De traditionele manier van drukken is toe aan een digitale upgrade, vindt Océ. Maar die overgang vraagt wel om druppeltjes van een paar miljardste milliliter en allerlei technologische kunststukjes. De Ingenieur bezocht het Venlose lab van het printbedrijf.

Stel je eens voor dat het voetbalblad VI in Amsterdam in de kiosken ligt met een speler van Ajax op de cover. In Eindhoven is dat een PSV’er en in Rotterdam een Feyenoorder. Een droom van bladenmakers en uitgevers, die digitale printtechnologiebinnenkort waar moet maken.

Een snelle en betaalbare techniek die daarvoor kan zorgen, is inkjetprinten. Dat proces geeft een drukker meer flexibiliteit ten opzichte van de huidige druktechnieken, omdat hij dan geen dure offsetplaten meer hoeft te maken. De digitale beelden in de computer gaan simpelweg naar de printer, die met printkoppen vol watergedragen inkten de vellen papier beprint.
 

Inkjetprinten

Een van de bedrijven die vooroplopen in de wereld op het gebied van inkjetprinten, is Nederlands: Océ in Venlo (dochterbedrijf van het Japanse Canon). Hoog tijd dus om eens een kijkje te nemen in de onderzoekslabs van het bedrijf. Onder andere mochten we onder de motorkap kijken van een testvariant van de al op de markt verschenen VarioPrint i300.

Die is indrukwekkend groot: 9 bij 3 m. Na jaren van ontwikkelwerk is deze printer nu een goed geoliede machine, waar de losse vellen papier vloeiend doorheen schieten, onder de printkoppen door. De kleuren cyaan, magenta, geel en zwart komen uit afzonderlijke koppen met duizenden nozzles (spuitmondjes) die druppeltjes kunnen uitspuwen met een frequentie van 30 kHz en een druppelvolume van slechts 4 picoliter (10-12 l).
 

Druppeltjes op de gewenste plek

De vellen papier blijven netjes plat liggen dankzij duizenden gaatjes die een onderdruk creëren aan de onderkant van het papier. Dit is erg belangrijk omdat de afstand van de nozzle tot het papieroppervlak (tussen de 0,8 en 1,5 mm) bepaalt hoe precies een druppeltje op de gewenste plek terechtkomt. Voor alle zekerheid gaat elk maagdelijk vel papier onder een laserprofilometer door die de vlakheid meet. Is een vel niet vlak genoeg of heeft het een ezelsoor, dan verlaat het de machine via de zijuitgang.

Het complete verhaal ‘Drukken met druppeltjes’ is te lezen in het oktobernummer van De Ingenieur. Wilt u de papieren edities van De Ingenieur eens proberen? Neem dan een proefabonnement voor 25 euro. 


Openingsbeeld Canon

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.