uit het magazine

De snelheid waarmee kunstmatige intelligentie doordringt op de werkvloer is overrompelend. Ingenieursbureaus veranderen meer en meer in tech-bedrijven, zegt Bram Mommers, chief technology officer bij Arcadis.

De afgelopen jaren stonden in het teken van de grote digitaliseringsslag. Toegenomen rekenkracht van computers, geavanceerde software en instrumenten als BIM (bouwwerkinformatiemodel) en digital twins hebben het dagelijks werk van de ingenieur en het opereren van ingenieurs- en adviesorganisaties als Arcadis compleet veranderd. Sinds afgelopen jaar klopt kunstmatige intelligentie (AI) steeds harder op de deur. Wat gaat dat betekenen voor de ingenieur en in bredere zin voor de samenleving? Bram Mommers is tech-directeur bij Arcadis, het grootste ingenieursbureau van Nederland, actief in meer dan zeventig landen. ‘De komende drie jaar leidt de inzet van AI nog niet tot banenverlies onder ingenieurs’, zegt hij op het hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuidas. ‘Maar daarna is het moeilijk te voorspellen.’ 

Zoals veel ingenieurs werkt u met technologie die nog niet bestond toen u aan uw loopbaan begon. Hoe is dat gegaan? 

Bram Mommers, CTO bij Arcadis. Foto: Arcadis

‘In 1995 kwam ik hier voor het eerst binnen, als stagiair van de hts-opleiding geodesie. Na mijn afstuderen in 1997 heb ik ook heel even voor een landmeetkundig bureau gewerkt, maar toen Arcadis me belde en vroeg om terug te komen, heb ik meteen “ja” gezegd. In Groningen, Drenthe en Friesland verrichtte ik waterpassingen om de bodemdaling in kaart te brengen als gevolg van de gaswinning, wat later erg actueel zou worden. Toen Arcadis werd gevraagd voor landmetingen ten behoeve van de aanleg van de hogesnelheidslijn en 
Betuweroute, waren wij een van de eerste bureaus die gps gebruikten. Eén landmeter met zo’n digitale “wonderstok” kon het werk doen waar voorheen twee mensen nodig waren. Aantrekkelijk voor de opdrachtgevers natuurlijk.’

De digitalisering was begonnen. Wanneer speelde dit?
‘Rond 2000. Ik kreeg als taak om alle digitale gegevens aan elkaar te koppelen. Hoe verbind je alle informatie over een project? Een voorloper van BIM, dat ik later voor Arcadis mocht gaan organiseren.’ 

Inmiddels bent u chief technology officer van Arcadis. Maar is dat nog wel een ingenieursbureau of is het inmiddels een tech-bedrijf geworden?
‘Dat laatste is deels zeker waar. Hetzelfde is zichtbaar in andere sectoren.  Ook een bank is tegenwoordig bijna een ICT-bedrijf: alle bancaire zaken verlopen via apps. Inmiddels werken er meer developers en ICT’ers dan bankiers bij een gemiddeld bankbedrijf. Met de bouwindustrie gaat het dezelfde kant op, maar die beweging verloopt wel een stuk trager.’ 

Hoe komt dat?
‘In onze sector draait het uiteindelijk om fysieke objecten. Wat we maken, is concreet. Bovendien is de bouwwereld uiterst gefragmenteerd. Neem een auto: daar blijft de fabrikant gedurende de hele levensduur voor verantwoordelijk. Maar bij bijvoorbeeld een brug ligt dat anders. Die gaat veel langer mee en er zijn veel meer partijen bij betrokken die allemaal een deel van de verantwoordelijkheid dragen. De sector is zo gefragmenteerd dat het lastig is alle informatie bij elkaar te krijgen.’

De manier waarop we communiceren met de computer gaat drastisch veranderen

Als de sector nog niet eens volledig is gedigitaliseerd, is het dan niet te vroeg om al  door te accelereren naar het toepassen van kunstmatige intelligentie?
 ‘Het is nu misschien nog prematuur, maar dankzij AI zien we technieken ontstaan die juist gaan helpen. Het wordt in de toekomst steeds minder belangrijk dat wij als ingenieurs er zorg voor dragen dat de informatie op orde is. In feite kunnen we dan een hoop volledig on­gestructureerde data aan AI-software voeden en dan gaat AI die ordening er voor ons in brengen. Maar zover is het nu nog niet.’

Op welke terreinen gaat AI de meeste veranderingen teweegbrengen?
‘We zijn als ingenieurs altijd bezig met AI als ideaal instrument voor data-analyse. Daarop ligt tot nu toe meestal de focus. Maar ik denk dat de grootste verandering zich een niveau hoger voltrekt. De manier waarop we communiceren met de computer gaat drastisch veranderen. Voorheen moesten we computertaal leren om dat goed te kunnen doen. Zelfs voor het gebruik van Excel of Word was het nodig eerst de handleiding te lezen en te begrijpen. Maar dat hoeft niet meer. Met de komst van ChatGPT heeft de computer mensentaal geleerd. We kunnen er nu tegen praten. Hebben we in de toekomst nog wel een muis of een toetsenbord nodig?’

Om meerwaarde te kunnen blijven bieden, moet de ingenieur van de toekomst ook extra worden getraind

Wat betekent dat voor onze relatie tot de computer?
‘Ik zie voor me dat we steeds vaker als partners met de computer gaan samenwerken, met wie we een conversatie voeren zoals we dat met een gewone collega zouden doen. “Goedemorgen, Bram! Heb je een goede dag gehad gisteren?” “Zeker, ik zat nog even te denken over dat model waarover we het laatst hadden. Kun je dat er nog even bij pakken? Volgens mij kunnen we dat anders oplossen.” “Natuurlijk, zal ik dan even voor je uitrekenen hoe de belasting in de constructie uitpakt als we die para­meter veranderen?” Daar gaan we naar toe en we beseffen nog onvoldoende welke impact dat zal hebben.’

Waarom zijn er nog ingenieursbureaus nodig als de computer zo’n groot deel van het werk doet? Willen klanten daar wel voor betalen als ze zelf ook een AI kunnen inzetten?
‘Natuurlijk blijven er ingenieurs nodig. We moeten nog altijd controleren of de gegenereerde oplossingen zinvol zijn. Juist voor die belangrijke, laatste fase zullen in­genieurs ineens veel meer tijd hebben. Om die meerwaarde te kunnen blijven bieden, moet de ingenieur van de toekomst ook extra worden getraind in met name dat validatie- en verificatieproces. En dat vereist ook dat de bouwkundig ingenieur zelf een balk of een constructie heeft doorgerekend. Ook voor het kunnen bepalen welke vraag je precies stelt aan een AI-systeem, is het noodzakelijk de materie volledig te doorgronden en zulke berekeningen zelf ook in de vingers te hebben. AI is immers zo goed als de vraag die je het systeem stelt.’
 

Bram Mommers
1993 - 1997: opleiding Geodesie aan de Hogeschool Utrecht
2007 - 2017: diverse functies op het gebied van BIM binnen Arcadis
2017 - 2019: global director digital asset lifecycle, Arcadis
2019 - 2021:executive director of digital solutions, Arcadis
2021 - heden: global technology officer, Arcadis


Is dat te leren? 
‘Wij denken van wel. Bij Arcadis zijn we inmiddels een Prompt Academy gestart, waar ingenieurs kunnen leren hoe je een AI-vraag goed formuleert, zodat er een bruikbaar en helder antwoord uitkomt. Intussen is ook AI zelf nog altijd aan het leren. ChatGPT4.0 is alweer stukken beter dan ChatGPT3.5 en nu zijn ze bezig met versie 5.0. Elke iteratie kost zevenhonderd miljoen euro. We hebben bij Arcadis inmiddels een eigen ArcadisGPT gebouwd, ook gebaseerd op OpenAI. We kunnen daar zelf onze eigen data aan toevoegen en  ingenieurs kunnen ermee werken.’

De ontwikkelingen lijken over elkaar heen te buitelen. Waar staan we over drie jaar?
‘Het gaat nu exponentieel snel. Geen enkele technologie is zo snel omarmd als ChatGPT en we zitten nu in een fase waarin er bijna dagelijks weer wat nieuws naar buiten komt. Dat maakt het lastig de toekomst te voorspellen. Het werk van de ingenieur zal de komende drie jaar vooral worden verrijkt door AI. Ik maak me voorlopig dan ook geen zorgen over de werk­gelegenheid van ingenieurs. Als we verder kijken, over een jaar of drie tot zes, dan durf ik dat niet zo zeker te zeggen. Nu weet AI nog geen raad met 3D-modellen en AI kan evenmin vectorbestanden lezen. Maar ik vermoed dat daarin verandering komt.’

Ook kwaadwillenden hebben toegang tot AI. Gaat het gevaar van cybercriminaliteit niet ook exponentieel groeien?
‘Dat is zeker een risico. AI biedt niet alleen ons, maar ook cybercriminelen meer mogelijkheden om nieuwe dingen te doen. De manier waarop ze wachtwoorden weten te ontfutselen en systemen weten binnen te dringen wordt me de dag geavanceerder. We vonden het als bedrijf altijd spannend om over dergelijke criminaliteit te spreken. Nu kan ik zeggen dat we het onder controle hebben, al hebben we dagelijks met cyberaanvallen te maken. Natuurlijk trainen we onze mensen om duidelijk te maken dat AI niet alleen wordt gebruikt voor het goede, maar ook voor het kwade. Alleen wie de cybersecurity werkelijk goed heeft geregeld, kan nog in deze wereld opereren.’ 


Beeld: Wes Cockx & Google DeepMind / Better Images of AI / AI large language models / CC-BY 4.0

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.