De overgang naar duurzame energie en veel meer hergebruik van afvalstromen gaat leiden tot heel andere woonwijken. In Nederland lopen tal van initiatieven die laten zien hoe we over een jaar of tien wonen. Wandel alvast met ons mee door de wijk van de toekomst.

Tekst Jim Heirbaut
Illustratie Martijn Haans

Het eerste dat een bezoeker uit het jaar 2018 opvalt als hij de wijk van de toekomst binnenloopt, is hoeveel groen er is. Verder springt het gebrek aan auto’s in het oog. Hier en daar rijden elektrische bezorgbusjes, maar de lange rijen voor de huizen geparkeerde wagens zijn er niet meer. Ook hebben de woningen geen garages en opritten meer.

In plaats daarvan staan aan de rand van de wijk autonome deelauto’s hutjemutje geparkeerd. Dat kan doordat ze zelfsturend zijn en de deuren hier niet open hoeven om mensen te laten in- en uitstappen. Wie een auto nodig heeft, bestelt hem met zijn smartphone. Na een paar minuten komt die voorrijden bij een opstappunt waar de gebruiker inmiddels naar toe is gewandeld. Doordat auto’s niet meer bij alle huizen hoeven te komen, zijn er minder straten en is er meer ruimte voor fietsers en voetgangers, die zich tussen veel groen door bewegen.
 

Files zeldzaam

Op de snelweg zijn files een zeldzaamheid geworden, doordat veel mensen thuiswerken. Ze loggen in op hun werkcomputer en via een supersnelle beeldbelverbinding (Skype, FaceTime) kunnen ze overleggen met hun collega’s. Die technologie is inmiddels zo goed en laagdrempelig dat werknemers alleen nog maar af en toe naar hun werk hoeven voor afspraken waarbij persoonlijk contact onmisbaar is. Het was even wennen, maar het weghalen van veel fysieke werkplekken in kantoren én het schrappen van woon-werkverkeer van miljoenen Nederlanders heeft samen een enorme bijdrage geleverd aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.
 

Pakketjes droppen

Wie herinnert zich nog de tijd dat dieselbusjes van verschillende bezorgdiensten de woonwijk in kwamen scheuren om een enkel pakketje te bezorgen bij een huis waarvan de bewoner niet thuis bleek te zijn? En dat de hele dag door. De tijden zijn veranderd, want het is de bedrijven eindelijk gelukt om goed samen te werken. Grote vrachtwagens – autonoom en elektrisch – droppen hun pakketjes aan de rand van de wijk bij een klein distributiecentrum. Daar worden ze verdeeld over elektrische, autonome bestelbusjes die hun lading brengen naar een paar ophaalcentra in de wijk. Hier kunnen de bewoners te voet of per fiets hun bestelling komen ophalen. Voor buiten werktijden is er een muur met kluisjes, die ze met een unieke ID-chip kunnen openmaken. De écht grote pakketten, zoals een nieuw bed of bouwmaterialen, worden nog wel thuisbezorgd.


Klimaatbestendig

De wijk van de toekomst is niet alleen groen omdat dat zo fijn is om in te leven. Het groen maakt de wijk ook beter bestand tegen het veranderende klimaat, met vaker felle regen- en onweersbuien. Om het overvloedige hemelwater af te voeren, kun je grofweg twee dingen doen: de riolen wijder maken of zorgen dat de omgeving meer water kan absorberen. In een dichtbevolkte drukke stad ligt de nadruk op de eerste optie. Maar in de wijk van de toekomst is ruimte voor meer groen, doordat er minder auto’s rijden en dus minder parkeerplekken nodig zijn. Ook hebben sommige huizen groene daken met plantjes en mos, die een deel van het regenwater kunnen absorberen. Deze daken hebben als bijkomend voordeel dat ze het huis redelijk koel houden in de zomer.


Hagelstenen als tennisballen

Nu is regen één ding; tijdens sommige extreme onweersbuien komen zulke grote hagelstenen naar beneden dat ze dakpannen en zonnepanelen kapot kunnen maken. De wake-upcall kwam in 2016, toen uit een heftige onweerswolk boven Zuidoost-Brabant hagelstenen naar beneden vielen zo groot als tennisballen. De ruiten van veel kassen gingen aan diggelen en de totale schade voor bedrijven liep in de tientallen miljoenen. Daarom liggen op de huizen zogeheten ‘glas-op-glas’-panelen, waarbij de zonnecellen gesandwiched zitten tussen twee lagen glas, waardoor ze veel sterker zijn dan de ‘gewone’.

Een idee dat naar voren kwam bij het ontwerpen van de wijk Brainport Smart District in Helmond was dat van adaptive infrastructure, een soort kabelgoten in de grond. ‘Je weet vaak nog niet precies welke buizen en kabels je in de toekomst nodig gaat hebben, dus daar moet je flexibel voor ontwerpen’, zegt mede-initiatiefnemer Elphi Nelissen, tevens dekaan van de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven. Buizen en kabels lagen vroeger gewoon in de aarde. Moest er dan iets bijkomen, dan leidde dat tot een boel werk, waarbij de weg lange tijd moest worden afgezet. De ‘kabelgoten’ zijn een permanente structuur: bakken met deksels die eenvoudig en snel zijn open te maken op het moment dat er een kabeltje of buis bij moet komen. In diezelfde bak zit ook een goot die regenwater opvangt en naar een filterinstallatie op een centrale plek leidt. Daar stroomt het water door membranen heen, waarna het als drinkwater is te gebruiken.


HET VOLLEDIG VERHAAL OVER DE WIJK VAN DE TOEKOMST LEZEN?

Wil je het volledige verhaal over de wijk van de toekomst uit het juninummer van De Ingenieur lezen? Koop dan de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.