column

Wanneer je aandacht hebt voor het één, zie je het verwante andere ineens overal.

Ik noem het causaal magnetisme als gebeurtenissen en dingen door een onzichtbare aantrekkingskracht bij elkaar komen, alsof de wetten van oorzaak en gevolg je van alles en nog wat met verdachte onderlinge samenhang voorschotelen.

Bijvoorbeeld: je bent bezig een porseleinen bord te repareren en een dag later loop je langs een antiekwinkel waar een zeventiende-eeuwse Delftsblauwe schaal in de etalage staat die met krammen is gerestaureerd. En niet lang daarna kom je op internet het woord ‘kintsuge’ tegen en dat blijkt dan een eeuwenoude Japanse manier te zijn om gebroken keramiek zichtbaar te herstellen door de stukken samen te voegen met een lak waarin goudstof is gemengd.

Ik weet het: je aandacht wordt getrokken door het één daardoor zal het verwante andere eerder in het oog springen. Maar het heeft iets magisch.
Ik was dus een bord aan het repareren, iets waar mevrouw de echtgenote met een mengeling van vertedering en verbazing naar keek. ‘We hebben genoeg borden, lieverd.’

Het woord ‘lieverd’ trippelt op zijn tenen achter die zin aan: we gaan dit héél voorzichtig brengen, want we hebben geen idee wat er omgaat in het hoofd van een man die drie uur bezig is om een bord te herstellen dat we niet nodig hebben.

Tom Waits heeft een nummer gemaakt met de onheilspellende titel What’s he building in there? 

What's he building in there? What the hell is he building in there? He has subscriptions to those magazines. He never waves when he goes by. 

Er zijn theorieën over die song, bijvoorbeeld dat het zou gaan over Theodore Kaczynski, beter bekend als ‘the Unabomber’. Kaczinski zegde zijn carrière als hoogleraar wiskunde vaarwel om volledig afgezonderd te leven in een blokhut in Montana. Daar begon hij bommen te maken die hij verstuurde of zelf afleverde, met drie doden en een aantal gewonden tot gevolg. Na bijna twintig jaar werd hij opgepakt toen kranten, op aandrang van de overheid, een tekst van hem afdrukten. Kaczinski’s broer herkende het woordgebruik en meldde zich bij de FBI.

Volgens Waits gaat het lied niet over de Unabomber, maar over buren die naar de vreemde eenzaat in hun midden kijken, de man of vrouw die gezelschap schuwt en onduidelijke dingen doet in huis of in een schuur. We willen graag weten wat onze buren doen,  zegt Waits, om zeker te weten dat ze net zo zijn als wij. Misschien dat wij Nederlanders daarom de gordijnen ’s avonds niet sluiten. Kijk, wij zitten heel normaal televisie te kijken, net als jullie. Er is niets geks aan de hand.

...alsof de wetten van oorzaak en gevolg je van alles en nog wat met verdachte onderlinge samenhang voorschotelen...

Ik heb geen schuur, maar een tafel die vol ligt met gereedschap, hele en halve projecten, tubes en spuitbussen, snoeren en bussen met moeren en bouten. En een blauw gespikkeld bord waar een stuk uit is.

What’s he building in there?
Of beter: why?

De theorie van mijn vrouw is, denk ik, dat ik iets met mijn handen moet doen om het hoofd rust te geven. Dat kan. Ik denk zelf dat het begonnen is toen ik op de middelbare school een tijdje lichtelijk overspannen was en in een onverklaarbare vlaag van dadendrang met een halve heggenschaar uit een boomstam een broodplank voor mijn moeder hakte. Jaar in jaar uit had ik achter mijn tafel zitten schrijven en nu hield ik ineens iets tastbaars in handen. Arbeid, noeste arbeid. Daarna kocht ik een set gutsen en sneed uit een voor de open haard bestemd blok eiken een beeldje. De beer was los en het is nooit meer goed gekomen. Of juist wel, maar dat ligt er aan of je met mij getrouwd bent of niet.

Het bord kocht ik toen ik ging scheiden en mijzelf trakteerde op zes dure dinerborden van iittala. Waarom dat er zes moesten zijn weet ik niet. Behalve mijn zoon of dochter kwam er nooit iemand eten. Maar zes was blijkbaar een getal waarbij iets in mijn gemoed ‘servies’ riep en toen er een jaar geleden van één een stukje afsprong was mijn  keramische harmonie verstoord.

En nu zit ik het ontbrekende stukje te vullen, glad te schuren met korrel 1500 en te bestrijken met goudverf. Heel bevredigend. Zozeer, dat ik vanavond de neiging moest onderdrukken om iets anders ‘per ongeluk’ te laten vallen, zodat ik het kan herstellen.

Het wordt tijd dat ik een schuur krijg.

 

Tekst: Marcel Möring
Foto: Harry Cock

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.