Bacteriën die meereizen in een ruimteschip op weg naar Mars, moeten goed in de gaten worden gehouden. Ze zouden namelijk een gevaar kunnen vormen voor de gezondheid van de astronauten. Dat blijkt uit analyse van de microben aan boord van de gesimuleerde missie Mars500 in 2010 en 2011.

Van juni 2010 tot november 2011 sloten zes mannelijke astronauten zich in Moskou op in een nepruimteschip. Doel van het 520 dagen durende experiment Mars500 was om te kijken welke problemen zich zouden kunnen voordoen als astronauten een dergelijke lange tijd (vergelijkbaar met een echte reis naar Mars) op elkaars lip zouden moeten zitten.

Veel is al geschreven over de interactie tussen de bemanningsleden en wat het met iemands psyche en emoties doet om zo lang in een kleine afgesloten ruimte te zitten. Maar nu publiceert een team van onderzoekers uit Duitsland, Groot-Brittannië en Oostenrijk in vaktijdschrift Microbiome de resultaten van hun onderzoek naar bacteriën aan boord (open access). Dat is gebaseerd op de monsters die de ‘astronauten’ op 18 momenten, verspreid over de tijd, namen op verschillende locaties in hun capsule.
 

Mens is bron

De eerste conclusie van het onderzoek is dat de astronauten zelf de grootste bron van bacteriën waren. Dat is niet zo verrassend, aangezien we als mens grote aantallen bacteriën met ons meedragen, zowel in als op ons lichaam. De onderzoekers vonden op verschillende locaties in de capsule bijvoorbeeld bacteriën van de soort Staphylococcus. Die zitten normaal vooral in de neus en de luchtwegen, maar worden waarschijnlijk verspreid via huidschilfers. Deze soort is niet heel gevaarlijk, maar kan wel huidinfecties veroorzaken bij een verzwakt immuunsysteem; dat is niet ondenkbaar als een astronaut vijfhonderd dagen in een kleine ruimte zit. 
 

Diversiteit neemt af

Ten tweede blijkt dat de afgesloten ruimte een rol speelt in de interactie tussen de verschillende bacteriekolonies. De onderzoekers zagen dat de diversiteit aan bacteriekolonies afnam gedurende het experiment. Met andere woorden: sommige soorten legden het loodje en andere werden sterker. Dit kan een probleem opleveren, omdat juist een hoge bacteriële diversiteit samenhangt met een gezond en stabiel systeem. Deze veranderende bacteriepopulatie zagen de onderzoekers ook terug in het microbioom (de bacteriën in hun darmen) van de 'astronauten', maar dat had geen negatief effect op hun gezondheid.

Het 'ruimteschip' van de Mars500-missie. Foto ESA / S. Corvaja


Schoonmaken helpt

En ten derde zagen de onderzoekers dat elke plek in de module een andere bacteriële vingerafdruk had. In de slaapzaal, woonkamer en toiletten zaten de meeste bacteriën en de meeste verschillende soorten; de medische ruimte had de minste bacteriën. Gelukkig blijkt uit de proef dat het mogelijk is mogelijk ziekmakende bacteriën in toom houden. ‘Dankzij schoonmaken door de crew waren op iedere plek in de capsule de aantallen bacteriën onder een niveau waarop ze gevaarlijk voor de bemanningen zouden kunnen worden’, aldus Petra Schwendner van de University of Edinburgh in een persbericht.

Het onderzoek is van belang, niet alleen omdat bacteriën de Marsreizigers ziek zouden kunnen maken, maar ook omdat een bacteriekolonie die maar blijft doorgroeien uiteindelijk ook onderdelen van een ruimteschip zou kunnen beschadigen. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen de planners van ruimtemissies dus hun voordeel doen. Het laat zien hoe vaak en waar je goed moet schoonmaken, maar ook of je op lastige plekken misschien voorwerpen moet uitrusten met een antibacteriële coating.

Openingsbeeld: de crew van de Mars500-missie op een moment van kunstmatige gewichtsloosheid. Bron ESA.
 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.