Interview

Is de wereld overbevolkt en plegen we roofbouw op de planeet? Vooruitgangsfilosoof Ralf Bodelier ziet het probleem niet. Die angst is er altijd geweest en de mensheid is telkens vindingrijk genoeg gebleken om steeds meer monden te voeden en mensen te huisvesten, stelt hij in zijn nieuwste boek Lang leve de mens.

 

Zou het misschien niet beter zijn om met z’n allen wat minder kinderen te krijgen om verdere uitputting van de planeet te voorkomen? Welnee, zegt theoloog, filosoof en publicist Ralf Bodelier in zijn nieuwste boek Lang leve de mens (ondertitel Redden we het ook met tien miljard?).

Dat er meer wereldburgers dan ooit tevoren zijn, hoeft geen onoverkomelijke problemen op te leveren, is de strekking van zijn betoog. De angst dat we met te veel zijn, is immers zo oud als de mensheid zelf. Bodelier beroept zich onder meer op de filosoof Plato, die al betoogde dat een groeiende wereldbevolking onvermijdelijk zou leiden tot tekorten en tot oorlog.

 

Er wonen steeds meer mensen op de planeet. Hoe kan de angst dat het te druk wordt en het voedsel een keer opraakt dan ongegrond zijn?

‘Steeds weer opnieuw is de mens in staat gebleken om een grotere wereldbevolking te voeden en te huisvesten. De bevolking in India explodeerde in aantal, maar in plaats van een hongersnood, voltrok zich er in de tweede helft van de vorige eeuw de Groene Revolutie. Nieuwe technologie stuwde landbouwopbrengsten op en liet de prijzen voor voedsel fors dalen. Ooit dachten we dat de aarde veel te druk zou worden met een paar honderd miljoen mensen, inmiddels leven we met bijna acht miljard mensen, en stevenen we af op de tien miljard. En dat is geen reden voor paniek. Keer op keer weten we onze eigen wereld te ontwerpen, in stand te houden en uit te breiden.’

 

Overal waar mensen welvarend worden, schrijft u, neemt de bevolkingsgroei af, ook in India en China. In Afrika blijft de bevolkingsgroei nog het langste doorgaan. Valt er iets te doen om die te beperken?

‘Laten we leren van de geschiedenis. Steeds wanneer de mensheid met gerichte maatregelen heeft geprobeerd bevolkingsgroei in te dammen, leidde dat tot escalaties. Denk aan de eenkindpolitiek in China, waarbij miljoenen meisjes werden omgebracht of zwangerschappen werden afgebroken. Tijdens de hongersnood in Ierland in de negentiende eeuw liet het beleid van de Britten hele groepen mensen in bepaalde regio’s verhongeren. Volgens mij is de juiste richting, gestaafd door de wetenschap, om in arme landen het onderwijs te verbeteren, vrouwen meer rechten te geven en een pensioenvoorziening in te richten. Al die dingen dragen eraan bij dat families minder kinderen krijgen. In de armste landen is het hebben van zes, zeven kinderen nu de enige garantie dat er voor je wordt gezorgd wanneer je ouder bent. Er is maar één humane manier om de bevolkingsgroei terug te dringen, en dat is meer welvaart en meer vrijheid voor mensen.’

 

Ralf Bodelier
1980-1990: studie geschiedenis en theologie
1985-heden: spreker, journalist, essayist en moderator
2012: promotie Tilburg Law School
2020: wandelt van Jeruzalem naar Bouillon
2022: publicatie boek Lang leve de mens.

 

Ralf Bodelier. Foto Karel Hemerijckx

 

Waarom vormt Afrika een uitzondering? Daar stijgt het aantal mensen nog snel.

‘Ook in Afrika neemt de welvaart toe, hoewel dat misschien langzamer gaat dan we zouden willen. Dat komt misschien doordat – en dat klinkt tegen-intuïtief – veel gebieden in Afrika eigenlijk te dunbevolkt zijn: platteland met af en toe een klein dorpje. Wie daar opgroeit, kan alleen maar boer worden. De grote stad, Nairobi of Dar-Es-Salaam, biedt veel meer opties. Daar kun je je specialiseren en bij een bank gaan werken of op een ander kantoor, je kunt er ICT-er worden. Om je welvaart te vergroten kun je dus het beste in de stad zijn.’


In zijn boek beschrijft Bodelier zijn wandelingen over voormalige mijnbouwlocaties van het Ruhrgebied. Tussen de verlaten schachttorens en ontmantelde industriële installaties is daar nieuwe natuur ontstaan, met bosjes, spontaan uit de grond opgekomen bomen en zelfs allerlei diersoorten.
 

U schrijft positief over de ‘natuur’ die u daar aantrof. Maar is dat wel natuur? Het is toch gewoon een voormalig industriegebied, met roestige spullen en vervuilde grond?

‘Tsja, wat is echte natuur? Bestaat wat wij echte natuur noemen nog wel in landen als Nederland? We grijpen al vijftigduizend jaar in in het landschap. We hebben rivie ren verlegd, kanalen gegraven, bossen aangelegd voor productie. Oorspronkelijke natuur hadden we wel in Nederland, maar met de komst van de mens is die snel verdwenen. Waar het mij om gaat is dat we natuur hebben die mooi is, waar voldoende biodiversiteit is en die zuurstof produceert. Waar we wat aan hebben, kortom.’

 

Technologische vooruitgang kan veel van onze problemen oplossen, daar zijn we het over eens. Maar dan nóg is het toch een goed idee om te proberen de bevolkingsgroei af te remmen en minder energie en grondstoffen te gebruiken?

‘Jij en ik zullen het daar wel mee eens zijn, net als veel lezers van De Ingenieur. Voor hen heb ik dit boek ook niet zozeer geschreven. Met mijn boek hoop ik vooral de andere groep te bereiken: de alfa’s die meer uitgaan van de emotie. Degenen die de wereld met een romantische blik beschouwen, alsof ze liever teruggaan naar hoe het ooit was. Ik vind het jammer dat in die groep soms zo afwerend over technologie wordt gedacht. Waar ik in mijn boek mijn vertrouwen in technologie wat al te sterk aanzet, doe ik dat met opzet. Ik hoop die groep romantici te overtuigen. Natuurlijk is het goed om te proberen steeds minder grondstoffen te gebruiken. Maar er is een diepere laag. Met die grondstoffen is wat raars aan de hand. De uitdrukking “het stenen tijdperk kwam niet ten einde door een tekort aan stenen” geldt hierbij ook. Doordat we nieuwe grondstoffen hebben bedacht of gevonden, denk aan duurzaam opgewekte energie, kunnen we een deel van de olie en de steenkool in de grond laten zitten. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was er extreem veel vraag naar het metaal koper, voor de aanleg van elektriciteitskabels. Maar toen kwamen computers van silicium en kabels met glasvezel, en later dataoverdracht door de lucht, en nu hebben we veel minder koper nodig. Telkens wanneer een grondstof écht te duur wordt, vinden we iets anders, dat is wat ik hieruit leer.’

 

Over het verschil tussen dier en mens schrijft u: ‘De roofvis eet zoveel vissen tot alle vissen op zijn. Weloverwogen zet de mens jonge vissen uit, waardoor de voorraad vis niet af- maar toeneemt.’ Tegelijk schrijft u ook: ‘De mens is het enige dier dat nooit tevreden is.’ Daar ligt toch een probleem?

‘De mens wil zich altijd maar blijven ontwikkelen en ontplooien. Tegelijk lijken we in het Westen steeds minder te hechten aan spullen, aan materiële rijkdom. Dat geldt natuurlijk niet voor de opkomende economieën, en terecht. Ik kom regelmatig in Malawi en daar willen mensen ook elektriciteit en toegang tot een ziekenhuis. Zo’n drie miljard mensen zullen er in welvaart nog op vooruitgaan. Dat gaat het nodige van de aarde vragen, maar toch is er ook daarbij reden tot optimisme. Er is daar sprake van zogeheten ontkoppeling.’

 

Bodelier volgt met zijn boek de stroming die zogeheten ‘ontkoppeling’ predikt, die zegt dat er vaak ook economische groei mogelijk is zonder verdere toename van energie- en grondstoffengebruik. De voorbeelden zijn talrijk. Hadden we vroeger voor kantoorwerk een kamer vol spullen nodig – typemachine, boekenkasten, geluidsdragers – dat doen we nu op de smartphone die in onze zak past. Dankzij geavanceerde productietechnieken zijn aluminium blikjes vele malen dunner geworden, en net zo stevig. En in opkomende Afrikaanse landen sloegen ze de vaste telefonie met zijn koperleidingen over en gingen gelijk over op smartphone en 4G.

 

Dat is allemaal goed nieuws, maar die ontkoppeling gaat toch niet op voor bijvoorbeeld de productie van vlees? Daarvoor blijven enorm veel land, water en grondstoffen nodig.

‘Veel vlees eten is absoluut problematisch. Er is veel te zeggen voor een vegetarisch dieet. Maar feit is dat mensen in opkomende economieën vaak meer vlees gaan eten. Ze konden dat voorheen nooit, dus die luxe willen ze zichzelf gunnen. Voor het produceren van vlees is de hoop daarom gevestigd op kweekvlees. Tergend langzaam begint die hoop ingelost te worden, in Singapore liggen eerste kweekvlees-kipnuggets in de winkels. Het zou goed zijn als deze technologie breed doorbreekt, maar we zullen het eerst nog moeten zien.’
 

Dit artikel verscheen eerder in de editie oktober 2022 van De Ingenieur.

Openingsillustratie Depositphotos
 

Boek
Lang leve de mens
Ralf Bodelier
171 Blz. | € 22,-

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.