Eureka

Amerikaanse wetenschappers hebben een injectienaald bedacht die het makkelijker maakt om vloeistoffen in een oogbol te spuiten.

Geneesmiddelen injecteren in de holle of zachte ruimtes van een oogbol is een lastig klusje. De stuggere weefsels waar de naald doorheen gaat zijn dun, waardoor de naald kan doorschieten of zijn lading op de verkeerde plek lost. 

Wetenschappers van de Harvard Medical School hebben nu een volstrekt ­mechanische oplossing bedacht voor dit probleem. Hun injectienaald, de i2T2, bestaat uit een cilinder met twee zuigers waartussen vloeistof zit. De holle naald is hierbij bevestigd aan de tweede zuiger, waar een kanaal in zit waar de vloeistof doorheen kan stromen.
 

Op de juiste plek

De werking is grofweg als volgt. De arts drukt de cilinder tegen de oogbol aan en schuift daarop de eerste zuiger naar binnen. De tweede zuiger schuift dan door de vloeistofdruk naar voren, waardoor de naald de cilinder uitschuift en in het weefsel schiet. De vloeistof blijft dan nog opgesloten tussen de twee zuigers, doordat het relatief harde weefsel de naald afsluit.

Zodra de naald echter zacht weefsel of een holle ruimte bereikt, valt de druk op de naald weg en spuit de vloeistof naar buiten. Als de arts blijft drukken op de eerste zuiger, drukt hij op die manier het volledige medicijn op de juiste plek naar buiten terwijl de naald op zijn plek blijft. 
 

Universeel toepasbaar

De naald, die met diverse dierproeven is getest, is in principe universeel toepasbaar; de dikte van het harde weefsel doet er immers niet toe. Wel zullen naald en cilinder langer moeten worden voor toepassing op andere delen van het lichaam, bijvoorbeeld voor een ruggenprik.

Tekst: Jeroen Akkermans

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.