Milieubewust feestvieren op een zomerfestival wordt steeds makkelijker. Festivals worden circulair, met composteerbaar bestek, louter vegetarisch eten en harde plastic bekers. Maar hoe groter het festival, hoe moeilijker verduurzaming is. En al die bezoekers die per vliegtuig of auto komen zijn ook niet echt goed voor het milieu…

Vegaburgers bij festival DGTL. Beeld: Rob Lispius

 

Circulaire ideeën 

Van de hossende meutes op Amsterdamse dancefestivals tot het hipster-idyllische eilandfeest bij Into The Great Wide Open: de festivals vergroenen. Steeds meer organisaties zien het maatschappelijke belang van een milieuvriendelijk festival. Het vaak hoogopgeleide publiek waardeert het, en festivals zijn een mooie proeftuin voor de echte wereld. Festival DGTL experimenteert in hun minimaatschappijtje op de Amsterdamse NDSM-werf met allerlei klimaatvriendelijke en circulaire ideeën. Zo probeert het regeneratief te worden: niet alleen maar geen afval produceren, maar ook iets nuttigs achterlaten voor het festivalterrein, zoals plantenbakken. 

 

Groter festival, te weinig bekers

Grotere festivals, zoals de massale dansfeesten van ID&T, vergroenen langzamer dan de festivals waar ‘slechts’ een paar duizend man komen. Harde plastic bekers werken bijvoorbeeld niet; je hebt er simpelweg te veel nodig om alle gasten van bier en fris te voorzien. En ook op kleinere festivals, waar wel harde bekers zijn, werkt het niet altijd even goed; een dronken publiek wil de bekers nog wel eens kwijtraken. Terwijl het harde plastic pas bij zeven keer hergebruiken duurzamer is dan wegwerpmateriaal.

Omdat niet alle bezoekers hun herbruikbare beker inleveren, zijn er op Amsterdam Open Air vrijwilligers die de bekers ophalen. 


 

Vliegen is een groot probleem

De Ingenieur sprak met drie duurzaamheidsexperts van festivals, en allemaal noemen ze transport van gasten en spullen als een grote bijdrage aan de voetafdruk. DGTL kan dan nog zo duurzaam zijn, het heeft een relatief internationaal publiek. Een vlucht uit Berlijn of Parijs doet een heleboel vegetarisch eten en plasticloos drinken teniet. En voor Into The Great Wide Open moet iedereen met een boot die op diesel vaart. Zo’n boot is relatief efficiënt, maar nog steeds een doorn in het oog van de organisatie. En overstappen op milieuvriendelijker biodiesel is makkelijker gezegd dan gedaan. 

Maar de problemen van festivals zijn uiteindelijk ook de problemen van de hele maatschappij. Want ook daar is vliegen een nijpend probleem, dat meer impact heeft op het klimaat dan de goede bedoelingen van minder plastic en duurzamer voedsel. Wie weet komt de oplossing voor het probleem ooit wel vanuit de festivals, die de ruimte en het publiek hebben om naar hartelust nieuwe duurzaamheidsideeën uit te proberen.

 

Meer lezen over duurzame festivals?

Wil je meer lezen over de duurzame festivals? Lees dan het hele verhaal in het julinummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.