Hij studeerde Bouwkunde, maar wilde geen architect ­worden. De fysische aspecten van de bouw trokken hem aan. Dr.ir. Twan van Hooff bedenkt en test nieuwe manieren van ventileren. En dat is gek genoeg een behoorlijk on­­ontgonnen terrein.

Als je wilt weten waarom het tocht, of er genoeg frisse lucht in een kantoortuin komt en of de airco niet zuiniger kan, dan bel je dr.ir. Twan van Hooff. Hij weet alles van ventilatie in huis.

Hij is echter geen klusjesman, maar een onderzoeker met een dubbeldoctoraat van de KU Leuven en TU Eindhoven, en een beurs op zak van FWO, de Vlaamse evenknie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Hij kijkt naar het natuurkundig beginsel achter luchtstromen in gebouwen en andere ruimten, zoals vliegtuigcabines.

Daar weten we gek genoeg nog niet zoveel van af. Advies­bureaus en ontwerpers gebruiken wel allerlei voorspellende modellen, maar die zijn niet altijd getest op juistheid. Van Hooff doet die tests wel.

Daarnaast probeert hij allerlei nieuwe manieren van ventileren te vinden. ‘Wat gebeurt er als een airco niet de hele dag aanstaat, maar af en toe? Wordt de luchtcirculatie daar beter van, of slechter? Dat wil ik weten.’

 

Zoektocht

Als student Bouwkunde wist hij – in tegenstelling tot de meeste medestudenten – zeker dat hij geen architect wilde worden. De harde kant van de bouwkunde, die raakt aan natuurkunde en de fundamenten van de constructiekunst, boeide hem het meest.

Daar kwam hij ook al snel terecht, en tijdens de zoektocht naar een afstudeeronderwerp kwam hij prof.dr.ir. Bert Blocken tegen. Die bleek de perfecte mentor voor Van Hooff. Na een masterproject over de Amsterdam ArenA, waar Van Hooff zag hoeveel er komt kijken bij ventilatietechniek, was het hek van de dam. ‘Toen ik aan mijn promotie begon, waarbij Bert me ook begeleidde, heb ik er meteen alles over gelezen.’

 

Cv

Het cv van Van Hooff liegt er niet om. Acht jaar in het hoger onderwijs en nu al 26 internationale papers, begeleider van vier promovendi en docent bij twee universiteiten. Hij pendelt heen en weer tussen Eindhoven en Leuven, waar hij het meeste werk doet. In België was er geld voor zijn onderzoek.

‘Ik ben goed in multitasken en heb altijd goede begeleiding gehad. Dat helpt enorm om snel een groot cv te krijgen.’ Tijdens zijn promotie deed hij bijvoorbeeld parttime werk voor bedrijven of bouwers die advies wilden over ventilatie, maar ook over windstromingen rondom gebouwen.

Ik ben nog geen dag ontevreden naar mijn werk gegaan

De wereld van lesgeven en onderzoeken is perfect voor Van Hooff. ‘Ik ben nog geen dag ontevreden naar mijn werk gegaan, en betwijfel of ik zoiets ook zou hebben met een baan in het bedrijfsleven bij een adviesbureau.’

Hij blijft doorleren, om goed in zijn vak te worden. En verder ziet hij wel wat de toekomst brengt. ‘Er komt binnenkort een windtunnel in Eindhoven, dus dan kan ik daar eindelijk experimenteel onderzoek doen, in plaats van dat ik moet uitwijken naar andere universiteiten.’

 

Naam Twan van Hooff | Leeftijd 32 | Titel dr.ir. | Opleiding Bouwkunde, TU Eindhoven | Functie ­universitair docent, KU Leuven en TU Eindhoven

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.