Peter-Paul Verbeek

Columnist Peter-Paul Verbeek pleit voor een technologie-versie van de March for Science.

Op 22 april werd op ruim vijfhonderd plekken in de wereld een March for Science gelopen. Om aandacht te vragen voor de bedreigde positie van onafhankelijk ­wetenschappelijk onderzoek gingen vele mensen de straat op. Aanleiding was het beleid van de regering-Trump, die klimaatwetenschappers verbiedt om zonder toestemming artikelen te publiceren. Trump ontkent het klimaat­probleem en beschouwt klimaat­wetenschappers als activisten. Wat ze nu dus inderdaad ook zijn geworden.

Uiteindelijk was deze mars vooral een antwoord op het populisme. Als wetenschappelijk bewezen feiten niet meer tellen, omdat wetenschap ‘ook maar een mening’ is en er ook alternative facts mogen bestaan, waar blijven we dan? Hoe neemt de politiek dan ooit nog een onderbouwd besluit? Hoe houden we de samenleving kritisch en vitaal, als de onafhankelijke en rationele manier van denken van de wetenschap steeds meer onder druk komt te staan?

Zoals wetenschap soms wordt weggezet als ‘ook maar een mening’, wordt technologie vaak gezien als ‘ook maar een middel’.

Terwijl ik alle berichtgeving volgde, bereidde ik me voor op de Hannover Messe, waar ik een presentatie ging geven over het Platform Maatschappelijk Verantwoord Innoveren dat wetenschapsfinancier NWO heeft opgericht. En gaandeweg bekroop me het gevoel dat ook een mars voor de technologie best op zijn plek zou zijn. Voor technologie geldt namelijk eveneens dat de werkelijke waarde ervan vaak wordt miskend. Natuurlijk: er wordt veel geld geïnvesteerd in innovatie. Bovendien is technologie aanmerkelijk minder afhankelijk van gemeenschapsgeld dan wetenschap, omdat er ook veel mee wordt verdiend. Maar de uiteindelijke waarde van technologie reikt verder dan alleen de economie.

Zoals wetenschap soms wordt weggezet als ‘ook maar een mening’, wordt technologie vaak gezien als ‘ook maar een middel’. Een middel om bedrijvigheid te stimuleren, of om maatschappelijke vragen en problemen op te lossen. En daarmee valt een belangrijk deel van de maatschappelijke betekenis van technologie buiten de boot. Net zoals wetenschap niet zomaar een mening is, maar een stevig onderbouwde, is technologie niet zomaar een middel, maar een middel dat vorm geeft aan de samenleving. Om maar een paar Nederlandse voorbeelden te noemen: Booking.com heeft de hotel­branche flink opgeschud, ­Philips heeft een enorme invloed op de zorg in ziekenhuizen.

Innovatie is niet alleen maar van waarde voor onze economie, maar vooral ook voor de kwaliteit van onze samenleving.

Juist deze maatschappelijke betekenis van technologie verdient meer aandacht. Innovatie is niet alleen maar van waarde voor onze economie, maar vooral ook voor de kwaliteit van onze samenleving. Daarom is het belang van responsible innovation ook zo groot. Technologie­ontwikkeling verdient een constructief-kritische begeleiding vanuit de samenleving. Wat gaat neuro imaging betekenen voor het onderwijs, voor marketing, voor medische diagnostiek? Hoe gaan robots de arbeidsmarkt en de zorg veranderen? En welke ethische vragen roepen drones op?

Het belang van deze vragen reikt aanmerkelijk verder dan de economie. Ze moeten altijd kunnen worden gesteld, voor elke technologie. De relevantie van deze vragen is immers niet af te meten aan de mate waarin bedrijven ze uit zichzelf willen stellen of financieren: ze vertegenwoordigen een maatschappelijk belang. Net zoals de wetenschap dat doet. En daar wil ik best de straat voor op gaan.
 

Prof.dr.ir. Peter-Paul Verbeek is hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek aan de Universiteit Twente.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.