Nadat vandaag bleek dat er weer een beïnvloedingscampagne werd uitgevoerd via sociaal netwerk Facebook heeft een Amerikaanse senator er genoeg van. Hij komt met voorstellen  om sociale media (of het internet in het algemeen) te reguleren.

Facebook verwijderde zeventien accounts die bezig waren met een desinformatiecampagne. Doel was om de tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten te beïnvloeden, zoals Russische trollen dat ook probeerden tijdens de presidentsverkiezingen van 2016. Toen konden accounts die nepnieuws en opruiende desinformatie verspreidden vrij hun gang gaan.


Whitepaper van Warner

Hoewel Facebook die campagne nu wel aanpakt, heeft democratisch senator Mark R. Warner er genoeg van. Hij bracht maandag een whitepaper uit met een aantal beleidsvoorstellen om sociale media zo te reguleren dat desinformatie en andersoortige 'gevaren' op het web verleden tijd zijn. Maar hij kaart ook meteen zaken als consumentenrechten en twijfels over de monopolies van techbedrijven aan.

Voorbeelden van mogelijk beleid: bots moeten een duidelijk labeld krijgen dat ze een bot zijn, een soort internet-etiket. Dit nalaten moet worden verboden. Platforms zijn verplicht om de oorsprong van een bericht aan te geven. Gegevens van sociale netwerken moeten (geanonimiseerd) worden vrijgegeven aan onafhankelijke onderzoekers.

 

Wie is een robot?

Bots, geautomatiseerde accounts die bijvoorbeeld elk bericht met een bepaald woord liken of delen, vormen een integraal onderdeel van sociale netwerken. Vaak zijn ze goedaardig: zo was er een twitterbot die élk woord in het Engelse woordenboek tweette. En er zijn bots die al dan niet mooie verhalen verzinnen. Maar er zijn ook bots die zich voordoen als echte personen en bijvoorbeeld nieuws over één onderwerp delen en voorzien van bepaalde hashtags. Zulke bots zijn mede verantwoordelijk voor de snelle verspreiding van desinformatie via sociale netwerken.

Senator Warner

Door de bouwers van de bots te verplichten met een label aan te geven dat de account een bot is, hoopt Warner dat het aantal opruiende 'nepaccounts' zal verminderen. Er ligt al een wetsvoorstel in Californië om dit verplicht te maken, Warner zou het graag landelijk toegepast zien. De enige vraag is hoe zo'n wet gehandhaafd wordt: je moet eerst achterhalen óf een account een bot is, vervolgens wie hem maakte en vervolgens de echte identiteit van de persoon achterhalen. Dat brengt ons bij het tweede punt:

 

Oorsprongscertificaat

In mei 2018 begon Facebook plots met een experiment: Facebookpagina's kregen een locatietag die bekeek waar de eigenaar van de pagina vandaan kwamen. Het vermelde deze informatie op de pagina zodat iedereen die kon zien. Daarmee werd bijvoorbeeld duidelijk dat de pagina 'American Police Supporters' gerund werd door mensen uit Duitsland en Servië.

Facebook zette deze proef weer stop. het is namelijk gemakkelijk je identiteit te verhullen: met een VPN (Virtueel Particulier Netwerk) doet je computer alsof hij in een ander land staat en is je locatie verborgen.

Toch wil de senator dat de oorsprong van berichten op de één of andere manier duidelijk wordt. Mensen zullen dan zien dat een bericht met opruiend nieuws niet van Amerikaanse bodem komt. En Warner hoopt ongetwijfeld dat de Amerikanen op twitter en Facebook dan het bericht niet zullen geloven.

Hij geeft meteen toe dat er veel haken en ogen zitten aan het vastleggen van de oorsprong van een bericht. Het maakt het voor repressieve regimes mogelijk om elke buitenlandse invloed af te weren. Het maakt mensen makkelijker op te sporen. En het tast in het algemeen de privacy van gebruikers aan. 'Dat zijn echte problemen, die zeker in ogenschouw genomen moet worden bij het maken van beleid op dit punt', zegt hij, zonder concreet te worden.

 

Onafhankelijk onderzoek

Misschien het minst invasieve en mogelijk nuttige voorstel van Warner: onderzoekers moeten Facebook-data kunnen bekijken om trends te ontwaren, de oorsprong van haatcampagnes te doorgronden, enzovoorts. Op dit moment is dat niet mogelijk; de sociale media zijn zelf baas over alle gegevens van hun gebruikers en delen die niet in het kader van bedrijfsgeheim.

Warner wil dat veranderen. NGOs en instituten moeten toegang kunnen krijgen tot data voor onderzoek. Uiteraard geanonimiseerd, maar bedrijfsgeheim mag geen reden zijn om de schat aan data niet in te zetten voor het algemeen belang. Niet alleen desinformatie; ook gezondheid en onderwijs kunnen met sociale netwerk-data beter worden onderzocht.


Voorstellen zijn niet uniek

De plannen van Warner zijn op andere plekken ook al eens eerder genoemd (lees bijvoorbeeld 'Alternatief voor Facebook dat geen data verhandelt'). Zijn voorstellen over privacy lijken erg op die van Europa, Warner verwijst ook expliciet naar de nieuwe AVG-datawet die hier sinds kort geldt (lees 'Bedrijven maken zich klaar voor invoering datawet AVG').

Maar het is voor het eerst een senator die er mee komt, terwijl overheidsbemoeienis richting internet en de grote techbedrijven tot nu toe taboe was. Of zijn voorstellen enige kans maken is dan ook de vraag. Mogelijk leveren de aanhoudende schandalen rond Facebook genoeg ergernis om de beleidsmakers over te halen.

Beeld: Ibrahim.ID

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.