PASSIE

Kevin van Koeveringe (38) werkte als monteur, maar moest vanwege lichamelijk ongemak switchen naar een kantoorfunctie bij Mercedes. Hij miste het ‘met de handen bezig zijn’ dusdanig dat er iets moest gebeuren.

Hij vond een uitlaatklep in de modelbouw. Op zolder, onder de waslijn, werkt hij ’s avonds aan zijn miniatuurauto’s, vooral aan Volkswagen Kevers.

Veel mensen denken ten onrechte dat het in elkaar zetten van een bouwpakket iets is wat iedereen kan. Van Koeveringe legde uit dat het niet zo simpel ligt en dat je niet alle modelbouwers over een kam mag scheren. Zelf veranderde hij van alles aan de auto’s. ‘Ik zie het pakket echt als basis.’

Ik laat ze het liefst op zolder, ook al komt mijn vrouw hier wel om de was op te hangen

Hij pakte er een Volkswagen Kever bij, die achter hem op een speciale plank stond. ‘Ik laat ze het liefst op zolder, ook al komt mijn vrouw hier wel om de was op te hangen. Beneden dreigt er altijd de poetsdoek. Het zijn fragiele wagentjes. Bovendien zegt mijn vrouw ook dat ze liever heeft dat ik de hobby op zolder laat.’

Wat als hij op een kwade dag toch zou besluiten om al zijn ­auto’s beneden neer te zetten? ‘Waarom zou ik dat doen?’, vroeg Van Koeveringe zich hardop af. ‘Dan heb ik, denk ik, meteen een echtscheiding aan mijn broek hangen.’

Hij ging verder over de Volkswagen Kever die hij in zijn hand had. ‘De carrosserie ligt lager dan volgens de instructies die bij het pakket zitten, ik heb er andere banden onder gelegd, en er een ander spoilertje opgezet.’

Hij opende het motorkapje waaronder een klein nepmotortje zat. Het was door dit soort dingen dat Van Koeveringe wel eens een eervolle vermelding had ge­kregen bij wedstrijden in het modelbouwerscircuit. ‘Binnenkort krijgen we hier zelfs een fotograaf van een Amerikaans tijdschrift op de thee. Hij wil die witte Volkswagen Kever fotograferen.’

Jammer genoeg was de modelbouwersclub in zijn woonplaats Heemskerk ten onder gegaan. ‘Niet door ruzie, hoor’, zei Van Koeveringe, ‘maar door verschillen van inzicht.'

'Wat er altijd gebeurt, is dat de fanatieke bouwers hun professionaliteit willen opleggen aan de minder getalenteerde of minder fanatieke bouwers. Je kunt niet dwingend tegen mensen zeggen: ‘Jij moet mee gaan draaien in het wedstrijdencircuit op de zaterdag.’ Ik was het gekissebis op een gegeven moment moe. ­‘Jongens, de groeten. Hier heb ik geen zin in’, heb ik gezegd.’

Hij heeft veel contacten met andere bouwers, vooral via WhatsApp

Hij heeft wel veel contacten met andere bouwers. ‘Vooral veel WhatsApp-verkeer.’ Vlak voor onze komst had hij nog uitgebreid contact met andere mannen die net als hij ’s avonds op de zolderkamer zaten. Hij liet zijn mobiel zien. ‘Wat voor lijm gebruik jij nou?’, stond er.

En ook: ‘Zit wel te pielen met die wieltjes.’
‘Hoe maak jij die spoilertjes?’
‘Met kleefbaar zilverpapier.’

Op dit moment was hij bezig met een miniatuur van een Amerikaanse auto voor een vriend die op vakantie naar Cuba was geweest. Hij had de carrosserie nog niet zo lang geleden gespoten in een door hem zelf ontworpen verfspuiterijtje, dat nog het meest op een aquarium leek. De verfdampen werden meteen met een slang door het open raam naar buiten gevoerd, zodat ze niet in de was trokken. ‘Wat ik zelf belangrijker vind, is dat de verf er snel in droogt.’

De verfdampen worden meteen met een slang door het open raam naar buiten gevoerd, zodat ze niet in de was trekken

Een verkeerd gespoten auto was hem een gruwel. Hij pakte een Ford Mondeo waarbij dat mislukt was. ‘Kijk dat motorkapje nou … Het oogt heel appelig.’

De vraag kwam op waarom er op zolder geen Mercedes stond – hij werkt tenslotte voor het automerk. ‘Waar denk je dat die staan?’, zei hij niet zonder trots. ‘Op de werkplek natuurlijk. De baas heeft er speciaal een vitrinekast voor neergezet.’

Na een korte stilte: ‘Ja, daar word je stil van.’

 

tekst Marcel van Roosmalen 
foto Elmer van der Marel

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.