Om van de zelfrijdende auto een succes te maken, moet de samenwerking tussen bestuurder en voertuig flink worden verbeterd. Het risico bestaat dat autonoom rijden de rijtaak voor de bestuurder juist moeilijker maakt. Dat is de overtuiging van ir. Arie Paul van den Beukel, die vandaag aan de Universiteit Twente op het onderwerp promoveert.


We zien het al bij bestaande auto’s in het duurdere segment: de wagen neemt allerlei taken van de bestuurder over. Er is het lane departure warning system, dat waarschuwt als we buiten onze rijstrook terecht dreigen te komen; sommige auto’s kunnen zelf afstand houden tot de voorganger; en steeds meer auto’s kunnen zelf fileparkeren.
 

Toezichthouder

Wanneer de auto écht autonoom wordt, verandert de rol van de bestuurder. Die kan namelijk wat anders gaan doen. Van den Beukel beschrijft in zijn proefschrift hoe de bestuurdersrol verandert van ‘volledige controle’ naar die van supervisor, ‘toezichthouder’ (persbericht Universiteit Twente). ‘In bestaande auto’s moeten we er onder andere voor zorgen dat de auto op de rijbaan blijft en dat we voldoende afstand houden. We nemen daarbij dingen bewust waar. Die taak wordt straks overgenomen door de zelfrijdende auto. Dat zorgt dat we veel minder betrokken zijn bij het autorijden zelf, maar we blijven verantwoordelijk. Dat maakt het er niet makkelijker op, want we moeten de boel bewaken; een taak waar mensen van nature niet goed in zijn.’
 

Razendsnel ingrijpen

Het scherm van Tesla's Autopilot.

Wat gebeurt er bijvoorbeeld als iemand vlak voor je langs invoegt? Dan ontstaat een te korte afstand tot je voorganger, wat vraagt om razendsnel ingrijpen. ‘Die situatie wordt moeilijker dan vroeger, want je bent minder bij de rijtaak betrokken en hebt je handen niet meer aan het stuur. Daardoor heb je later in de gaten wat er aan de hand is. In penibele omstandigheden kan zoiets net die kritische fractie van een seconde schelen.’

Van den Beukel onderzoekt wat er nodig is om bestuurders optimaal te ondersteunen bij hun veranderende rol. In de zelfrijdende auto’s die nu op de markt zijn, krijgt de bestuurder de benodigde info meestal tot zich via een beeldscherm achter het stuur of in de middenconsole. Van den Beukel: ‘Dat is weliswaar nuttige info, maar het betekent ook dat je aandacht zich binnen de auto concentreert, terwijl het buiten op de weg gebeurt.'
 

Andere interfaces

Daarom experimenteert Van den Beukel in de rijsimulator op de Universiteit Twente onder meer met ledverlichting in de randen van de autoruiten. Die geeft bijvoorbeeld met wisselende kleuren en lichtintensiteiten aan dat een situatie snel aandacht nodig heeft. Een wegpiraat die nog even snel rechts invoegt zorgt voor een pulserend, rood licht rondom de autoruit aan de rechterkant. ‘De interfaces in zelfrijdende auto’s concentreren zich nu nog rond en achter het stuur. Het wordt tijd dat dat verandert’, vindt Van den Beukel.
 

Acceptatie

Na zijn promotie wil Van den Beukel verder gaan met zijn onderzoek naar technologische ontwikkelingen om de acceptatie van automatisch rijden te vergroten. Als de voordelen opwegen tegen de nadelen van die nieuwe taak van bewaker zal die acceptatie groter zijn, meent hij. Daarbij is de verwachting van veel mensen dat je wat anders kunt doen tijdens het autorijden, zoals je smartphone gebruiken. Van den Beukel wil kijken of het mogelijk is om direct rond het stuur smartphone-info aan te bieden, maar dan wel gefilterd. Heeft op een bepaalde moment de rijtaak meer aandacht nodig, dan neemt de auto die info weg. ‘Wat mij betreft gaan we toe naar een betere samenwerking tussen bestuurder, voertuig en autopiloot. Dat is echt nodig om de gewenste voordelen van méér comfort en veiligheid tijdens automatisch rijden te behalen.’
 

Meer informatie

Arie Paul van den Beukel verdedigt zijn proefschrift 'Driving automation interface design: supporting drivers’ changing role' vandaag, donderdag 10 november bij de Universiteit Twente.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.