Uit het magazine

Zes prikkelende vragen aan Jasper van Kuijk, cabaretier, columnist en ontwerponderzoeker. Zijn voorstelling Tot hier en niet verder ligt tijdelijk stil vanwege corona. In juni komt zijn boek Bonusland uit, over een jaar met zijn gezin op het Zweedse platteland.


Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?

'Mijn schoen, waarvan de zool een beetje los zat. Die kan na wat Bison Kit en een poetsbeurt zo weer een jaar mee. Dat gaf me wel een voldaan gevoel. In Zweden heb ik een Honda MT50-brommer gekocht. Het was echt leuk om daaraan te sleutelen, hoewel ik daar helemaal geen ervaring mee had. Gelukkig is er YouTube.'

 

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens iets slims moeten uitvinden?

'Voor de digitale dienstverlening van de overheid. De infrastructuur waarop data wordt gedeeld, hangt van losse oude systemen aan elkaar. Dat maakt ze instabiel, lastig om dingen te veranderen en het zorgt ervoor dat de samenwerking tussen verschillende overheden stroef loopt. Daar moeten we echt een oplossing voor vinden. Inspiratie daarvoor kunnen we in Singapore en Estland vinden.'

 

‘Ik wou dat ik dát uitgevonden had!’

'Ik was graag bij de vroege fase van ontwikkeling van computers geweest. De eerste grafische interfaces, muis, pda (personal digital assistant, red.) en de eerste iPhone. Baanbrekende ontwikkelingen die onze manier van werken hebben veranderd.'
 

Vind je dit een leuk artikel? Abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.

 

Van welke fout heeft u het meest geleerd?

'In mijn studententijd zat ik in de lustrumcommissie van de studentenvereniging. Ik maakte een boekje, maar stuurde dat zonder laatste check naar de drukker. Het stond vol spelfouten en er stond zelfs een verkeerde datum voor het gala. Daar waren de andere commissieleden niet blij mee. Voor mij was de harde les: wat je ook maakt, ontwerpt of schrijft, leg het áltijd voor aan iemand anders. Zelf word je na een tijdje blind voor fouten in je werk.'

 

Wat is uw niet-duurzame guilty pleasure?

'Ik kan ons huis uit 1926 noemen of dat ik vlees lekker vind. Maar laat ik deze nemen: ik rijd nog steeds in een benzineauto als opvolger van een ontzettend fijne Volvo stationwagen op diesel. Toen die laatst op was, hadden we kunnen kiezen voor een elektrische auto, maar daarmee voorzag ik te veel gedoe. Ik moet vaak naar theaters, en dan is zoeken naar een laadpaal niet fijn. Blijkbaar wacht ik eerst even tot de kinderziekten [van een nieuwe technologie] eruit zijn.'

 

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

'Kunstmatige intelligentie, AI. Eerst was het een grote hype en daarna probeerden sommigen het weg te relativeren. Maar ik maak me om twee redenen zorgen. Ten eerste is er het risico dat AI zelfbewustzijn krijgt en de mens overvleugelt. Ik zeg niet dat het gebeurt, maar áls het gebeurt...'

Ik ben niet meer de techno-optimist die ik ooit was

'Als zelfs specialisten als Elon Musk en de overleden Stephen Hawking hiervoor waarschuwen, dan zou ik dat maar serieus nemen. Het tweede risico is dat AI een flink deel van ons werk overneemt. We moeten op zijn minst nadenken over de gevolgen hiervan en hoe we de maatschappij dan inrichten. Nee, ik ben niet meer de techno-optimist die ik ooit was.'

 

Foto Els Zweerink

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.