsen het ontwerp ooit heeft aangepast, zijn afwijkende kleuren gebruikt. Hij koos ook voor baksteen, omdat het een warm materiaal is. ‘Daardoor wordt het station als prettig ervaren’, stelt hij.

 

 

Maar daarover verschillen de meningen. Bij de openingen van station Rotterdam Centraal in 2014 en Arnhem Centraal in 2015 schoten superlatieven voor de architectuur tekort. En wie begin 2016 bij de opening van Den Haag Centraal naar het oogverblindende dak keek, was de kritiek op het vernieuwde station die er was, weer snel vergeten. Hoe anders zijn de reacties op het nieuwe station Breda.

 

Betonnen bak

Breda voerde bijvoorbeeld in mei al een lijstje van laagst gewaardeerde stations aan. Reizigersvereniging Rover stelde het lijstje op na een enquête onder haar leden.

Reizigers spraken, zo was te lezen in het regionale dagblad BN DeStem, over een ‘betonnen bak die veel te groot en onoverzichtelijk’ is. Het ‘licht is vervelend, geen zonlicht’. Het station voelt ‘verlaten, afgelegen en onveilig aan’.

‘Deze stijl spreekt reizigers blijkbaar niet aan’, concludeerde Rover in het rapport.

De stijl spreekt reizigers blijkbaar niet aan

Architect Van Velsen reageerde verbolgen op de kritiek. In BN DeStem liet hij weten de enquête ‘dom’ te vinden. ‘Dom omdat Breda is meegenomen in die enquête. Terwijl iedereen weet dat de bouw van het station nog niet af is. En dan laat je reizigers een gebouw waar nog aan gewerkt wordt, vergelijken met iets wat al wel klaar is? Vergelijk het met iemand die je een jas laat passen waar nog mouwen in gezet moeten worden en je die persoon hoort klagen over koude armen.’

 

Grijs marmer

Inmiddels is het station wel klaar, maar dezelfde kritiek is nog steeds te horen.

Vanaf buitenaf kun je de treinen en de bussen weliswaar zien rijden, maar in de voetgangerspassage zijn zelfs geen trappen naar de bovengelegen perrons te zien en naar de bewegwijzeringsborden moet je soms goed zoeken.

Het warme materiaal van de buitenkant heeft binnen plaatsgemaakt voor kil grijs marmer, en met name de ingang aan de centrumkant is met donkergrijze muren, plafonds en kolommen erg donker.

 

 

De prominente rol die de auto in het station lijkt te hebben, valt in de praktijk tegen: het parkeerdek geeft niet eens direct toegang tot het station, maar alleen tot een van de pleinen.

 

 

Playmobil

Daar staat tegenover dat het multifunctionele karakter van het complex wel degelijk geslaagd is te noemen. ‘Bijna alle kantoorruimtes en 70 % van de winkelruimtes zijn verhuurd’, laat woordvoerder René Vegter van ProRail weten. ‘De woningen gaan via verschillende partijen, dus ik heb geen volledig overzicht. Maar het woonblok van NS aan de Belcrum-zijde is bijvoorbeeld volledig verhuurd en verkocht.’

 

 

Op een gewone dinsdagmiddag is het ook behoorlijk druk op het station, en niet alleen met reizigers die op trein of bus wachten. Op beide pleinen zitten op verschillende plekken mensen in de zon. De grote picknicktafels die in de hal bij de winkels en restaurants staan, zijn voor het grootste deel bezet. En een Playmobil-tentoonstelling in een nog leegstaand winkelpand trekt een eigen publiek. In de ondergrondse passage komen geregeld fietsers voorbij, waarmee het station inderdaad een verbinding tussen beide stadsdelen tot stand brengt.

Breda is dus misschien niet het mooiste van de onlangs verbouwde stations, maar lijkt wel te doen waarvoor het is neergezet.

 

foto's Rob van Esch/ProRail

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.