Uit het magazine | Interview

Als het goed wordt aangepakt kunnen technologische ontwikkelingen de ongelijkheid tussen verschillende bevolkingsgroepen verkleinen, zegt Mariëlle Feenstra, wetenschappelijk directeur van expertisecentrum 75inQ. Maar het omgekeerde kan ook. ‘Zonnepanelen installeren is alleen een optie voor wie daar geld voor heeft.’

 

Op 6 maart begint in New York de 67ste jaarlijkse bijeenkomst van de Commission on the Status of Women van de Verenigde Naties, die zich inzet voor gendergelijkheid en sterk maakt voor de positie van vrouwen. Het thema van dit jaar is ‘Innovatie, technologische ontwikkeling en onderwijs in het digitale tijdperk'.

Naast een delegatie van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gaat er ook een vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld van Nederland naar deze bijeenkomst: Mariëlle Feenstra. Zij is stafmedewerker en onderzoeker gendered and inclusive research and innovation bij het Delft Design for Values Institute van de TU Delft en wetenschappelijk directeur van het expertisecentrum gender en energie 75inQ.

Waar gaat het om bij de VN-bijeenkomst? Het uitwisselen van ideeën of het nemen van besluiten?

‘De opzet is te vergelijken met die van de klimaatconferenties. De delegaties onderhandelen twee weken en komen dan met een slotakkoord, agreed conclusions in VN-taal. De discussie gaat daarbij vaak om formuleringen. Nederland vindt het belangrijk dat de verklaring gaat over meiden en vrouwen in al hun diversiteit, en over toegang tot veilige digitalisering. Bij dat laatste doelen we onder meer op de privacy en ethiek van kunstmatige intelligentie. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat er profilering in algoritmen sluipt? De ontwikkelaars komen vaak uit een weinig diverse groep mensen.’

Wat is uw persoonlijke drijfveer?

‘Ik zie technologische ontwikkeling als een mooie kans om ongelijkheid te aan te pakken. Maar we moeten wel alert zijn en oppassen dat het de bestaande sociale ongelijkheid niet juist vergroot. In Nederland is dat te zien bij de energietransitie die voor sommigen onbetaalbaar is. Er zijn enorm veel initiatieven, subsidies en belastingvoordelen, bijvoorbeeld voor wie investeert in zonnepanelen of warmtepompen. Maar dat impliceert dat je je die investeringskosten kunt veroorloven en dat je huiseigenaar bent. Hierdoor vallen grote groepen mensen in Nederland buiten de boot. Zij worden nu geconfronteerd met hoge energiekosten.’

Zijn die kosten niet vooral het gevolg van de oorlog in Oekraïne en de geminimaliseerde gaswinning in Groningen?

‘Ja, daardoor zijn we in de huidige energiecrisis beland. Maar ook daarvoor dacht men al: als we de gasprijs verhogen, stappen meer mensen over naar elektrische alternatieven. Dan moet je die keuze wel hebben, anders wordt de energierekening alleen maar hoger.

Je kunt zeggen: doe een trui aan en zet de verwarming lager, maar ook dat betekent niet voor iedereen hetzelfde. Als je thuis zit, gebruik je meer energie dan als je overdag naar je werk gaat. Hetzelfde geldt voor mobiliteit. Wie zich een Tesla kan veroorloven, kan op sommige plekken gratis parkeren en heeft lage brandstofkosten. De energietransitie heeft alleen effect als er zoveel mogelijk mensen meedoen, maar dat lukt een groeiend deel van de samenleving niet.’

 

Dit is niet het volledige artikel. Het hele verhaal staat in De Ingenieur van februari 2023. Interessant? Neem eens een proefabonnement van drie nummers voor 25 euro.

 

Is dat afhankelijk van gender?

‘Deels wel. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de groepen die met energiearmoede te maken hebben, daar kom je achter als je er gericht onderzoek naar doet. In onderzoek en beleid wordt het huishouden vaak als een homogene entiteit beschouwd, maar achter de voordeur bevindt zich een diversiteit aan huishoudsamenstellingen.

Een voorbeeld is de groep vrouwen ouder dan 75 jaar. Veel daarvan wonen in grote huizen met slechte energielabels. En ze wonen vaak alleen want vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen. Een deel van hen leeft van een klein pensioen. Het huis isoleren kost geld, verhuizen naar een kleinere woning levert vaak ook een flinke kostenstijging op en vergt emotionele flexibiliteit. Maar omdat deze vrouwen doorgaans trouwe betalers zijn en ook niet snel overstappen naar een andere energieleverancier, is het een groep die je niet ziet. Ze hebben nauwelijks energieschulden of betalingsachterstanden.

Uitgaande van onderzoek in andere Europese landen leeft naar schatting ongeveer 40 procent van de vrouwen in deze leeftijdsgroep in energiearmoede. Dat is veel, vooral als je bedenkt dat zij door hun leeftijd en medicijngebruik juist baat hebben bij een warmer huis dan gemiddeld.’

Heeft u meer voorbeelden?

‘Ja, smartphones bijvoorbeeld. Die hebben ontzettend veel bijgedragen aan de zelfstandige toegankelijkheid tot informatie en dus aan de emancipatie, vooral voor vrouwen in het mondiale zuiden. Maar toegang tot digitalisering is ook afhankelijk van rolverdeling, geletterdheid en arbeidsverleden. In Nederland zijn veel oudere vrouwen en migrantenvrouwen afhankelijk van hun kinderen als het gaat om internetzaken zoals bankieren.’ 

Openingsbeeld: Ilse Wolf

 

Dit is niet het hele artikel. Het volledige verhaal staat in het februarinummer van De Ingenieur.
 

MEER LEZEN?

Lees dan het volledige artikel in het februarinummer van De Ingenieur. Koop hier de digitale versie voor €9,50 of neem een abonnement!

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.