uit het magazine

Elke stad is gebaat bij groen. Slim toegepaste vegetatie heeft een positief effect op klimaatopgave, luchtkwaliteit, biodiversiteit, stikstofconcentraties en waterbeheer. Groen brengt bovendien verkoeling in hete zomers. Verrassend genoeg kun je verdichten en vergroenen tegelijk.

Beton, tegels, asfalt, grind, baksteen. De hedendaagse stedeling is er in de loop van decennia aan gewend geraakt. Bekijk luchtfoto’s van Mexico-stad, São Paulo, Beijing, Caïro of Athene en je ziet een enorme grijze betonnen jungle. Ook in de binnensteden van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Enschede en Eindhoven is het niet eenvoudig een verfrissend plukje groen te vinden. En dat is niet goed voor de stad.

Lange tijd waren ‘stenige’ steden normaal. De noodzaak om ze groener te maken was er niet, of had geen prioriteit. Maar de lijst met argumenten om steden groener te maken wordt steeds langer. Steeds meer stadsbesturen komen tot dat inzicht en slaan een nieuwe, groene weg in.


Groen maakt gelukkig

Neem Leiden, dat de verstening beu is en met het Singelpark één langgerekt groen lint krijgt rondom de oude binnenstad. Klimaatverandering is een van de argumenten. Onze zomers worden heter en vooral stedelingen lijden daar onder. In de stad is het al gauw tot wel zeven graden warmer dan op het omringende platteland, doordat beton en baksteen warmte vasthouden.

Ook regenbuien worden extremer. Waar tegels en asfalt overtollig water linea recta naar het riool laten stromen, biedt aanplant van groen juist de mogelijkheid om water op te vangen en vast te houden. Dat komt goed uit, want onze riolen zijn verouderd en bovendien niet opgewassen tegen zo veel regen tegelijk. Vegetatie zet CO2 om en vangt fijnstof af. Aanplant stimuleert bovendien de biodiversiteit: begroeiing trekt insecten en vogels aan.

Minstens zo belangrijk: groen maakt mensen gelukkiger. Onderzoek toont aan dat patiënten in ziekenhuizen sneller herstellen wanneer ze uitkijken op een binnentuin. Kinderen met ADHD er - varen minder stress in de natuur en militairen met PTSS komen in het bos weer tot zichzelf. 


Slimmere systemen

Dat méér vegetatie de stad leefbaar houdt, is duidelijk. Maar is het een haalbaar ideaal? Komend decennium moeten er één miljoen huizen worden gebouwd, voor - namelijk in de stad. Volgens stadsbestuurders, wetenschappers en bouwkundigen kan deze noodzakelijke stedelijke verdichting goed samengaan met vergroening.

Onlangs verscheen het rapport Nederland in 2120, een toekomstvisie van Wageningen University & Research. Volgens het rapport zijn mensen in 2120 allemaal vegetariër of flexitariër en voeden ze zich onder meer met zeewier en insecten. Energie wekken ze op op zee en langs de rivieren zijn groenbuffers aangelegd. Het areaal bossen is verdubbeld om CO2 maximaal op te slaan en in de steden wordt iedere vierkante meter optimaal benut voor wonen, werken en recreëren.

Tim van Hattum, programmaleider klimaat van Wageningen University & Research, werkte mee aan het rapport. Hij gelooft sterk in op de natuur gebaseerde oplossingen voor de klimaatopgave, stikstofproblematiek, energietransitie, watermanagement en verduurzaming van de landbouw. ‘Er ligt een enorme urgentie om steden groener te maken en problemen om te buigen naar kansen’, zegt hij. ‘De situatie dwingt stedenbouwkundigen om breder naar stadsontwikkeling te kijken.’


MEER LEZEN OVER GROENE STEDEN?

Het volledige verhaal over groene steden vind je in het aprilnummer van De Ingenieur, dat vrijwel volledig is gewijd aan het thema Stad. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.