CARLO VAN DE WEIJER

Onlangs had ik een interessant gesprek met een Nederlandse ingenieur die al jaren bij een grote Duitse autofabrikant werkt. Daar houdt hij zich al tijden bezig met de ontwikkeling van voertuigassistentiesystemen, zoals Automatic Emergency Braking en Lane Guidance. Mits goed geïmplementeerd, en dat is steeds vaker het geval, verminderen deze technologieën de kans op een ongeval met tientallen procenten.

Hij was geïnterviewd op een beurs en vertelde trots over de indrukwekkende  veiligheidspotentie van auto’s die zijn uitgevoerd met dit systeem.

Vorig jaar, drie jaar na de opname van zijn interview, ontving hij bericht uit Amerika. Hij werd opgeroepen om te komen getuigen in een proces over een man die was omgekomen in een auto van het betreffende merk. De advocaat die de familie bijstond, had zijn interview op YouTube gezien. De auto waarin het ongeval was gebeurd, was niet uitgevoerd met de genoemde veiligheidsopties. Gebaseerd op de opmerkingen van de Nederlandse ingenieur was de conclusie van de advocaat dat diens werkgever bewust een onveilige auto had verkocht. De techniek die het ongeval had kunnen voorkomen, lag immers op de plank. Dood door schuld. De arme ingenieur mocht zich melden in de Verenigde Staten.

De arme ingenieur mocht zich melden in de Verenigde Staten

Sindsdien denk ik vaak aan dat voorval als ik lees over een ongeval in de krant. Die ongevallen komen steeds vaker door afleiding, vooral door onze smartphone. Volgens onderzoekers zijn alle mensen samen gemiddeld rond de 5 % van de tijd achter het stuur aan het smartphonen. Daarbij is de kans op een ongeval 24 keer hoger, waardoor de schatting is dat  maar liefst 60 % van de ongevallen tegenwoordig aan de smartphone is te wijten. En je leest het ook vaak: ‘door onverklaarbare reden op verkeerde weghelft’ en ‘in berm gereden om onverklaarbare reden’.

Strenger optreden biedt weinig soelaas. Dat mondt uit in stoerpraterij, want het is haast niet te handhaven. Mijn persoonlijke frustratie is dat dit soort ongevallen voor een groot deel zijn te voorkomen door de boven beschreven techniek, samengevat advanced driver assistance systems genoemd. If you can’t beat them, prevent them.

Strenger optreden mondt uit in stoerpraterij, want het is haast niet te handhaven

En precies met die technieken lopen wij in Nederland achter, zo werd vorig jaar bekend door een gezamenlijke studie van de TU Delft en de TU Eindhoven. Slechts zo’n 5 % procent van de nieuwe auto’s wordt in Nederland uitgevoerd met deze beschikbare technieken, veel minder dan het Europese gemiddelde. Dit is overigens voor een groot deel een onbedoeld en ongewenst bijeffect van onze stimulering van kleine en zuinige auto’s, maar dat terzijde.

Als onderdeel van onze ambitie om in Nederland voor te lopen met autonome auto’s moeten we hard aan de slag om de implementatiegraad van assistentiesystemen te vergroten, door stimulatie of zelfs verplichting. Alleen al de financiële schade van alle te voorkomen ongevallen zou het al snel financieel sluitend maken, nog los van alle emotionele schade die is te voorkomen. Misschien helpt het om het nalaten van dergelijke stimulans of verplichting te gaan kwalificeren als ‘dood door schuld’.

Carlo van de Weijer is directeur van het strategisch onderzoeksgebied Smart Mobility aan de TU Eindhoven en tevens werkzaam bij TomTom.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.