Al tijden werken wetenschappers aan een kunstbaarmoeder voor veel te vroeg geboren kinderen. Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben nu een manier bedacht om deze baby’s van de natuurlijke baarmoeder naar de kunstbaarmoeder over te brengen.
In Nederland worden jaarlijks zo’n zevenhonderd kinderen extreem vroeg geboren. Zij hebben maar 24 tot 28 weken in de baarmoeder doorgebracht, in plaats van de veertig weken die een gemiddelde baby daar vertoeft. Ondanks het bestaan van de couveuse overlijdt de helft van deze premature kinderen en houdt een deel van de anderen blijvende gezondheidsklachten. Vooral de kunstmatige beademing is vaak een probleem, vanwege de onvolgroeide longen van de baby’s.
Kunstbaarmoeder met vloeistof
Technici werken daarom hard aan een kunstbaarmoeder, die net als een natuurlijke baarmoeder met vloeistof is gevuld. De uitwisseling van zuurstof, voeding en afvalstoffen gaat in dat geval via de navelstreng, die met een kunstmatige placenta is verbonden.
Maar hoe zorg je ervoor dat het kind tijdens de bevalling (die in deze gevallen vrijwel altijd via een keizersnede verloopt) niet naar adem gaat happen, en zo alsnog zijn of haar onvolgroeide longblaasjes beschadigt?
Biobag
Om de overgang naar de kunstbaarmoeder goed te laten verlopen en te voorkomen dat de baby naar lucht gaat happen, ontwikkelde promovendus Juliette van Haren van de TU Eindhoven een ‘biobag’. Dit hulpstuk is misschien nog het best te beschrijven als een met vloeistof gevulde plastic zak, die met een speciaal koppelstuk (een ‘wondspreider’) aan de opening van de keizersnede wordt bevestigd. Via een ingebouwde handschoen kan een arts het kindje vervolgens van de baarmoeder in de biobag overbrengen.
‘De overgang van de echte baarmoeder naar de kunstbaarmoeder moet verlopen op een manier waarbij de baby zowel fysiek als mentaal amper in de gaten heeft dat hij of zij naar een andere locatie wordt gebracht’, zegt Frank Delbressine, leider van het Neonatal Simulation Lab waar het onderzoek gedaan wordt, in een persbericht.
Nog even geduld
Het duurt overigens nog jaren voordat het apparaat in de praktijk kan worden gebruikt. Alleen de wondspreider is momenteel al in gebruik voor andere doeleinden en dus klinisch gecertificeerd. 'Wel kunnen we met deze eerste versie binnen het Perinatal Life Support project simulatietesten gaan uitvoeren samen met artsen', mailt van Haren desgevraagd.
Van de kunstmatige baarmoeder zelf hopen de onderzoekers in 2024 een prototype klaar te hebben. Daarna starten de preklinische en klinische testen en het certificeringstraject.
Openingsbeeld: Bart van Overbeeke, via TUe
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.