column

Laten we slim kiezen op welke hightech-vlakken we als Nederland willen uitblinken, zegt Arnaud de Jong, managing director High Tech Industry bij TNO in een column voor De Ingenieur.
 

De snelle ontwikkeling van technologieën als kunstmatige intelligentie, 'quantum' en fotonica, tezamen met de maatschappelijke opgaven op het gebied van duurzaamheid, gezondheid en veiligheid, creëren kansen voor onze hightechsector.

Om die te verzilveren en deze industrie in Nederland te behouden, is een heldere langetermijnstrategie nodig, met passende financieringsinstrumenten. Trekken bedrijven, overheden en kennispartijen zoals TNO daarin niet samen op, dan missen we de boot.

Als klein land kunnen we niet in alles wereld­kampioen zijn

Nederland is ijzersterk in het bouwen van complexe machines. Bekendste voorbeeld is ASML, dat de machines maakt die fijnzinnige patroontjes afbeelden op silicium, voor het maken van computerchips. We hebben meer sterke hightechbedrijven zoals Lely, dat grote machines maakt voor melkveehouders. Of Vanderlande, dat de bagagebanden maakt die je overal ter wereld op vliegvelden terugvindt. Of Canon (voorheen Océ), dat kamerbrede printers bouwt waarmee on-demand boeken zijn te printen.

Deze bedrijven bouwen apparaten die zo complex zijn dat ze soms wereldwijd de enige zijn die ze kunnen bouwen. Eromheen zijn waardeketens ontstaan met tal van toeleveranciers en afnemers. Onze Nederlandse hightechindustrie heeft een totale omzet van ruim tachtig miljard euro. 

Als klein land kunnen we niet in alles wereld­kampioen zijn. We moeten slim kiezen op welke technologieën we de komende jaren inzetten. ­

 

Arnaud de Jong. Foto TNO


Afgaande op het grensverleggende onderzoek van onze universiteiten en kennisinstellingen en op die terreinen waarin Nederlandse startups en hightech (mkb)-bedrijven uitblinken, zien we er verschillende opdoemen: quantumtechnologie, kunstmatige intelligentie, geïntegreerde fotonica, satelliet­communicatie en nanotechnologie.  

De vervolgvraag is misschien nog relevanter: waarop zetten we binnen die waardeketen in? Wat zijn de onmisbare schakels waarvan de hele wereld afhankelijk is en die wij in Nederland kunnen ontwikkelen? Control points in een waardeketen, noemen we die bij TNO. We verwachten dat in 2040 zo’n 50 procent van de omzet van de hightechsector uit nieuwe waardeketens komt. 

Op AI-vlak kunnen we het als Nederland niet winnen van de big tech-bedrijven in de Verenigde Staten

Wat die toekomstige pareltjes zijn, is de hamvraag. Huidige (mkb-)bedrijven zijn zich al aan het positioneren en langzaam zien we ook de eerste kansrijke startups ontstaan, bijvoorbeeld op het vlak van energie­opslag, fotonica of laser­satellietcommunicatie. 

Een voorbeeld van een kansrijke technologie zijn dunne film en coatings voor energieopslag in batterijen; voor de automotive-­industrie zeer relevant. Om allerlei redenen is het grootschalig batterijen produceren in Nederland niet handig. Slimmer is: onze kennis van dunnefilmelektronica inzetten om de machine te bouwen die de batterijen maakt. 

Op AI-vlak kunnen we het als Nederland niet winnen van de big tech-bedrijven in de Verenigde Staten. Maar we kunnen met fotonica wel het energieverbruik van datacenters fors omlaag helpen. 

We kunnen als klein land trots zijn op onze hightechsector. Tot 2030 investeert het ministerie bijvoorbeeld fors in deze sector, via vooral Groeifondsprogramma’s. Maar daarna dreigt er een gat te vallen. Zo wordt de European Chips Act de komende periode in Nederland geïmplementeerd, terwijl een duidelijke doorvertaling hiervan nog ontbreekt.

De vraag is nu: wat doen we als de gelden uit het Groeifonds over een paar jaar er niet meer zijn? Dat vraagt om een langetermijnvisie en daar moeten we samen op inzetten.


Tekst: Arnaud de Jong, managing director High Tech Industry bij TNO.
Foto: ASML Cleanroom EUV, Ben Winters/Renee d'Hooge/ASML

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.