Een eeuwenoude kunstschat kun je natuurlijk niet zomaar uit elkaar halen. Toch willen onderzoekers vaak maar al te graag weten hoe zo’n bijzonder object er van binnen uitziet. De geplande nieuwe CT-scanner van het Rijksmuseum biedt uitkomst.

Is het een Rembrandt of een Vermeer? Geen idee, maar de persoon op het levensgrote schilderij kijkt de bezoeker indringend aan. Welkom in het Ateliergebouw, vlak naast het Rijksmuseum in Amsterdam. Deze ruimte staat vol met de prachtigste schilderijen; elders zijn hele zalen gevuld met houten meubelen, metalen beelden, eeuwenoud textiel en tekeningen en prenten.

Al deze kunstschatten staan er echter niet om te worden bewonderd, maar voor restauratie of onderzoek. Het Ateliergebouw is dan ook voorzien van allerlei moderne analyseapparatuur: microscopen, infraroodcamera’s, röntgenapparaten ... En binnenkort komt daar een CT-scanner bij, waarmee objecten zijn door te lichten. ‘We willen zo graag ín kunstvoorwerpen kijken, en erdoorheen’, zegt prof.dr. Erma Hermens, onderzoeker bij het Rijksmuseum en hoogleraar atelierpraktijken en technische kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (zie ook de blog Looking through art die Hermens en collega's over hun werk bijhouden). ‘Als ik nu onderzoek doe naar een voorwerp, dan denk ik vaak: o, als ik nu dáár even onder zou kunnen kijken, dan was ik weer wat wijzer. Maar het ding moet natuurlijk heel blijven.’


Laagje dieper

Om deze state-of-the-art scanner te realiseren, ging begin deze maand het onderzoeksproject Impact4Art van start, een samenwerking tussen het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) en het Rijksmuseum. De scanner is geïnspireerd op de zogeheten Flexray-scanner (zie foto rechts) die nu ruim een jaar draait bij het CWI in Amsterdam-Oost. Aangezien de technologie nagenoeg hetzelfde is, ligt de nadruk hier vooral op het gebruiksvriendelijk maken van het apparaat, zodat kunsthistorici er probleemloos mee kunnen werken.

Waar de bezoeker van het museum bij een kunstwerk vooral geniet van vormen, kleuren en het verhaal dat erbij wordt verteld, probeert Hermens een laagje dieper te gaan. Zij is geïnteresseerd in hoe een object is gemaakt. Hoe pakte de kunstenaar of ambachtsman dat aan? Welke gereedschappen gebruikte hij? In welke volgorde ging hij het ruwe materiaal te lijf? Daarbij is ze altijd op zoek naar sporen, zoals de toolmarks die gereedschap heeft achtergelaten, of van de hand van de kunstenaar.
 

Vingerafdrukken

Neem de keramische objecten die het Rijksmuseum in bezit heeft. Op het keramiek zit een dikke glazuurlaag, waardoor lastig is te bepalen of het voorwerp is geboetseerd door mensenhanden of uit een mal komt. ‘De CT-scanner is gedetailleerd genoeg om als het ware het glazuur er virtueel af te kunnen halen en dan de vingerafdrukken in de klei te laten zien – die wijzen op boetseren – of een naadje, dat duidt op het gebruik van een mal.’ Het mooie is dat het een non-destructieve techniek is, waarbij een kunstvoorwerp dus helemaal niet wordt beschadigd. Bovendien kan de CT-scanner met allerlei materialen overweg: van glas tot metaal en keramiek. Hooguit zullen de instellingen wat anders zijn.

[…]

Puzzelbol

In het Rijksmuseum staat een mooi voorbeeld van de kracht van het CT-scannen: een ivoren Chinese puzzelbol. Dit is een rijk versierde holle bol, met daarin weer een holle bol en dáárin weer een, enzovoort (zie foto rechts). Sommige puzzelbollen zijn opgebouwd uit wel elf lagen die precies in elkaar passen. Elke bol heeft weer een ander patroontje, dat er door de ambachtsman met vaste hand en engelengeduld in is aangebracht. Waarschijnlijk kostte het maanden werk om zo’n bol te vervaardigen.

Uit scans bij het CWI bleek dat op één van de binnenste bollen cirkelvormige groeven zaten, die precies laten zien hoe breed en hoog het mesje was dat werd gebruikt. Hermens: ‘Met de CT-scanner kunnen we ook inzoomen op zo’n groef en de breedte en diepte meten. We kunnen het zelfs zien als een guts of een mesje beschadigd was. Vind je dergelijke sporen ook in andere objecten, dan zijn ze misschien in dezelfde werkplaats gemaakt.’
 

Virtueel uit elkaar halen

De geavanceerde software van de CT-scanner kan verder de grenzen tussen twee onderdelen herkennen, ook als die tegen elkaar aan zitten. Dat komt bijvoorbeeld van pas bij het onderzoek naar zestiende-eeuwse voorwerpen, die vaak bestaan uit verschillende materialen, zoals goud, hout, metaal en edelstenen. Hermens: ‘Na het scannen hebben we een driedimensionaal beeld van het voorwerp, waar we van alles mee kunnen doen. Omdat we nu de grenzen weten tussen de onderdelen, kunnen we ze virtueel uit elkaar halen, wat ons iets vertelt over hoe de maker het voorwerp destijds in elkaar heeft gezet.’


   

Röntgenopnames van de Chinese puzzelbol, vanuit drie richtingen genomen in de Flexray-scanner. Algoritmes kunnen de holle bollen (weergegeven in verschillende kleuren) van elkaar onderscheiden.
 

Er zijn allerhande opengewerkte plaatjes te tonen van de bollen en ze zijn ten opzichte van elkaar te draaien; zelfs alle afmetingen rollen zo uit de software. ‘En kijk hier eens’, zegt Van Liere op zijn werkkamer bij het CWI, terwijl hij een kast opentrekt. Daar verschijnen zes, zeven flinterdunne holle bollen van plastic in verschillende kleuren, precies zo rijk versierd als het ivoor op de foto’s. ‘Die zijn gemaakt met een 3D-printer. Die stap is niet zo moeilijk, want we hebben nu immers de driedimensionale data.’
 

Het volledige verhaal over de kunstscanner lezen?

Wil je het volledige verhaal lezen over het doorlichten van kunstobjecten in het oktobernummer van De Ingenieur? Koop dan de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 %! - een digitaal jaarabonnement van 12 nummers voor € 69,-.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.