column

Ingenieurs mogen zich best uitspreken tegen gewapende conflicten, stelt columnist Felienne Hermans.


Als 2023 érgens het jaar van was, dan was het wel van de terugkeer van de film. Wekenlang was er geen gesprek denkbaar zonder dat ‘Barbenheimer’ ter sprake kwam. ‘Welke van de twee heb jij al gezien?’

De truc van de filmstudio’s om Barbie en Oppenheimer tegen elkaar uit te spelen had niet beter kunnen uitpakken. Voor de ingenieur is Oppenheimer het aansprekendste verhaal, omdat die bevraagt in hoeverre wij verantwoordelijk zijn voor onze eigen creaties.

Hoe relevant die vraag is, blijkt ook tachtig jaar na dato nog. Want een paar maanden later is 2023 opeens niet meer het jaar van die films, van het eind van het tijdperk-Rutte of van de A12-blokkade, maar van Gaza. De wrede aanval van Hamas op 7 oktober vormde het startsein voor de bloedigste aanval van Israël ooit. 

In Cosmos, zijn boek over de geschiedenis van het heelal, laat Carl Sagan zich kritisch uit over mensen die aan militair-industriële doelen werken. Hoe zou de wereld eruit zien als al die slimmeriken iets anders zouden maken, vraagt hij zich af. Als ik nu de techniek zie, de bommen, de geweren, de surveillanceapparatuur die er al decennialang naar Israël gaat, dan komt onvermijdelijk diezelfde vraag in me op. Wie zijn die ingenieurs, die zichzelf bouwers vinden, maar ervoor kiezen om slopers te zijn? Wie kiest ervoor om dag in dag uit bommen of geweren te ontwerpen, of machines die ze maken?

Voor bewijs dat activisme werkt, kijk maar naar Greta Thunberg

Nu kun je mij naïef vinden, en roepen dat ‘als die mensen het niet doen, anderen het werk zo overnemen’ of dat ‘verzet toch geen zin’ heeft. Maar er zijn, ook nu, mensen die zich wél verzetten tegen de aanvallen die Israël blijft uitvoeren op burgers, onder wie ook veel kinderen. En dat zijn niet de ingenieurs van deze wereld. 

Mensen in een veel precairdere positie dan de meeste goed betaalde bouwers en ontwerpers doen wél wat. In heel Europa, van België tot Spanje, legden bijvoorbeeld havenarbeiders het werk neer, met niet mis te verstane woorden: ‘Wij vervoeren geen wapens die kinderlevens gaan beëindigen.’ 

Als we nog bewijs nodig hebben dat activisme werkt, hoeven we alleen maar naar Greta Thunberg te kijken. ‘Als de wereld eraan gaat, waarom moet ik dan nog naar school?’ Met haar kleine, stille verzet inspireerde ze een hele generatie om anders naar klimaat te kijken, en naar verzet. 

Net als de havenarbeiders kiest ze er nu voor om wat te doen. Om de stem die zij heeft te delen met mensen die onze solidariteit nu nodig hebben: onschuldige burgers in Gaza. Haar tamelijk oncontroversiële opmerking dat er geen klimaatrechtvaardigheid kan zijn zonder internationale solidariteit ging sommigen al te ver, en ze krijgt nu uit eigen kring sterke kritiek. 

Hoe je ook kijkt naar de oorzaak, in Gaza sterven nu iedere dag onschuldige burgers onder wie veel kinderen. Het is makkelijk om over een aantal jaar te zeggen dat je altijd al tegen de algehele verwoesting was, zoals je zo vaak ziet in historische conflicten. Het is veel lastiger om je nu, in zo’n ingewikkeld conflict, uit te spreken. Juist makers zouden dat moeten doen.

Tekst: Felienne ­Hermans, hoogleraar Computer Science Education aan de Vrije Universiteit in Amsterdam
Portret: Erik van 't Woud  

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.