Elektronicagigant Apple staat erom bekend dat het consumenten nagenoeg onmogelijk maakt om zelf aan apparaten te sleutelen. Daar komt nu verandering in. Vier vragen over de draai van Apple.

 

Wat is het nieuws?

Vorige week maakte elektronicaproducent Apple bekend dat het vanaf volgend jaar ondersteuning gaat bieden aan consumenten die zelf bepaalde apparaten willen repareren. Onder de noemer Self Service kunnen consumenten originele onderdelen van Apple kopen, evenals handleidingen en de speciale gereedschappen die vaak nodig zijn om een apparaat open te maken. Momenteel moet een defect apparaat nog naar Apple zelf of naar een van de erkende reparatiebedrijven die mogen werken met originele Apple-onderdelen.

Vanaf begin volgend jaar kunnen consumenten in de VS profiteren van de dienst; wanneer Nederland volgt, is nog niet bekend. Wel dat Apple de dienst Self Service wereldwijd wil uitrollen. De dienst gaat van start met onderdelen voor de iPhones 12 en 13. Later in 2022 komen ook onderdelen beschikbaar voor Apple-computers die de eigen M1-chip aan boord hebben. Daarna volgen andere apparaten.

 

Wat is daar zo bijzonder aan?

De aankondiging is opvallend, omdat Apple bij uitstek een bedrijf is dat het zelf repareren van hun spullen door consumenten altijd heeft ontmoedigd. De gladde, strakke apparaten zitten stevig dichtgelijmd en waar er al schroefjes te ontwaren zijn, heb je daarvoor een speciale schroevendraaier nodig (lees in dit kader het verhaal ‘Gadgetredders’ uit De Ingenieur van augustus 2012, pdf-bestand. Het is een aantal jaar oud, maar de genoemde bezwaren zijn nog altijd actueel).

De stap die Apple nu neemt heeft behalve een praktische waarde ook een symbolische, meent Ruth Mugge, hoogleraar Design for Sustainable Consumer Behavior aan de Technische Universiteit Delft. ‘Mensen zullen zich nu realiseren dat je ook van een Apple-apparaat zelf een onderdeel kunt vervangen. En dat ze dus langer met een telefoon of tablet kunnen doen door een accu of ander onderdeel te vervangen.’ Ook Apple zet dus een stapje richting een circulaire economie.

Een bekend schrikbeeld (had er dan ook een beschermend hoesje omheen gedaan!). Toch wil zo'n kapot scherm niet zeggen dat je je telefoon kan weggooien. Vaak is het apparaat verder nog prima en is het scherm met weinig moeite te vervangen.

 

Waar komt dit ineens vandaan?

Hoewel Apple verrassend uit de hoek komt met zijn aankondiging, past deze wel in een trend. Consumentenorganisaties pleiten al langer voor het beter repareerbaar maken van apparaten, onder meer in de Right to Repair-beweging. Een klein bedrijf als het Nederlandse Fairphone geeft al langer het goede voorbeeld, met smartphones waarvan de cruciale onderdelen eenvoudig te vervangen of te upgraden zijn.

Ook overheden laten zich niet onberoerd. ‘In Frankrijk hanteren ze een reparatie-index voor apparaten. Zo weet de consument daar hoe goed een apparaat te repareren is en dit weegt mee in het imago van een fabrikant’, weet Mugge.

Zelf is ze actief in het Europese onderzoeksproject PROMPT, dat er onder andere naar streeft om elektrische en elektronische apparaten beter repareerbaar te maken om zo hun levensduur te vergroten en de hoeveelheid ‘e-waste’ (elektronisch afval) terug te brengen.

‘We hopen ook dat de levensduur van apparaten een factor van belang wordt in consumententests. Dat zit hem niet alleen in een betere repareerbaarheid, maar ook in het minder “modegevoelig” maken van deze apparaten. Je hoeft dan niet elke twee jaar een nieuwe telefoon omdat het nieuwste type een beter scherm heeft.’
 

Het repareren van een kapotte smartphone is nog niet eenvoudig. Je hebt er bijvoorbeeld veel kennis van elektronica voor nodig, en speciale gereedschappen.

 

Ook kwam de Europese Unie begin dit jaar met regels voor de fabrikanten van elektrische apparaten. Die houden in dat een apparaat tot tien jaar na marktintroductie te repareren moet zijn (op zijn minst door een reparatiebedrijf), en dat er dus reserveonderdelen voor beschikbaar moeten blijven. En dat niet alleen, ook moeten fabrikanten handleidingen beschikbaar stellen en zorgen dat het apparaat in kwestie (de wet geldt vooralsnog alleen voor koelkasten/vriezers, vaatwassers, wasmachines en televisies) makkelijk open te maken is.

 

Gaan mensen nu massaal zelf sleutelen aan hun telefoons, tablets en laptops?

Dat zal tegenvallen. Dat het binnenkort kán, wil niet zeggen dat hele volksstammen het ook gaan doen, denkt Mugge. ‘Je moet wel behoorlijk handig zijn met fijnzinnige elektronica en precies weten wat je doet. Veel mensen hebben niet de juiste expertise en handigheid. Ik ben zelf ingenieur, maar zou er toch niet aan beginnen. Ik breng mijn apparaat wel naar een reparateur.’

Het punt is dat zelf gaan sleutelen aan een apparaat pas aan de orde is als de garantietermijn is verlopen. Dan doet de consument het dus op eigen risico. Gaat er dan iets mis, en het apparaat raakt beschadigd, dan kun je het vervolgens echt helemaal zelf uitzoeken.

Mugge: ‘Ik vind het ook niet zo belangrijk dat elke consument een apparaat kan repareren. Het is prima als je daarvoor even naar een reparateur moet fietsen. Ook dát maakt Apple nu laagdrempeliger en ook dát is goed voor het milieu, want je doet immers weer een paar jaar langer met dat apparaat.’ Dat scheelt enorm veel milieu-impact.


Foto's Depositphotos.com

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.