Ondanks de lage olieprijs is in 2015 de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie wereldwijd flink gestegen. Opvallend is dat China, dat als ‘grote vervuiler’ bekend staat, een groot deel van deze stijging voor zijn rekening neemt. Europa blijft sterk achter in groene investeringen. Dit blijkt uit een recent rapport van het duurzame energienetwerk REN21.


REN21 (voluit het Renewable Energy Policy Network for the 21st Century) is een organisatie die allerlei spelers uit de energiewereld bij elkaar brengt op het thema duurzame energie. Elk jaar brengt deze club een rapport uit met cijfers over duurzame energie wereldwijd. In het rapport over 2015 staat een paar opvallende dingen.

Om te beginnen gaat het prima met zonne-energie. Mede dankzij de lage prijzen voor zonnepanelen groeit het geïnstalleerde vermogen steeds sneller. Veruit de grootste stijger in zonne-energie is China, dat ruim 15 GW aan nieuw vermogen installeerde; een indrukwekkende stijging van 50 %, waarmee het Duitsland van de zonnetroon stootte. Verder doen Japan (+11 GW) en de VS (+ 7,3 GW) het prima.

Ook met windenergie gaat het goed in de wereld, hoewel de stijging wat rustiger gaat. Toch versnelt ook hier de groei. Ook in de windenergie leidt China, en met een veel ruimere marge: nummer twee is de VS, maar dat heeft maar half zo veel windvermogen. Op drie staat Duitsland, dat gestaag groeide. China installeerde in 2015 bijna 31 GW aan windenergie. Nemen we voor de vuist weg een gemiddeld vermogen van een moderne windmolen van 5 MW, dan hebben we het hier al over een indrukwekkende 6200 windmolens.

Dan de investeringen in duurzame energieprojecten. Op verschillende continenten is de groei afgevlakt (Noord- en Zuid-Amerika, Azië). Europa moet in de spiegel kijken, want na een piek in 2011 zijn de groene investeringen daar zelfs bergafwaarts gegaan, tot het niveau van 2006. Wij kunnen een voorbeeld nemen aan — opnieuw — China, dat een stevige groei laat zien in de investeringen. Dat mag ook wel, natuurlijk. China is een grote energieslurper, alleen al door de schaal van het land. Die energiebehoefte werd tot nu toe voor het merendeel bevredigd met kolencentrales, een van de oorzaken van de vrijwel permanente smog die in Chinese steden als Peking en Shanghai heerst. De behoefte aan schone lucht is groot, en duurzame energiebronnen vervuilen de lucht niet, dus logisch dat China een groenere energivoorziening wil. En dan gaat het ineens snel, want het land heeft een planeconomie.


Het totaalplaatje voor de wereld geeft de duurzame burger weer enige moed. In totaal werd er in 2015 voor 286 miljard dollar (250 miljard euro) geïnvesteerd in duurzame energieprojecten. Dat is een record en daarmee is de wereld terug op de gestaag stijgende lijn die sinds 2005 was ingezet. Opvallend is dat voor het eerst de westerse landen minder in groen investeren dan ontwikkelingslanden, waaronder ook economisch groeiende landen als China en India vallen.

Openingsfoto: een windturbine in China. Bron: CC/Vmenkov 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.