Een enorm hoog knuffelgehalte, maar praktisch nog ontzettend onderontwikkeld. Zo karakteriseert prof.dr. Jan Jonker de huidige stand van zaken rond de circulaire economie. ‘Wat er feitelijk gebeurt, staat heel ver af van wat er met de mond wordt beleden.’

De hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radbouduniversiteit geldt als een autoriteit op het gebied van de circulaire economie. Zo is hij een van de auteurs van het recent verschenen witboek Businessmodellen circulaire economie. Jonker oordeelt opmerkelijk positief over de beleidsdocumenten die onder Rutte II zijn verschenen. ‘Hou daar vooral aan vast. Maar kom nu met daden die invulling geven aan de plannen.’

Jonker heeft daarvoor een drietal aanbevelingen. Ten eerste: ‘Heb het lef een belastingsysteem in te voeren dat circulariteit bevordert. Ideeën hoe dat te doen zijn er genoeg; daar hoeft het niet aan te liggen.’

Als tweede pleit hij voor het benutten van het enorme inkoopvermogen van de overheid. ‘Werk stelselmatig met steeds hogere doelen. Dus eerst met 1 % circulair inkopen, dan opschalen naar 5 %, het jaar erop 15 % en zo verder zodat we in tien jaar tijd, zeg, 85 % bereiken. Door stelselmatig de doelen aan te scherpen, kunnen aanbieders erop inspelen. Eigenlijk is het heel simpel: de overheid moet zijn eigen huishouding circulair gaan organiseren. Dat kan in tien jaar tijd.’ Wel heeft de overheid ook allerhande regels die vaak onbewust circulariteit tegenwerken. ‘Elke sector kent de voorbeelden wel. Maak een lijst van dat soort regelingen en zorg dat die stelselmatig worden aangepast of weggewerkt.’

Als derde pleit Jonker voor de vorming van een Nationale Investeringsbank voor de Circulaire Economie.  ‘Er is een duidelijke investeringsvraag, maar het blijkt moeilijk die door bestaande kredietverstrekkers te laten financieren. Het is ook niet duidelijk aan wie je het geld moet lenen. Want wie is ‘de kringloop’? Degene die het initiatief neemt? En over welke periode doe je dat? Meestal gaat het om zakelijk gezonde projecten, die ergens tussen de paar miljoen en enige tientallen miljoenen aan voorfinanciering nodig hebben om op gang te komen.’

Het motto bij dit alles moet zijn: hoe concreter hoe beter, benadrukt Jonker. ‘Bekijk per materiaalstroom: hoe maken we die circulair? Is dat goed te organiseren en ook nog rendabel te maken? En wel zo dat we daarmee grote volumes bereiken, zoals we die nu al hebben voor bijvoorbeeld papier, glas en blik.’

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.