De Waddenvereniging slaat alarm over het verdrinken van de Waddenzee. Een hogere zeespiegelstijging gecombineerd met bodemdaling door de winning van gas en zout zijn fataal want leiden tot het verdwijnen van de unieke wadplaten. Gaat het inderdaad mis?

De redenering die het gister verschenen rapport Een stijgende zeespiegel over een dalende bodem (pdf) volgt is dat de Waddenzee zichzelf in stand houdt door sedimenttransport, de aanvoer van klei en vooral zand. Stijgt de zeespiegel dan zou die sedimenttoevoer moeten zorgen dat de zandplaten van Waddenzee ‘mee omhoog gaan’. Het gaat daarbij om relatieve zeespiegelstijging, want naast de zeespiegelstijging daalt ook de bodem van de Waddenzee door geologische processen en door menselijk handelen: het winnen van gas en zout uit de diepe Waddenbodem.

Het meegroeien van de Waddenzee gaat alleen goed wanneer die sedimenttoevoer voldoende is om de snelheid van de zeespiegelstijging (en bodemdaling) bij te houden. Gaat die zeespiegelstijging sneller dan de sedimenttoevoer, of neemt de bodemdaling extra toe, dan gaat het mis en verdrinkt de Waddenzee: de zandplaten vallen niet meer droog, met grote gevolgen voor het ecosysteem.

Op basis van een uitvoerige verwijzingen naar wetenschappelijke literatuur concludeert de auteur van het rapport, wetenschapsjournalist Rolf Schüttenhelm:

  • de zeespiegelstijging gaat veel sneller dan tot nu toe gedacht
  • de sedimenttoevoer is heel beperkt
  • winning van zout en gas leidt tot extra bodemdaling en vergroot zo het verdrinkingsgevaar

De Waddenvereniging roept daarom op: stop activiteiten die leiden tot extra bodemdaling, dus geen zout- en gaswinning meer uit de bodem van de Waddenzee.


Hoe snel gaat de zeespiegelstijging?

De gemeten zeespiegelstijging van de Noordzee bedraagt gemiddeld 1,8 mm/jaar, aldus het meest recente Klimaatscenario van het KNMI versie 2015 (pdf). Maar de aarde warmt op en het landijs van Groenland en Antarctica smelt, waardoor een versnelling van de zeespiegelstijging is te verwachten. Modellen proberen dat zo goed mogelijk te voorspellen. Zo noemt het KNMI in het genoemde klimaatscenario 50 cm als de meest waarschijnlijke zeespiegelstijging van de Noordzee in 2100, met een bovenwaarde van 100 cm.

Op basis van nieuwe inzichten over het versneld smelten van de ijskap van Antarctica is het KNMI afgelopen maand met een publicatie (pdf) gekomen waarin is gekeken naar de meest extreme zeespiegelstijging, die veel hoger ligt dan de meest waarschijnlijke van 50 cm. In dit extreme scenario komen er waarden uit die variëren van 182 cm als meest waarschijnlijke extreem en een bovenwaarde van 292 cm in 2100.
 

Op Antarctica leiden onderwaartse golstromen tot versnelde ondermijning van het landijs. Bron Deconto and Pollard.


Het Waddenzeerapport heeft die extreme waarde van 20 tot 30 mm/jaar genomen om te na te gaan wat die gaat betekenen voor de Waddenzee.


Hoe zit het met het sedimenttransport?

Het Waddenzeerapport is hierover tegenstrijdig. Het is belangrijk om goed door te hebben hoe dit werkt, omdat die sedimentbalans een van de hoofdpijlers is waar de conclusies van het rapport op steunen.

De ene keer valt te lezen dat de Waddenzee een relatief gesloten systeem is, met vooral intern sedimenttransport, en dat de hoeveelheid beschikbaar sediment nu al te klein is om de zeespiegelstijging bij te houden. Dat laatste heeft onder meer te maken met menselijk ingrijpen: we leggen het land vast. Waar in vroeger tijden eilanden konden ‘wandelen’ en kusten afsloegen en zo bijdroegen aan sedimenttoevoer, is dat proces grotendeels stopgezet, behalve bij de niet bedijkte delen van de Waddeneilanden en de Fries-Groningse kust.

Elders valt in het rapport te lezen dat de Waddenzee geen gesloten systeem is: na de afsluiting van de Zuiderzee en Lauwersmeer is er sprake van een netto sedimentinstroom, onder andere via het Marsdiep, de waterpoort tussen Den Helder en Texel.

Ook over het netto zandtransport langs de Hollandse kust, die moet zorgen voor de voeding via het Marsdiep, is het rapport tegenstrijdig. De ene keer meldt het dat het zandtransport in de noordelijke richting afneemt, de andere keer dat er sprake is van structureel zandtransport.

In de samenvatting concludeert het rapport dat de kritische sedimentatiegrens ligt op 15 cm/eeuw, oftewel een sedimenttoevoer voor de Waddenzee van 1,5 mm/jaar.

Volgens hoogleraar Zheng Bing Wang van de TU Delft en Deltares, gerenommeerd deskundige op het gebied van kustdynamica, ligt die sedimentatiegrens veel te laag. ‘Volgens onze huidige inzichten ligt de maximale sedimentatiesnelheid rond 10 mm/jaar.’

Of er op dit ogenblik sprake is van een tekort aan sedimenttoevoer? Geen sprake van, volgens Wang: ‘Er is geen tekort. We beschikken over bodemhoogtegegevens sinds de afsluiting van de Zuiderzee. Die geven aan dat de bodem van de Waddenzee tussen 1925 en 2005 gemiddeld met 4,4 mm/jaar is gestegen.’
 

Verandering in bodemhoogte Waddenzee na de aanleg van de Afsluitdijk (Lauwerszee is hier nog open). Bron Elias.


Die zandhonger van de Waddenzee is vooral een gevolg van de afsluiting in de vorige eeuw van de Zuiderzee en de Lauwerszee. Wang: ‘Wat je daarvan kunt leren is dat als het Waddensysteem uit evenwicht wordt gebracht, het reageert met zandhonger. Zeespiegelstijging is weliswaar een heel ander verschijnsel, maar ook dat is een verstoring van het evenwicht. Je kunt dus verwachten dat de Waddenzee daarop hetzelfde reageert en opnieuw sediment zal aantrekken.’

Dat zand is onder meer afkomstig van de Hollandse kust, en met name die van Noord-Holland, waar regelmatig miljoenen kubieke meters zand moeten worden toegevoegd om de kustlijn te handhaven. ‘Een deel van het zand dat bij die kust verdwijnt komt terecht in de Waddenzee.’


Wat is het effect van de winning van zout en gas?

Dat het winnen van zout en gas uit de diepe bodem van de Waddenzee leidt tot bodemdaling lijdt geen twijfel, al is er wel discussie over de mate waarin.

In zijn vergunningaanvraag voor zoutwinning ter hoogte van de Ballastplaat uit 2010 verwacht het zoutwinbedrijf Frisia een bodemdaling van ruim 3 cm met een invloedsgebied van enkele tientallen km2. Sedimenttoevoer zal er volgens Frisia voor zorgen dat de bodemdaling wordt opgevuld.

Het Waddenrapport signaleert dat eerdere schattingen over het effect van zoutwinning op de Friese bodemdaling ook zo laag waren, maar in de praktijk veel hoger uitpakten, tot enige tientallen centimeters. Er mag dus worden verwacht dat de extra bodemdaling door zoutwinning ook fors groter zal zijn.

De zoutwinning in de Waddenzee die nu van start gaat zal verminderd of gestopt worden als er sprake blijkt van bodemdaling die niet door sediment wordt aangevuld. Er wordt een strak monitoringsprogramma gehanteerd om het effect van de zoutwinning op de wadplaten in de gaten te houden.
 

Gaswinlocaties op de Waddenzee. Bron TNO/NAM.


Voor de gaswinning die nu al plaatsvindt, geldt eenzelfde regime. Volgens de meest recente gegevens van de NAM is er bij de winput van Oost-Ameland sprake van een bodemdaling van 3,3 mm/jaar, en een opslibbing van 6,6 mm/jaar. Elke gaswinput heeft een effect op enkele vierkante kilometers Waddengebied.

Dat winning leidt tot bodemdaling en dus extra sedimentvraag is onomstreden. Maar wordt daarmee de Waddenzee bedreigd?

Volgens Wouter van Dieren, lid van de Club van Rome en indertijd een van de grondleggers van het akkoord over de gaswinning in de Waddenzee, is het ‘complete onzin’ om die winningsactiviteiten een rol toe te kennen bij het mogelijk verdrinken van de Waddenzee. ‘Op het totale oppervlak van de Waddenzee van 3000 km2 gaat het om nog geen procent van het areaal dat extra daalt. Het effect is heel lokaal en heeft geen uitstraling naar het grote geheel.’ Stopzetting van de winning is volgens hem dan ook geen remedie.


In de extreme scenario’s wordt de Waddenzee zeker bedreigd

Wat betekent dit alles voor de toekomst van de Waddenzee?

Het Waddenrapport voorziet dat de Waddenzee zal verdrinken, ook als de zeespiegelstijging beperkt blijft tot 50 cm die het KNMI nu het meest waarschijnlijk noemt. Het rapport hanteert namelijk als maximum een sedimenttoevoer van 1,5 mm per jaar. Bij een waarde van 10 mm/jaar die Wang noemt, kan de Waddenzee die zeespiegelstijging wel aan.

Stopzetting van de winning van zout en gas is voor het tegengaan van het verdrinken van de Waddenzee een schijnoplossing

Krijgen we de extreme zeespiegelstijging van bijna drie meter, dan staat de conclusie van het rapport van de Waddenvereniging recht overeind: de Waddenzee zal verdrinken, tenzij menselijk ingrijpen zorgt voor grootschalige toevoer van extra sediment door zandsuppleties. Er is dus reden genoeg om snel te starten met onderzoek naar mogelijkheden om dat verdrinken van de Waddenzee te voorkomen.  Of men moet kijken naar andere mogelijkheden,  zoals het afdammen van de Waddenzee.

Extra bodemdaling door de winning van gas en zout vraagt om extra sedimenttoevoer, maar het effect ervan op de totale Waddenzee is nihil. Stopzetting van de winning van zout en gas heeft daarop nauwelijks invloed en is voor het tegengaan van het verdrinken van de Waddenzee een schijnoplossing.

Openingsfoto Werelderfgoed.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.