We hoeven niet bang te zijn voor robots en kunstmatige intelligentie. Deels zijn ze er al, maar ze zullen steeds sneller doordringen in alle geledingen van onze maatschappij. Ze gaan de aard van ons werk veranderen, maar dat hoeft geen slechte zaak te zijn, mits we bereid zijn mee te veranderen. Wel moeten we oppassen dat lager opgeleide mensen niet buiten de boot vallen. Dat betoogde MIT-hoogleraar en publicist Andrew McAfee gisteren tijdens NRC Live in Amsterdam.
McAfee is de auteur van invloedrijke boeken, waaronder in 2014 The Second Machine Age: Work, Progress, and Prosperity in a Time of Brilliant Technologies. Hij sprak donderdag 12 november in De Beurs van Berlage in het kader van het event NRC Live over robotica. De hoogleraar staat bekend als specialist op het gebied van automatisering en de invloed ervan op de maatschappij. Hij ging in op de razendsnelle opkomst van robots en software, geschaard onder de gemeenschappelijke noemer ‘kunstmatige intelligentie’.
Domme routineklussen
Zo’n tien jaar geleden, zo spiegelde McAfee de luisteraars voor, waren wetenschappers het er wel over eens dat computers veel beter waren in domme routineklussen dan de mens. Echter, zaken als patroonherkenning moest je niet aan de machines overlaten; daar was de mens toch echt bedrevener in. Het schoolvoorbeeld: rijden over een drukke snelweg, met filevorming en auto’s die voor je neus voortdurend van baan wisselen; dat kon een computer echt niet.
Fast forward naar 2010. In amper zes jaar is de stelling dat computers complexe patroonherkenning niet aankunnen, volledig omvergeworpen. McAfee heeft zojuist een proefrit gemaakt in een testauto van Google, die autonoom over snelweg 101 in Californië is gereden. ‘We zaten achterin de wagen, met voorin twee techneuten van Google, die in het begin gewoon de auto bestuurden’, herinnert McAfee zich. ‘Op een bepaald moment drukte een van hen op een grote rode knop, waarna de wagen zichzelf bestuurde. Vervolgens kwamen wij in een rotvaart in drie verschillende gemoedstoestanden terecht.
‘Eerst die van totale angst, want we realiseerden ons: “We rijden met een potentieel dodelijke snelheid over de snelweg!”. Daarna de fase waarin we ons voelden als de eerste astronauten, want op dat moment had nog bijna niemand in een autonome auto gereden. En na een minuut of twintig de fase van lichte verveling. De Google-auto gedroeg zich als een heer, hij reed exact zoals je het leert tijdens je autorijles: rustig met constante snelheid, afstand houden en niet steeds van baan wisselen.’
Google testte in 2010 al autonome auto's. Foto: Google
Jeopardy
Ander voorbeeld: de supercomputer Watson van IBM, die als eerste testcase werd ingezet in de Amerikaanse tv-quiz Jeopardy. Watson is ontworpen om menselijke taal te begrijpen, tot op zekere hoogte, en te interpreteren. Vervolgens wordt een enorme rekenkracht ingezet om alle mogelijke databases door te pluizen op zoek naar de antwoorden van de quiz. In 2011 slaagde Watson erin om de allerbeste Jeopardy-speler aller tijden, Ken Jennings, te verslaan. Die noteerde bij zijn laatste antwoord, ietwat cynisch: ‘Ik verwelkom de computer als onze nieuwe overheerser.’ McAfee: ‘Dit is zeker niet de laatste industrie waar kunstmatige intelligentie de mens zal verslaan.’ IBM ontwikkelt Watson rustig door en de eerste nuttige toepassing is het helpen van artsen bij het stellen de juiste diagnose.
Exponentiële ontwikkeling
Maar waarom zien we deze doorbraken juist de laatste paar jaar? ‘Ten eerste zorgt de exponentiële ontwikkeling in computerkracht (De Wet van Moore) ervoor dat voorheen onmogelijk geachte prestaties toch gehaald worden’, denkt McAfee. Ten tweede hanteert de kunstmatige intelligentie nu een fundamenteel andere aanpak dan enkele jaren geleden. ‘Vergelijk het met het leren van een vreemde taal als je volwassen bent. Dan probeer je je de grammatica, de regels en de uitzonderingen eigen te maken, maar we weten allemaal hoe lastig dat is’, zegt McAfee. ‘Jonge kinderen leren een taal heel anders. Ze luisteren naar hun ouders, proberen dat na te zeggen, vaak fout, maar ze worden gecorrigeerd en langzaam maar zeker leren ze de taal beheersen. Dit blijkt een veel effectievere methode, ook voor kunstmatig intelligente systemen: geef ze een berg voorbeelden, laat ze fouten maken en geef feedback.’ Dit nieuwe inzicht in AI-onderzoek bracht alles in een stroomversnelling, van domme maar krachtige computers naar geavanceerde denkmachines.
Boerenverstand
Gaan robots en kunstmatig intelligente systemen dan al het werk van ons afpakken? McAfee denkt van niet. ‘Mensen hebben nog steeds heel wat te bieden. We hebben een veel betere intuïtie dan computersystemen, kunnen beter voorspellen en beoordelen. En natuurlijk common sense, ons boerenverstand. Mensen hebben veel betere sociale vaardigheden en het belangrijkste wellicht is de creativiteit, het bedenken van helemaal nieuwe dingen.’
Alcoholisme en zelfmoord
Kunstmatige intelligentie gaat ons op termijn helpen bij ons werk door de saaie, vieze en gevaarlijke onderdelen van dat werk over te nemen, denkt McAfee. Daarbij moeten we volgens hem erg oppassen dat niet een grote groep mensen overbodig wordt. ‘Zeer recent onderzoek laat zien dat witte Amerikaanse mannen van middelbare leeftijd bovengemiddeld vaak ziek zijn en overlijden. Dit komt door oorzaken als alcoholvergiftiging, leverziekte na alcoholisme en zelfmoord.’ De aanname is dat dit komt doordat ze voor langere tijd werkloos thuis zitten, of dat dit tenminste een grote rol speelt. ‘De waarschuwing is dat we geen groepen aan hun lot moeten overlaten.’
Voor Nederland had McAfee opbeurende woorden. ‘Het is ongelooflijk dat jullie voor een deel beneden de zeespiegel wonen; jullie zijn duidelijk een land van grote ingenieurs, van probleemoplossers. Dat is een goede uitgangspositie voor de toekomst. Maar één ding: probeer niet vast te houden aan het verleden; sta open voor de nieuwe ontwikkelingen.’
Nieuwsbrief
Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.