Een promovenda van de Zweedse Högskolan i Borås vond een manier om schillen van appels en sinaasappels om te bouwen tot plastic. Het spul is net zo sterk als gewoon plastic en eetbaar, maar kan nog niet goed tegen vocht.

Fruitafval is een probleem in de afvalverwerking. Als het rot, ontstaat methaan, een sterk broeikasgas. Verbranden gaat moeilijk door het hoge vochtgehalte, en recyclen tot veevoer is geen optie omdat het fruit te zuur of te zoet is.

 

Pectine en cellulose

Misschien, dacht Veronika Bátori, kan er iets anders mee. Ze ontdekte dat fruitresten zich lenen voor bioplastics; pectine (het fruitbestandsdeel dat ook zorgt voor gebonden jam) heeft een molecuulraster dat goed werkt voor plastic, terwijl het cellulose de structuur verstevigt. Door de materialen uit de resten te halen en op slimme wijze te gieten, ontstonden verschillende soorten plastic.

De maakmethode kost geen overdreven hoeveelheden energie, volgens Bátori. Bovendien is het resultaat eetbaar: 'Ik heb al mijn producten geproefd. Degene gemaakt van appelpulp is het lekkerst. En ze zijn ook nog eens glutenvrij', vertelt Bátori.

 

Niet waterbestendig

Het is een knap staaltje materiaalbewerking: Bátori gebruikt moderne productiemethoden om biologisch afval een nuttig tweede leven te geven. Perfect is het proces nog niet; de bioplastics zijn erg kwetsbaar voor water. 'Dat is niet handig als je bijvoorbeeld een mok wilt maken.'

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.