Vloeibare waterstof wordt vaak genoemd als een van de belangrijke energiedragers van de toekomst. Twee Nederlandse ondernemingen hebben nu een specifiek tankerschip om de waterstof te vervoeren.

In de zoektocht naar duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen speelt waterstof een hoofdrol. Maar manieren om vloeibare waterstof op grote schaal te transporteren schieten nog te kort om op langere termijn in de groeiende vraag te voldoen. Met een ontwerp voor een tankerschip specifiek voor vloeibare waterstof hopen twee Nederlandse bedrijven nu in die behoefte te voorzien.

De dinsdag gepresenteerde waterstoftanker is 141 meter lang en heeft een capaciteit van 37.500 kubieke meter, die is verdeeld over drie grote opslagtanks. Met één lading kan het schip voldoende vloeibare waterstof leveren voor vierhonderdduizend auto’s.


Innovatief ontwerp

Dat de tanker specifiek voor vloeibare waterstof is bedoeld, vereiste een innovatief ontwerp. ‘Vloeibare waterstof is vele malen lichter dan vloeibaar aardgas’ (lng), zegt Job Volwater van C-Job Naval Architects, het maritieme ingenieursbureau dat het schip ontwierp. ‘Het gaat dus veel meer om het vervoeren van volume dan om het vervoeren van gewicht.’

Gevolg is dat een waterstofschip een minder groot vermogen nodig heeft. Zou voor een ’normaal ontwerp’ zijn gekozen, dan had het schip enorm veel ballast moeten meenemen, extra gewicht om de juiste diepgang en stabiliteit te bereiken.

Maar dat zou strijdig zijn met de wens van de initiatiefnemers om zoveel mogelijk bij te dragen aan vergroening van de maritieme sector. Want meer ballast betekent een hoger brandstofverbruik van de tanker zelf. 



Veertien knopen

Uiteindelijk is daarom gekozen voor een trapeziumvormig schip, met een groot dek om de drie tanks te kunnen huisvesten, en tegelijkertijd een klein onderschip. 

Omdat het zo licht is uitgevoerd, kan het niet hard varen (hooguit veertien knopen) en zal het ook niet op trans-Atlantische routes worden ingezet.


Groene stroom uit Schotland

C-Job Naval Architects ontwikkelde het schip samen met de Nederlandse waterstofleverancier LH2 Europe. Het idee is dat dat bedrijf het overschot van hernieuwbare elektriciteit in Schotland gaat gebruiken om ter plaatse groene waterstof te maken.

Die wordt vervolgens per schip geleverd aan terminals in Duitsland. In een later stadium, als de vraag naar vloeibaar waterstof ook elders toeneemt, wordt het ook naar andere havens verscheept. De prijs zou nu al concurrerend zijn.  


Brandstofcellen

Het idee is dat het schip zelf het deel van de waterstof in de tankers aan boord dat verdampt, gebruikt voor eigen brandstofcellen. Die zetten de waterstof om in water en elektriciteit voor de eigen aanstuwing. Zo moet het schip zelf volkomen emissieloos worden.

De bouw van het schip begint in 2024. De initiatiefnemers hopen het in 2027 in de vaart te kunnen nemen.


Beeld: LH2 Europe & C-Job

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.