Zo'n half miljoen thuiswerkers worden met software gemonitord door de baas. Een slechte zaak; werkgevers kunnen beter een effectief thuiswerkbeleid ontwikkelen, waarin gezondheid en vertrouwen voorop staan, betoogt Piet Fortuin van vakbond CNV.
Naar schatting een half miljoen thuiswerkers worden met software gemonitord door de baas. Dat blijkt uit onderzoek van de vakbond CNV onder twaalfhonderd leden (pdf-bestand).
Dat is een slechte zaak. Juridisch gezien mag dit alleen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als er een ernstig vermoeden van misbruik is. Werkgevers kunnen beter een effectief thuiswerkbeleid ontwikkelen, waarin gezondheid en vertrouwen voorop staan.
Vraag naar monitoringssoftware stijgt explosief
Bij 13 procent van de thuiswerkers houdt de werkgever met software in de gaten of ze wel aan het werk zijn. Fabrikanten van monitoringssoftware zien de vraag sinds de coronacrisis dan ook explosief stijgen.
Nu deze crisis al meer dan een jaar voortduurt, ontstaan er nieuwe werkverhoudingen. Met name in de sectoren waar men voorheen al weinig thuiswerkte of in sectoren waar de monitoring al streng was, houdt de baas ook thuis strikt een oogje in het zeil.
Stemgeluid wordt opgenomen
Soms gebeurt dat met simpele middelen: een check of iemand wel online aanwezig is, of de laptop wel genoeg wordt aangeraakt. Maar het kan ook verder gaan: het stemgeluid van medewerkers kan worden opgenomen om te horen of zij wel enthousiast genoeg klinken aan de telefoon.
Of de software checkt per minuut wat iemand doet. Met name in de callcenterbranche is de monitoring zeer sterk aanwezig. Dit was vóór de coronacrisis al het geval, maar dit is tijdens de crisis nog verder versterkt.
Stressvolle situatie
Voor veel werkenden is dit een stressvolle situatie, zeker in een tijd waarin veel mensen al vrezen voor hun baan.
Werkgevers zouden er beter aan doen om een goed thuiswerkbeleid te ontwikkelen, waarin ze vooral sturen op vertrouwen, een gezonde werkomgeving en op output. Van de werkenden geeft 28 procent momenteel aan last te hebben van een verslechterde motivatie en creativiteit.
Het kan de productiviteit en het werkplezier ten goede komen als dit probleem wordt aangepakt.
Strikte monitoring hoort er niet bij, wel sturen op output en het creëren van een gezonde werkomgeving.
Daarnaast zou het voor werkgevers meer lonen om te investeren in het welbevinden van hun medewerkers. Maar liefst 60 procent van de thuiswerkers voelt zich eenzamer dan in 2020. Het sluiten van de horeca, winkels en een avondklok dragen daaraan bij. 30 procent van de mensen geeft bovendien aan dat de sfeer op de werkvloer is verslechterd.
En dat terwijl de eindstreep nog lang niet in zicht is: het vaccineren verloopt traag en de besmettingen lopen steeds weer op. Het gevolg is dat veel thuiswerkers verpieteren in een situatie die uitzichtloos lijkt. Als we niet opletten stevenen we af op uitval, mogelijk langdurig.
Fysieke klachten
Fysiek zijn er ook veel klachten bij thuiswerkers. 40 procent heeft sinds de coronacrisis last van de schouder, arm of nek. Eenzelfde percentage heeft oogklachten, een logisch gevolg van het vele beeldschermwerken. Juist in deze situatie is het belangrijk dat werkenden af en toe achter hun bureau vandaan komen. Even bewegen. Even naar buiten.
Het zou mooi zijn als werkgevers zich aanpassen aan deze nieuwe werkelijkheid en een toekomstgericht thuiswerkbeleid ontwikkelen. Zeker nu blijkt dat 70 procent van de thuiswerkers ook na de coronacrisis – deels – wil blijven thuiswerken. Strikte monitoring hoort daar niet bij, wel sturen op output en het creëren van een gezonde werkomgeving.
Piet Fortuin is voorzitter van vakbond CNV.
Foto Shutterstock
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.