In het buitenland zijn de problemen vaak groter, maar is er ook meer ruimte voor innovatieve oplossingen, stelt ir. Néné Barry. ‘In Nederland gaan veel dingen zoals ze gaan, omdat veel infrastructuur al aanwezig is.’

Mali, Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Bangladesh. En Nederland, Assen en Deventer om precies te zijn. Dat zijn de werkplekken van ir. Néné Barry, die zich veel bezighoudt met drinkwatermanagement, maar ook met afvalwater, havenontwikkeling en stedelijke en rurale ontwikkelingsprojecten.

Barry werkte zich op vanaf het mbo tot de TU Eindhoven, aanvankelijk met de droom om architect te worden.

‘Maar in dat vak moet je jarenlang aan het werk zijn voordat je je eigen dingen mag ontwerpen of maken. Daar ben ik te ongeduldig voor’, vertelt Barry. ‘Daarom stapte ik over naar Construction Management and Engineering. Daar mag je meteen je eigen dingen doen.’

 

Vergadering

Na haar studie ging ze aan de slag bij International Project Management van ingenieursbureau Witteveen+Bos, een bedrijf dat zijn nieuwelingen behoorlijk vrij laat.

‘Na een maand moest ik een vergadering over het deltaproject in Bangladesh in m’n eentje bijwonen, omdat mijn leidinggevende op vakantie was. Toen heb ik zelf moeten bedenken of het handig was om iemand mee te nemen om samen alles in goede banen te leiden.’

Dat klinkt spannend, maar Barry staat haar mannetje. ‘Je zit daar niet alleen om te luisteren; mensen willen horen wat je te zeggen hebt, en je moet vragen stellen om dingen te leren. Dus dat doe ik.’

Die houding zorgt ervoor dat Barry na drie jaar al aan een groot aantal buitenlandse projecten heeft gewerkt.

‘Het oplossen van problemen, dat is het leukst. En in het buitenland zijn de problemen vaak groter, en de oplossingen gevarieerder en innovatiever. In Nederland gaan veel dingen zoals ze gaan, omdat veel infrastructuur al aanwezig is. Neem de watervoorziening. Die is prima geregeld, maar is het optimaal? Ik denk van niet. En in een land als Bangladesh, waar nog vrijwel niets aanwezig is, kun je een veel efficiënter systeem vanaf de grond opbouwen. Dat vind ik leuk.’

 

Clichés

Daarnaast vindt Barry de samenwerking met mensen uit andere culturen fascinerend. ‘De clichés die je vanuit het Westen hoort over Afrika, blijken totaal niet waar te zijn. Afrikaanse ingenieurs weten net zo veel als westerse en kennen daarnaast de omgeving beter. Dat zorgt voor levendige discussies als ik daar ben.’

Barry, die oorspronkelijk uit Guinee komt, merkt vaak dat locals denken dat zij één van hen is. ‘Dan krijg ik wel eens rare blikken als reactie op mijn Hollandse ‘botheid’. En dan ben ik ook nog jong en vrouw, wat nog steeds bijzonder is in de ingenieurswereld.’

Afrikaanse ingenieurs weten net zoveel als westerse

Aanvankelijk was Barry helemaal niet van plan in Afrika terechtte komen. ‘Ik wilde naar Zuidoost-Azië, Singapore en zo. Maar dit kwam voorbij. Ik wilde graag in het buitenland werken, en zo ging de bal rollen.’

Ze heeft naar eigen zeggen veel vrijheid om projecten uit te kiezen. Het helpt dat ze zelfstandig is, veel dingen zelf bedenkt, en toch goed samenwerkt. In de toekomst hoopt ze langere tijd op één plek te zitten, om grote projecten zelfstandig te begeleiden en er van begin tot eind bij te zijn.

Hoe ze zo snel zo ver gekomen is? ‘Je moet je niet laten tegenhouden door twijfels, of door mensen die denken dat je het niet kan. Laat zien dat je weet waar je over praat en heb het zelf­vertrouwen om je kennis te tonen. Ik voel me altijd anders in deze wereld, maar dat helpt juist om je los te wrikken van vooroordelen.’

 

Naam Néné Barry | Leeftijd 31 | Titel ir. | Opleiding Construction Management and Engineering, TU Eindhoven | Functie Project ­Management Drinking Water, ­Witteveen+Bos

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.