Wat betekent de zelfrijdende auto voor de stad? Slibt die straks dicht? Krijgt het OV er een extra concurrent bij? En waarom zouden mensen een zelfrijdende deelauto gaan gebruiken? Arcadis deed een verkennende studie, waarover De Ingenieur mobiliteitsdeskundigen Arnoud Neidig en Erik Verschoor aan de tand voelde.

Het is voorlopig nog een gedachtenexperiment: stel dat alle auto’s volledig autonoom rijden. Wat gaat dat dan betekenen voor de manier waarop we ze gebruiken? Hoe gaat ons ­mobiliteitssysteem er uit zien? Een eerste antwoord op die vragen werd onlangs in de Verenigde Staten gegeven door een groep experts, waaronder die van de Amerikaanse vestiging van advies- en ingenieursbureau Arcadis (lees: 'Zelfrijdende auto verandert de stad'). Aanleiding om eens met hun Nederlandse collega’s om de tafel te zitten: mobiliteitsdeskundigen drs.ing. Arnoud Neidig en ing. Erik Verschoor.
 

De mobiliteitsdeskundigen Arnoud Neidig (links) en Erik Verschoor van Arcadis. Foto Jordi Huisman.

Het Amerikaanse rapport meldt dat 40 % van de mensen zijn eigen auto aan de kant zet en gebruik gaat maken van een zelfrijdende deelauto. Waarom doen mensen dat?

Verschoor: ‘Het is voor gebruikers een kwestie van comfort en gemak. Je kunt je reistijd effectiever gebruiken als je wordt gereden. Zo zie je in New York nu al een enorme toename van het gebruik van de Uber-taxi’s, terwijl het gewone taxigebruik nauwelijks daalt. Mensen laten zich kennelijk graag rijden. Daarnaast zullen de overheid en verzekeraars het gebruik ervan aanjagen vanwege de veiligheid.’

Neidig: ‘Straks krijg je deelauto’s met uitstraling, dus heel anders dan de Car2Go die je nu kunt gebruiken. Er zal veel beter worden ingespeeld op het comfort en het gewenste imago.’

Verschoor: ‘Er is nu een harde scheiding tussen óf ­alleen in je eigen auto, óf met zijn allen in het openbaar vervoer. Je krijgt veel meer tussenvarianten. Denk daarbij aan een privécapsule die alleen rijdt of in een treintje wordt geritst. Maar er is ook het mobiliteitsbeleid van bedrijven, dat erop is gericht om effi­ciënt met je reis om te gaan en gebruik te maken van een combinatie van openbaar vervoer en deelauto.’

Neidig: ‘Moet je met vier collega’s ergens heen, dan gebruik je een deelauto, zodat je ook onderweg een uur kunt vergaderen.’

Verschoor: ‘Je ziet dat de grote automerken steeds meer koersen op het aanbieden van mobiliteits­diensten. Doordeweeks met de deelauto voor het woon-werkverkeer en in het weekend een auto voor het gezin.’

Er zijn prognoses die zeggen: als iedereen privé een zelfrijdende auto neemt, lopen de steden compleet vast.

Neidig: ‘Steden zullen dus moeten nadenken hoe ze dat gaan reguleren. Welke mechanismen kiezen ze om dat te voorkomen? Via verboden, stimulering, fiscale maatregelen, parkeeraanbod? Daar hoort de vraag bij: kiezen mensen die nu met het openbaar vervoer gaan straks voor de deelauto? Dat is immers ook een vorm van publiek vervoer. En waar ga ik straks tram- en busbanen voor gebruiken?’

Verschoor: ‘Je ziet de term hubs steeds vaker opkomen in combinatie met zelfrijdend vervoer: aan de randen van de stad verzamelen zich de zelf­rijdende auto’s en de mensen stappen daar over op een andere vorm van vervoer. Dat kan dan een e-bike, een minibus, een zelfrijdende deelauto, een bus of een tram zijn. Op die manier voorkom je dat ieder individu ­zelfrijdend de stad binnen gaat.’

Lees het complete interview in het meinummer van De Ingenieur.
 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.