De banken UBS, Deutsche Bank, Santander en BNY Mellon werken samen aan een nieuwe, digitale valuta. Door die te gebruiken bij onderlinge betalingen en het verrekenen van openstaande schulden, moeten deze processen gemakkelijker, sneller en goedkoper worden. De invoering van de digitale valuta kan banken naar verwachting miljarden opleveren.


De munt is gebaseerd op hetzelfde principe als de beroemde en beruchte bitcoin. Aanvankelijk stonden de banken wat argwanend tegenover deze munt, maar toen ze doorkregen hoe het achterliggende mechanisme (de zogenoemde blockchain) precies werkt, kregen ze in de gaten wat ze er zelf aan zouden kunnen hebben. De Zwitserse bank UBS ontwikkelde samen met technologiebedrijf Clearmatics een digitale munt met de wat lelijke werktitel utility settlement coin (USC).

Nu slaat UBS de handen ineen met Deutsche Bank, Santander en BNY Mellon. Samen gaan de vier banken de digitale munt voorleggen aan de centrale banken in verschillende landen om goedkeuring te krijgen (persbericht ‘Utility Settlement Coin concept on blockchain gathers pace’). Als dit proces een beetje soepel verloopt, hopen de banken de munt in 2018 te mogen gebruiken.

Blockchain

De inspiratie voor de bankenmunt komt van de bitcoin. Die werd in 2008 bedacht door een slimme hacker. De munt is niet afhankelijk van een staat en is anoniem te verhandelen. Het slimme van deze cryptovaluta draait op de achtergrond: de blockchain. Dit is een decentraal kasboek dat wordt bijgehouden door honderden computers. Elke transactie wordt als een nieuw blokje toegevoegd aan een lange reeks, nadat zij eerst door alle computers is geverifieerd (zie infographic).
 

Het principe van de blockchain uitgelegd. Infographic Ymke Pas


Het blockchain-principe heeft een paar grote voordelen. Het werkt niet alleen snel, maar is ook goed bestand tegen fraude. Probeert iemand namelijk vanaf één computer te sjoemelen, dan keuren de andere de transactie af. Tweede voordeel – niet te onderschatten – is dat een blockchain het gebruik van een vertrouwde derde partij overbodig maakt (lees ook: ‘Het einde van de banken?’).

Lastig en langzaam

Het consortium van de vier banken denkt de oplossing te vinden in een digitale munt, die eerder genoemde utility settlement coin. Een blockchain houdt van iedereen precies bij hoeveel munten hij heeft. Banken en instellingen kunnen de virtuele munt vervolgens gebruiken bij het handelen in obligaties en aandelen, zonder te hoeven wachten op de trage, traditionele betaling. Tegenover de USC moet wel een hoeveelheid echt geld staan.

Miljarden besparen

Omdat op de huidige manier bij een betaling geld steeds een tijdje ‘vast zit’ bij een derde partij (een clearinghouse, voor de liefhebber), denken de banken geld te kunnen geld besparen door zo’n digitale munt in te voeren. Die zorgt er namelijk voor dat een betaling in een oogwenk gedaan kan worden, zodat kapitaal minder vaak niet beschikbaar is. En de verwachte besparingen zijn de moeite, want ze lopen in de miljarden.

De vier banken zijn dan ook niet niet de enige instellingen die de mogelijkheid onderzoeken van een digitale munt. Het Britse Setl wil eigenlijk precies hetzelfde ontwikkelen, evenals de Amerikaanse bankgiganten Citigroup, Goldman Sachs en JPMorgan. Dit geeft ook aan hoezeer de bankenwereld staat te springen om dit soort geld in te voeren.

Goedkeuring

UBS en zijn partners willen 2017 gebruiken om de medewerking en de goedkeuring te krijgen van de centrale banken in landen. In 2018 moet hun systeem dan in bescheiden vorm – en dus met een laag risico – gelanceerd worden. Gaat dat goed, dan gaan steeds meer afdelingen van de banken meedoen.


Openingsfoto: Flickr

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.