MARCEL MÖRING

Er zijn van die dagen waarop ik het licht zie en, vervuld van diep en verhelderend inzicht, naar, bijvoorbeeld, de kookwinkel ga waar Montessori-ouders hun veel te dure pannen kopen en zich vergapen aan buitenovens die op een doorgesneden oliedrum willen lijken.

Ik kom voor een vleestang. Niet dat wij zulke ontzettende carnivoren zijn. Mevrouw de echtgenote is vegetarisch angehaucht, maar is wel eens met een kroket betrapt in het bedrijfsrestaurant, en ik houd niet van vlees, maar vertik het om mijzelf als vegetariër te omschrijven. Een vleestang kan echter meer dan alleen een runderlap oppakken en sinds ik er een tv-chef mee zag goochelen, moest ik er een hebben, want ik voorzag grote veranderingen, als thuiskok.

‘Kijk!’, zeg ik mijn geliefde, nu zijn we aanbeland bij de sectie tangen, vorken en wat dies meer zij. ‘Met siliconentips! Van een bekend luxe merk! Handgesmeed door Oostenrijkse maagden! En niet één onder de twintig euro! Ik wil een tang die in China wordt geperst uit de spatborden van gerecyclede tractoren.’

De speurtocht naar zoiets als de allereenvoudigste tang kan maanden duren

‘Ja, schat’, zegt mijn echtgenote, want zij weet wel dat ik op dat soort momenten het beste alleen gelaten kan worden met mijn opwinding. De speurtocht naar zoiets als de allereenvoudigste tang kan maanden duren en gaat gepaard met lange en briesend uitgesproken beschouwingen van cultuurkritische aard.

Neem wollen sokken, als ik nog even mag. Ik weet niet wanneer het is begonnen, maar sinds een aantal jaren begint elke herfst met een in steeds grotere wanhoop verlopende zoektocht naar wollen sokken. Ik schijn de enige te zijn met dat verlangen, want geen winkel voert ze nog in het assortiment. Hebben de voetbekledingsfabrikanten het idee van global warming met zo veel enthousiasme omarmd dat ze het idee van de warme sok hebben opgegeven?

De herenafdeling is meestal een soort limbo in kledingzaken

Hoe dan ook, ik loop des winters met steenkoude voeten winkel in en winkel uit om te kijken of er per ongeluk een paar is gearriveerd. Maar nee. In plaats daarvan word ik meewarig bekeken door verkopers die wijzen op gestreepte, geblokte en van grappige figuurtjes voorziene anklets. De herenafdeling is meestal een soort limbo in kledingzaken, een deel van de winkelruimte waar zwart, blauw
en grijs hun best doen om te bevestigen dat de man qua kleur een evolutionaire uitzondering is. Overal in het dierenrijk is het mannetje vrolijker en excentrieker uitgedost dan het vrouwtje, maar bij de mens is het gen voor uiterlijke uitbundigheid op de een of andere manier verdwenen. Daar zouden sociobiologen eens onderzoek naar moeten doen!

‘Kijk eens op internet’, zegt mijn dochter, wier hele consumentenbestaan zich in het digitale afspeelt. Wat weer tot gevolg heeft dat ik niet naar de sportschool hoef, omdat ik drie keer per dag twee trappen af en op sjouw om de besteldiensten te ontlasten van enorme dozen kleding, make-up en boeken. Winkelen op internet, ik weet het niet. Ik heb wel eens een nieuwe videokaart online besteld, of een boek dat niet meer in de handel is, maar kleding …

Drie keer per dag sjouw ik twee trappen af en op om de besteldiensten te ontlasten

‘Als het niet past of je vindt het niet leuk, dan stuur je het gewoon weer terug’, zeggen de vrouwen in mijn leven.

Ja, maar dan moet ik met een doos ter grootte van een kleine lijkkist naar het postkantoor, terwijl ik net zo goed even de stad in kan lopen.

‘Waar je het niet kunt vinden’, zeggen ze.

Dat is waar. Maar er zijn ook andere kwesties die mij kwellen. Ik snap niet hoe het uit kan. Iemand moet die kleren uitzoeken en inpakken, dan komt het bezorgingstraject, met vrachtwagens en busjes, daarna alles weer, in omgekeerde volgorde. Er moet een enorme marge op kleding zitten.

‘En het milieu, ja?’, houd ik de vrouwen voor. Blanco blikken. ‘Al dat transport! Met rokende diesels!’ Daar hebben ze dan weer geen antwoord op. Wat overigens niet betekent dat er minder dozen arriveren.

Ondertussen heb ik mijn tang gevonden. Zes euro bij een groothandel, waar ik inkopen mag doen, omdat ik voor buitenlandse contracten een bv heb. Sokken zijn ook gespot. Bij een winkeltje buiten het centrum, dat wordt gerund door een mevrouw die zo dol is op wol dat ze er zelfs een blog over schrijft. Ik heb het licht gezien, maar het ziet er anders uit dan ik dacht.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.