HESTER BIJL

Ik ben fan van Maker Education in het basisonderwijs. Scholieren die gewend zijn te leren door te ontwerpen en dingen te maken, zijn wellicht later succesvolle studenten in het ingenieursonderwijs.

Maar ook op mijn faculteit doen we mee met deze maaktrend. Dit najaar kunnen masterstudenten Aerospace Engineering voor het eerst meedoen aan het Aircraft Manufacturing Laboratory: voor zes studiepunten bouwen ze in teamverband een echt luchtwaardig vliegtuig. De komende jaren gaan er drie groepen per jaar aan het werk.

Waarom? Het bereidt studenten beter voor op een loopbaan in de industrie én het maakt radicale innovatie mogelijk.

Natuurlijk leren onze studenten ook nu al hoe ze technische ontwerpen moeten maken en zijn ze regelmatig betrokken bij het bouwen ervan. Lucht- en ruimtevaartstudenten
ontwerpen al in het eerste jaar een vliegtuigvleugel en ze zijn vaak lid van een studententeam, zoals het Nuon Solar Team of Delft Hyperloop. Ook sluiten ze hun bachelor af door in teamverband een lucht- of ruimtevaartuig te ontwerpen in de ontwerp/syntheseoefening. Maar dat blijft vaak bij een ontwerp op papier.

De afronding van de bacheloropleiding blijft vaak bij een ontwerp op papier

Vanwege groei in de luchtvaartsector zijn er de komende twintig jaar duizenden extra vliegtuigen nodig. We weten dat vliegtuigbouwers als Boeing, Airbus en Embraer ingenieurs nodig hebben die weten wat er bij de productie van een vliegtuig komt kijken en die kunnen bijdragen aan innovatie in ontwerp- en productieprocessen.

Studenten die meedoen aan het Aircraft Manufacturing Laboratory zullen beter voorbereid zijn op deze werkomgeving. Ze maken kennis met alle aspecten en uitdagingen van
het bouwen van een vliegtuig, zoals die zich voordoen in echte productieomgevingen. Ze kunnen al verschillende technische componenten, zoals materialen en structuren, vliegtuigmotoren, meet- en regeltechniek en aerodynamica, samenbrengen in een ontwerp. Nu leren ze of het papieren ontwerp in het echt werkt en hoe je slimme productieprocessen ontwerpt.

Maar het belangrijkst is misschien wel dat ze leren verantwoordelijkheid te nemen. Zo moeten het toestel en de productiemethoden worden gecertificeerd. En piloten en passagiers moeten uiteindelijk in het toestel durven stappen.

Tegelijkertijd draagt dit stukje maakonderwijs bij aan het ‘maken’ van innovatie. Radicale innovaties in vliegtuigen, bijvoorbeeld om uitstoot van CO2 of geluidsoverlast te beperken, komen vaak niet verder dan het lab. Het is namelijk uitermate lastig om deze innovaties in echte vliegtuigen te testen, omdat deze in de regel voor commerciële doeleinden zijn gecertificeerd. Dit toestel kan een flying demonstrator zijn waarmee nieuwe technologie, materialen en configuraties op iets grotere schaal daadwerkelijk in de lucht zijn te testen. Dat maakt het gemakkelijker de innovaties naar het hogere technology readiness level te tillen. Wie weet is dit vliegtuig de eerste stap naar het zuinige, stille en schone vliegtuig van de toekomst.

Wie weet is dit vliegtuig de eerste stap naar het zuinige, stille en schone vliegtuig van de toekomst

Volgens de initiatiefnemers van het platform Maker Education kan maakonderwijs van ieder kind een uitvinder maken. Door nog meer maakonderwijs in ons programma te introduceren kunnen wij op onze beurt van deze uitvinders ingenieurs maken.

Zo gaan onze studenten een echt vliegtuig én de toekomst maken.

 

Prof.dr.ir. Hester Bijl is decaan van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek aan de TU Delft.

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.