Het kraanschip Hermod is met zijn laatste reis begonnen. Het gevaarte van 154 m lang en 86 m breed vertrok op de Dockwise Vanguard uit Rotterdam voor de sloop naar China.

Het kraanschip werd in 1978 gebouwd in opdracht van Heerema Marine Contractors. Het was een van de eerste zogenoemde half-drijvende kraanschepen. Door het inlaten van ballastwater zinkt het schip van zijn normale diepgang van 11 m naar een diepgang van 25 m, wat resulteert in een grotere stabiliteit tijdens het hijswerk. Het ballastsysteem is dynamisch en kan een half miljoen liter water per seconde verwerken.


Reus

De Hermod gold in de offshorewereld als een van de kraanreuzen die met name werden ingezet voor het plaatsen van olie- en gasplatforms op zee. De twee kranen aan boord hadden een maximale hijshoogte ruim 80 m, respectievelijk ruim 90 m en gezamenlijk hijsvermogen van 8100 ton.

De eerste opdracht was de installatie van het Piper Alpha platform in de Noordzee. De zwaarste klus was de plaatsing van het Peregrino-platform voor de Braziliaanse kust in 2010. Dat platform had een gewicht van ruim 6.000 ton.


Plaatsvervanger

Na bijna 40 jaar dienst van de Hermod werkt Heerema aan een vervanger: de Sleipnir, die een hijsvermogen krijgt van 2 x 10.000 ton. Dat schip wordt in 2019 in gebruik genomen.

Heerema benadrukt dat de sloop gaat volgens standaardregels op de werf Zhoushan Changhong International Ship Recycling. Circa 98 % van het materiaal, meest staal, zal worden hergebruikt.

Het transport naar die werf gebeurt met de Dockwise Vanguard, in essentie een groot kaal dek dat zich onder de Hermod kan positioneren en vervolgens opdrijft.

De maritieme fotograaf Danny Cornelissen fotografeerde het transport vanuit Rotterdam.

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.