Zes prikkelende vragen aan Diederik Gommers, intensivist bij het Erasmus MC in Rotterdam en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care.


Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?

Mijn grasmaaier, waar ik erg aan gehecht ben. Ik ben best goed met mijn handen en ik loop er ook niet voor weg. Voor mijn werk op de intensive care moet je al geen twee linkerhanden hebben, want je moet bij mensen een infuus kunnen inbrengen. Maar ik doe thuis ook veel dingen met mijn handen, gewoon voor de ontspanning. In het weekend leg ik vaak mijn telefoon een paar uur weg en ben ik bezig in het huis of de tuin. Dat is mijn manier van ontspannen, mijn uitlaatklep.
 

Wat is – na de smartphone – uw favoriete gadget?

Ik was vroeger erg van de gadgets. Als een van de eersten had ik een stethoscoop met versterker en opnamefunctie en ik weet nog dat we met zo’n zakcomputertje in onze witte jas liepen. Maar veel van de functies van die losse gadgets zijn overgenomen door de smartphone. En die gebruik ik veel. Ik plan er mijn dag mee, maak notities of zoek een werkprotocol op.
 

Ik wou dat ik dát uitgevonden had!

Wifi in huis, dat vind ik echt briljant. Dat je niet meer gebonden bent aan een kabel. Je mag er van mij nog meer op aansluiten, want wat is die draadloze toegang tot internet eigenlijk mooi! Met covid-19 kunnen wij artsen sneller dan ooit informatie delen met elkaar, waar ook ter wereld. Informatie van collega’s in China kreeg ik vliegensvlug doorgestuurd.


Welk (sociale) medium zou u niet meer willen missen?

WhatsApp, geen twijfel mogelijk. Je stelt iemand een vraag en die persoon kan dan reageren wanneer het hem of haar uitkomt. Ik zit tegenwoordig in veel appgroepjes, waardoor ik veel beter op de hoogte blijf van wat mensen doen en hoe het met ze gaat. Je stuurt zo even een fotootje door, of zelfs een document voor je werk, maar het kan ook heel sociaal werken.

Laten we de positieve dingen blijven zien, ook van hoe we met covid-19 omgaan.

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

Dat al die data van ons worden verzameld via ons mobieltje en op online platforms. Ik hoop dat het ons iets brengt. In het ziekenhuis, bijvoorbeeld, denk ik dat data kunnen helpen om de werkprocessen efficiënter te maken. Maar de keerzijde is ook duidelijk: dat bedrijven te veel data vergaren over ons en dat we op die manier eigenlijk in de gaten worden gehouden, of zelfs beïnvloed. Dat is zorgwekkend. Eigenlijk zijn die data van onszelf, van de mensen, maar we laten het ons afpakken. Daar ligt een rol voor de overheid.
 

Welk non-fictieboek ligt nu op uw nachtkastje?

Naast boeken over reanimeren en over Mark Rutte lees ik nu in De meeste mensen deugen van Rutger Bregman. Hij laat prachtig zien dat er veel positiviteit in mensen zit, dat is zó mooi. Dat wil ik wel benadrukken: laten we de positieve dingen blijven zien, ook van hoe we met covid-19 omgaan.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.